Ministerie van Justitie
Brief Beveiligingssysteem Schiphol
Postadres Postbus 20301, 2500 EH Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG
Zie ook Persbericht Ministerraad d.d. 08-03-02
Datum 19 februari 2002
Bijlage(n) 1
Onderwerp Beveiliging van de burgerluchtvaart
1. Inleiding
Op 14 december 2001 heeft het kabinet Uw Kamer de Tweede
Voortgangsrapportage met betrekking tot het actieplan
Terrorismebestrijding en Veiligheid aangeboden (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2001-2002, 27 925, nr. 34). In deze rapportage heeft het
kabinet u geinformeerd over een evaluatie inzake het concept van
centrale security op Schiphol, waarbij is toegezegd dat na afloop
daarvan het kabinet haar standpunt over het verder verloop van
wetsvoorstel 26 607 betreffende .Wijziging van de Luchtvaartwet inzake
de beveiliging op de luchtvaartterreinen. zal geven. Met het
navolgende beoog ik deze toezegging gestand te doen.
2. Centrale security
Zoals reeds in bijlage 3 van eerdergenoemde voortgangsrapportage naar
voren is gebracht is op 1 juli 2001 op Schiphol centrale security
ingevoerd. Hierbij worden op centrale punten veiligheidscontroles
uitgevoerd. Alle passagiers -en hun handbagage-, personeel werkzaam op
Schiphol en vliegend personeel worden op deze punten onderworpen aan
een veiligheidscontrole. Achter deze controlepunten bevindt zich het
schone gebied. Passagiers -en hun handbagage- die in het land van
vertrek reeds aan een controle zijn onderworpen en die door Nederland
als aanvaardbaar en verantwoord kan worden bestempeld, worden bij
aankomst op Schiphol niet opnieuw gecontroleerd. Deze passagiers
vermengen zich met de vertrekkende passagiers in het schone gebied.
Wel worden deze passagiers bij aankomst op Schiphol door de
particuliere beveiligingsorganisatie Seceurop steekproefsgewijs
gecontroleerd. Passagiers die in het land van vertrek niet aan een
controle van voldoende kwaliteit zijn onderworpen, kunnen zich bij
aankomst op Schiphol niet vermengen met andere passagiers in het
schone gebied.Indien het overstappende passagiers betreft, worden zij
bij aankomst op Schiphol door Seceurop opnieuw gecontroleerd, hetzij
aan de gate (reversed screening), hetzij bij een centraal controlepunt
(de passagiers worden vanaf het vliegtuig met bussen naar het centrale
controlepunt gebracht). Deze controles vinden .zoals gebruikelijk-
plaats onder verantwoordelijkheid van de Koninklijke marechaussee. Bij
de invoering van de centrale security op Schiphol heb ik besloten dat
het systeem geevalueerd zou worden door een onafhankelijke derde. In
aanvulling daarop kan ik u thans nader berichten over de resultaten
daarvan.
3. De evaluatie
De evaluatie is uitgevoerd door een onafhankelijk gerenommeerd
onderzoeksbureau, New Age Aviation Security Ltd. uit Israel, waarbij
aandacht is besteed aan de volgende aspecten:
1. het concept van centrale security in vergelijking met andere
concepten in het licht van de internationale kaders;
2. toepassing van en ervaring met het centrale security concept op
andere internationale luchthavens;
3. de op Schiphol getroffen maatregelen;
4. de vermenging met aankomende passagiers. De conclusies kunnen als
volgt worden samengevat.
ad 1. Het concept van centrale security is een door de ICAO
(Internation al Civil Aviation Organization), de Europese Unie, de
ECAC (European Civil Aviation Conference) en de FAA (Federal Aviation
Administration) van de Verenigde Staten geaccepteerd
beveiligingsconcept. Vanuit beveiligingsoptiek is komen vast te staan
dat centrale security een verantwoord niveau van beveiliging biedt.
