Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Antwoord
Aan de Voorzitter van de Directie Azië en Oceanië
Tweede Kamer der Staten-Generaal Afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië
Binnenhof 4 Postbus 20061
Den Haag 2500 EB Den Haag
Datum 21 februari 2002 Behandeld mr J. Roodenburg
KenmerkDAO-0111-02 Telefoon (070) 348 5655
Blad 1/1 Fax (070) 348 5323
Bijlage(n) 1 E-mail jeroen.roodenburg@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van de leden
Van Ardenne-van der Hoeven en Verhagen over
de Laskar Jihad in Indonesië
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister voor Ontwikkelings-
samenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de
leden Van Ardenne-van der Hoeven en Verhagen over de Laskar Jihad in
Indonesië. Deze vragen werden ingezonden op 5 februari 2002 met kenmerk
2010205380.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens mevrouw Herfkens, Minister voor Ontwikkelingssamen-werking, op vragen
van de leden Van Ardenne-van der Hoeven en Verhagen.
Vraag 1
Herinnert de minister voor Ontwikkelingssamen-werking
zich dat zij tijdens het mondelinge vragenuur op 4
december 2001 een toezegging heeft gedaan om aan de
Kamer in een brief een aantal vragen te beantwoorden ten
aanzien van de dreigende situatie in Indonesië en de
inspanningen om de Laskar Jihad te ontwapenen en
demobiliseren?
Waarom heeft de Kamer tot op heden hierover nog geen informatie van de
minister ontvangen? Wanneer kan de Kamer deze informatie tegemoet zien?
Antwoord
---
De tijdens het mondelinge vragenuur op 4 december 2001 gestelde vragen zijn
beantwoord in mijn brief van 12 december 2001 over de recente ontwikkelingen
in Indonesië (Buza000695).
Vraag 3
Bent u op de hoogte van het recent verschenen artikel
waarin de Amerikaanse en Indonesische geheime
diensten zeggen aanwijzingen te hebben dat honderden
buitenlanders een geheim opleidingskamp van het
terroristische netwerk Al-Qaeda hebben bezocht op het
Indonesische eiland Sulawesi? Is het u tevens opgevallen
dat in The Washington Post van 27 januari 2002 gemeld
wordt dat door de arrestatie van een grote Al-Qaeda cel in
Singapore de omtrek van het terroritische netwerk
onthuld is: het Al-Qaeda netwerk strekt zich uit tot
Maleisië, Filipijnen en Indonesië?
Vraag 4
Kunt u deze berichten bevestigen? Zijn er inmiddels hieromtrent initiatieven
ondernomen door de Nederlandse regering in de richting van de Indonesische
autoriteit? Zo ja, welke?
Antwoord
Deze berichten zijn mij bekend. Ik constateer dat het ook voor de
Amerikaanse administratie allerminst vaststaat dat op de bedoelde plek in
Sulawesi inderdaad een opleidingskamp van de terroritische organisatie
Al-Qaeda was gevestigd dat werd bezocht door honderden buitenlanders.
Overigens heeft het hoofd van de Indonesische veiligheidsdienst over deze
zaak als eerste uitspraken gedaan maar deze later weer ingetrokken. Op de
vraag of er in dit geval echt sprake is geweest van een door Al-Qaeda
opgezet kamp is tot op heden geen antwoord te geven. Wel zijn er
aanwijzingen dat op deze plek een trainingskamp van een Indonesische
organisatie heeft gelegen. Op basis van de thans beschikbare informatie acht
ik het niet opportuun omtrent deze specifieke zaak actie te ondernemen in de
richting van de Indonesische autoriteiten. Zie ook mijn antwoord op vraag 5.
Vraag 5
Bent u op de hoogte van het feit dat de Amerikaanse onderminister van
Defensie Wolfowitz recentelijk Indonesië noemde als één van de landen waar
de VS samen met de regering in Jakarta "de terreur wil bestrijden"? Is
hiervoor inmiddels een actieplan ontwikkeld? Zo ja, is Nederland hierbij
betrokken dan wel de EU?
Antwoord
Het is mij bekend dat de VS Indonesië willen betrekken in de strijd tegen
het terrorisme. Of hiertoe een actieplan is ontwikkeld kan ik niet
bevestigen. Eerder berichtte ik u dat er op dit moment geen harde bewijzen
zijn voor structurele banden op organisatieniveau tussen Al-Qaeda en
Indonesische organisaties, al wordt bij de onderzoeken die momenteel gaande
zijn in Maleisië en Singapore wel gezinspeeld op contacten tussen
Indonesische individuen en internationale terroristische netwerken.
Terroristische organisaties kunnen in het huidige Indonesië een
aantrekkelijke uitvalsbasis zien. Nederland is dan ook van mening dat de
internationale gemeenschap de Indonesische regering zeker op haar
verantwoordelijkheden moet wijzen als het gaat om de strijd tegen het
terrorisme en waar mogelijk moet ondersteunen in deze strijd. In EU-verband
heeft Nederland daarom bepleit dat bij de Europese inspanningen in de
coalitie tegen het terrorisme nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan
Indonesië.
Handelingen II nr. 31, Vergaderjaar 2001-2002
ANP, 11 januari jl.
===