Actueel
Minister van Verkeer en Waterstaat heeft zonder daartoe de bevoegdheid
te hebben het alcoholgebruik van verzoeker laten onderzoeken
Bron: Rechtbank Alkmaar
Datum actualiteit: 21-02-2002
Verweerder heeft zijn besluit dat verzoeker een onderzoek naar zijn
geschiktheid diende te ondergaan gebaseerd op de bevoegdheid die de
wet en de regeling hem daartoe bieden ingeval een vermoeden bestaat
van geestelijke ongeschiktheid, vereist voor het besturen van een of
meer categorieën van motorrijtuigen waarvoor het rijbewijs van
verzoeker is afgegeven, omdat zou zijn gebleken van ernstig gestoord
inzicht of gedrag.
Verweerder heeft ter zitting desgevraagd verklaard dat het onderzoek
dat is gedaan naar de geschiktheid van verzoeker van het begin af ook
gericht is geweest op zijn alcoholgebruik.
De voorzieningenrechter heeft - ambtshalve - de vraag opgeworpen of,
gegeven de grondslag van het besluit om verzoeker een onderzoek te
laten ondergaan, dit onderzoek ook betrekking mocht hebben op het
alcoholgebruik van verzoeker.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moet het onderzoek
gericht zijn op het vermoeden van ongeschiktheid dat de grondslag is
geweest om ingevolge artikel 6 van de Regeling maatregelen
rijvaardigheid en geschiktheid een onderzoek op te leggen. Als er dus
alleen een vermoeden - in de zin van de regeling - is van geestelijke
ongeschiktheid en niet van ongeschiktheid vanwege alcoholmisbruik mag
er alleen een onderzoek worden gedaan naar de geestelijke geschiktheid
en niet ook naar alcoholgebruik.
De conclusie is dat verweerder zonder de bevoegdheid daartoe te hebben
het alcoholgebruik van verzoeker heeft laten onderzoeken.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD9387
(Zie het originele bericht)