Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Directie Sub-Sahara Afrika Afdeling Midden- en Oost-Afrika
Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 22 februari 2002 Auteur Katja Lasseur
Kenmerk DAF-88 Telefoon 070- 3485777
Blad /1 Fax 070- 3486607
Bijlage(n) 1 E-mail Katja.lasseur@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vraag lid Hoekema (D66) over het Grote Merengebied
(IPIS rapport over coltanhandel)
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Economische
Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid
Hoekema over het Grote Merengebied. Deze vragen werd ingezonden op 24
januari 2002 met kenmerk 2010204780.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken en de heer
Ybema, staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van het lid Hoekema
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport van het Belgische onderzoeksinstituut
IPIS over het misbruik van delfstoffen voor de productie van mobiele
telefoons, zoals tantalum, een van de onderdelen van coltan of "zwart goud"?
Antwoord
Ja
Vraag 2
Wat is Uw oordeel over dit rapport mede in relatie tot het VN rapport
hierover van jl. november?
Antwoord
Bij het rapport kunnen enige kanttekeningen geplaatst worden. Allereerst
ontbreekt een omschrijving van de methodologie die de onderzoekers gebruikt
hebben. Om een dergelijk rapport op zijn waarde te kunnen schatten moet
hierover duidelijkheid bestaan. Daarnaast leunen de onderzoekers zwaar op
informatie afkomstig uit het VN Panelrapport van april 2001, dat nu juist
door de leden van Veiligheidsraad en overige betrokkenen als onbevredigend
werd ervaren. De reden hiervoor was dat de beschuldigingen in dit eerdere
rapport van de VN zwak onderbouwd waren en feitelijke onjuistheden bevatten.
Ook vond men dat de rol van betrokkenen bij de exploitatie te eenzijdig
belicht werd.
Voortbouwend op het bovenstaande rijst derhalve de vraag of alle
aanbevelingen in het IPIS-rapport voldoende onderbouwd zijn en ruimte tot
praktische uitwerking bieden. Dat er een einde komt aan de huidige situatie,
waarbij de handel in de delfstof coltan de conflicten in de DR Congo voedt,
is van groot belang. Hierover zijn wij het met de onderzoekers van het IPIS
eens.
Vraag 3
Kunt U commentaar geven op het feit dat in dit rapport melding wordt gemaakt
van een prominente rol bij de illegale export van deze delfstof van de
onderneming Eagle Wings Resources (EWR), een joint venture van het
Amerikaanse Trinitech en het Nederlandse bedrijf Chemie Pharmacie Holland?
Vraag 4
Bent U bereid op dit punt nader onderzoek te (laten) doen en daarbij ook
aandacht te besteden aan in het rapport genoemde transportondernemingen van
Nederlandse origine zoals Steinweg en TMG?
Antwoord op 3 en 4
Er bestaat geen internationaal verbod of embargo op de handel in genoemde
delfstoffen. De term "illegale export" is daarom in dit geval niet van
toepassing. De overheid kan Nederlandse bedrijven niet formeel op hun
betrokkenheid aanspreken of een officieel onderzoek daarnaar instellen.
Uit contacten met Chemie Pharmacie Holland is gebleken dat dit bedrijf inderdaad betrokken is bij de export van coltan uit het Grote Merengebied. CPH is daarbij herinnerd aan het belang dat de overheid hecht aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven. In het onderhavige geval is het ons inziens verstandig om, als de handel in bepaalde delfstoffen bijdraagt aan de financiering van een gewapend conflict, te zoeken naar alternatieve bronnen van bevoorrading.
Vraag 5
Wordt in Europees kader overleg gevoerd over een gecombineerde reactie op
dit rapport (en het VN rapport)?
Antwoord
In Europees kader is geen overleg gevoerd over een gecombineerde reactie op
het IPIS rapport. De exploitatie van grondstoffen is echter zowel in
Europees- als VN kader onderwerp van aandacht. Tijdens de open zitting van
de Veiligheidsraad hebben de Europese lidstaten een gezamenlijke verklaring
afgelegd inzake het addendum bij het VN rapport van november 2001. In dit
verband wordt verwezen naar de antwoorden op de vragen van het lid Hoekema
van 29 november 2001 (kenmerk 2010202980).
Kenmerk Error! Reference source not found.
Blad /1
===