Nationaal Dubo Centrum
donderdag 21 februari 2002
Gemeenten tekenen klimaatconvenant
Tijdens de Nationale Klimaatconferentie op 14 februari jongstleden in
Zeist hebben een aantal gemeenten en provincies met vertegenwoordigers
van het Rijk (onder meer de ministeries VROM, V & W, EZ en LNV het
klimaatconvenant getekend. De kern van deze overeenkomst is dat
gemeenten en provincies niet lang vrijblijvendheid uitvoering kunnen
geven aan het klimaatbeleid, maar vanaf nu serieus te werk moeten
gaan. Voor duurzaam bouwen betekent dit een impuls.
Strikter beleid
Gemeenten en provincies hebben het op zich genomen hun klimaatbeleid
te intensiveren. Het is de bedoeling dat de lokale en regionale
bestuurders in hun nieuwe beleidsprogramma's ruimte maken voor
klimaatbeleid, kennis uitwisseling en duurzaam bouwen. Het is de
bedoeling dat over twee jaar 40% van de gemeenten en provincies meer
doen aan klimaatbeleid; uiteindelijk moet dat 60 tot 70% van de
gemeenten worden. De resultaten moeten de deelnemers verantwoorden aan
een stuurgroep.
De klimaatadviseurs van Novem en de Regionale Dubo Consulenten kunnen
de gemeenten ondersteunen bij het uitvoeren van respectievelijk
energieacties en duurzaam bouwen. Voor de ondersteuning heeft Novem
onder andere een zogeheten menukaart ontwikkeld voor klimaatbeleid.
Met deze menukaart kunnen overheden thema's en ambities vastleggen om
een bijdrage te leveren aan 'verduurzaming'. Gemeenten en provincies
kunnen klimaatbeleid maken door bijvoorbeeld bij nieuwbouw te eisen
dat er energiezuinige woningen komen of minder parkeerruimte per huis
reserveren. Ook kunnen zij openbaar vervoer stimuleren,
zonnecollectoren of windmolens plaatsen.
Het ministerie van VROM heeft ongeveer 37 mln aan subsidies om
provincies en gemeenten te ondersteunen bij de versterking van het
klimaatbeleid. In het convenant staat de voorwaarde dat deze lokale en
regionale overheden zelf ook meer moeten investeren. Deze
klimaataanpak is nodig om een extra impuls te geven aan de
Kyoto-afspraak die Nederland heeft gemaakt om broeikasgassen met
vijftig megaton CO2-equivalenten te reduceren in de periode 2008-2012.