Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Persbericht
Ministerie van Buitenlandse Zaken
21 februari 2002
Minister Herfkens en de strijd tegen kinderarbeid
Minister Herfkens houdt op 25 februari a.s. om 10.00 uur, in het Kurhaus
hotel in Scheveningen, een toespraak ter gelegenheid van de internationale
conferentie over kinderarbeid (Combating Child Labour). Voor een publiek van
werkgevers- en werknemersorganisaties, arbeidsinspecties, vertegenwoordigers
van overheden, ngo's en multilaterale organisaties uit Westerse landen en
een groot aantal ontwikkelingslanden zal minister Herfkens ingaan op de
mogelijkheden en verantwoordelijkheden van de aanwezigen om een oplossing te
vinden voor de 250 miljoen werkende kinderen op de wereld. Andere sprekers
zijn minister Vermeend van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en
directeur-generaal Somavia van de International Labour Organisation (ILO).
Ontwikkelingssamenwerking heeft de bestrijding van kinderarbeid hoog op de agenda staan en het onderwerp zal een van de belangrijkste punten zijn bij de komende Kindertop van de Verenigde Naties in New York in mei a.s. Armoede is hoofdoorzaak van kinderarbeid; financiele tekorten in huishoudens worden vaak aangevuld met inkomsten uit kinderarbeid. Van de 250 miljoen werkende kinderen in de leeftijd van 5 - 14 jaar, werken zo'n 120 miljoen kinderen meer dan 9 uur per dag. Velen werken als kindsoldaat, verrichten dwangarbeid om familieschulden af te lossen, handelen in drugs of worden gedwongen in de prostitutie te werken. De strijd tegen kinderarbeid, waarin Nederland nauw samenwerkt met de ILO, heeft inmiddels geresulteerd in een belangrijk verdrag, de ILO-conventie 182, die landen verplicht zelf een actieprogramma op te stellen om de ergste vormen van kinderarbeid uit te bannen. Honderdzestien landen hebben deze conventie inmiddels ondertekend.
Nederland is een belangrijke donor en besteedt ruim 18 miljoen euro om de
ergste vormen van kinderarbeid, zoals schuldslavernij, kinderprostitutie en
drugshandel, tegen te gaan. Ook zijn onlangs partnershipprogramma's
aangegaan met Unicef (27 miljoen euro) en ILO (46 miljoen euro) waarin de
bestrijding van kinderarbeid een belangrijk onderdeel is. Verder is het
programma met FNV Mondiaal verhoogd met 38 miljoen euro voor het verder
versterken van vakbonden in ontwikkelingslanden.
Nederland helpt deze landen verder bij het opzetten van speciale programma's
en het bieden van alternatieven zoals kredieten en onderwijs aan kinderen en
families.
Kinderarbeid en onderwijs zijn nauw met elkaar verbonden. Aan de ene kant
verhindert kinderarbeid de schoolgang van kinderen en aan de andere kant
bevordert het ontbreken van leerplicht en voor ouders vaak moeilijk te
betalen onderwijs, kinderarbeid. Ontwikkelingssamenwerking vraagt
internationaal meer aandacht voor een goede afstemming en uitwerking van
programma's gericht op kinderarbeid en onderwijs in ontwikkelingslanden. Het
intensiveren van onderwijsprogramma's is in de strijd tegen kinderarbeid dan
ook van cruciaal belang.
Naast gratis, verplicht en goed onderwijs zijn ook nog andere factoren die
meewerken aan de bestrijding van kinderarbeid zoals een goed functionerende
vakbonden, die door het stellen van hogere lonen en betere
arbeidsvoorwaarden de kans op kinderarbeid aanzienlijk doen verminderen.
Maar ook de rol van multinationals en een verantwoord maatschappelijk beleid
mag in deze niet ontbreken. Ontwikkelingssamenwerking vraagt Nederlandse
ondernemingen om de OESO richtlijnen te onderschrijven en er op toe te zien
dat hun toeleveranciers die gebruik maken van kinderarbeid op hun
verantwoordelijkheid worden gewezen.
Een aantal feiten:
§ Kinderarbeid is de laatste jaren toegenomen door stijgende armoede,
droogte, burgeroorlogen en aids-epidemie
§ Kinderarbeid is op te lossen door goed, gratis en verplicht
(basis)onderwijs, leeftijdsgrenzen in te voeren en een goed functionerende
arbeids- en onderwijsinspectie. Daarbij een aanpassing van wetgeving,
verbetering in inkomens- en werkgelegenheidssituatie van volwassenen.
§ De meeste kinderen die arbeid verrichten zijn werkzaam in de informele
sector (landbouw en dienstverlening). Slechts 5 procent werkt direct op
export gerichte industrie en mijnbouw. Het is echter moeilijk na te gaan
hoeveel kinderen betrokken zijn bij productie voor wereldmarkt, vanwege
uitbestedngscontracten en tussenpersonen.
§ Kinderen in gebonden arbeid of slavenarbeid is een van de meest
verwerpelijke vormen van uitbuiting van kinderen. Gebonden arbeid is een
feodaal stelsel van schuldbinding waarbij werkgevers via het verstrekken van
een lening tegen woekerrente een gezin verplichten voor zich te laten
werken.
Cijfers:
§ Meer dan 650 miljoen kinderen leven in armoede.
§ 250 miljoen kinderen werken wereldwijd.
§ 130 miljoen kinderen hebben geen toegang tot basisonderwijs.
§ Elke dag komen er 80.000 werkende kinderen bij.
§ 10 miljoen kinderen werken in slavernij in Zuid Oost Azie
§ In Afrika werkt 1 op de 3 kinderen.