Daarnaast heeft het systeem het voordeel dat nieuwe technieken en
methoden eenvoudig en optimaal kunnen worden toegepast, hetgeen met
name na de gebeurtenissen van 11 september 2001 van nog groter belang
is.
ad 2. Het systeem wordt op vergelijkbare wijze toegepast op vele
andere Europese luchthavens, zoals Frankfurt, Munchen, Londen
Heathrow, Parijs Charles de Gaulle, Kopenhagen en Stockholm.
ad 3. De operatie op de luchthaven Schiphol wordt met een hoge integriteit en professionaliteit uitgevoerd. De invoering van het systeem op de luchthaven Schiphol in samenhang met de getroffen beveiligingsmaatregelen heeft niet geleid tot een inbreuk op het niveau van beveiliging dan wel tot .gaten. in de beveiliging.
ad 4. De aanpak inzake de vermenging van vertrekkende en aankomende passagiers op Schiphol door alle overstappende passagiers, afkomstig van een luchthaven waar twijfel bestaat over de kwaliteit van de controle, opnieuw op Schiphol te controleren is verantwoord, mits de richtlijnen voor de vaststelling van die kwaliteit uitsluitend gebaseerd zijn op criteria die de beveiliging betreffen.
De procedure tot vaststelling van de lijst van buitenlandse
luchthavens met een verantwoord niveau van beveiliging, wordt met een
zuivere benadering van de kwaliteit van de beveiliging toegepast en
resulteert in een goed beveiligingsproduct. Het rapport van het
onderzoeksbureau bevat daarnaast enkele aanbevelingen die verder
kunnen bijdragen aan de kwaliteit van de beveiliging op de luchthaven
Schiphol. De belangrijkste aanbevelingen zijn de oprichting van een
speciale unit binnen de Koninklijke marechaussee die toezicht houdt op
het beveiligingspersoneel en de implementatie van nieuwe technologie.
Met betrekking tot de procedure tot vaststelling van de lijst van
buitenlandse luchthavens wordt voorgesteld om trainingen te geven aan
het ambassadepersoneel, dat belast is met het invullen van
vragenlijsten over de lokale beveiligingssituaties op de buitenlandse
luchthavens. Tenslotte wordt aanbevolen de profiel controle van
passagiers niet alleen toe te passen op vluchten met een verhoogde
dreiging maar ook -al dan niet steekproefsgewijs- op reguliere
vluchten. Een dergelijke beveiligingsmaatregel kan binnen een systeem
van centrale security -anders dan bij andere beveiligingsconcepten-
eenvoudig op de centrale controlepunten worden geimplementeerd. Ik zal
met betrokken partijen zo spoedig mogelijk de implementatie van de
aanbevelingen bespreken.
4 Conclusie evaluatie
Het rapport heb ik voorgelegd en besproken met de meest betrokken
organisaties, te weten de Koninklijke marechaussee, het
Directoraat-Generaal Luchtvaart van het ministerie van Verkeer en
Waterstaat, de Binnenlandse Veiligheidsdienst en de luchthaven
Schiphol. Zij delen mijn conclusie dat er geen aanleiding is om het
systeem van centrale security te heroverwegen.
5 Wetsvoorstel 26 607
Voor een goed begrip van de strekking van het wetsvoorstel acht ik het
nodig eerst in te gaan op de huidige verdeling van taken met
betrekking tot de controle van passagiers en handbagage. Voorafgaand
daaraan dient nog te worden verduidelijkt dat de wijze waarop de
feitelijke inbedding van deze controle plaatsvindt -het onderwerp
waarop hiervoor is ingegaan- geheel los staat van hetgeen in dit
wetsvoorstel wordt voorgesteld. De controle van passagiers en
handbagage wordt op dit moment onder verantwoordelijkheid van de
Koninklijke marechaussee door de particuliere beveiligingsorganisatie,
Seceurop, uitgevoerd, aangezien artikel 37a, eerste lid, onder a, van
de Luchtvaartwet bepaalt dat de veiligheidscontrole wordt verricht
door een particuliere beveiligingsorganisatie welke door de Minister
van Justitie is aangewezen. Na een uitvoerige aanbestedingsprocedure
is met Seceurop een overeenkomst gesloten. In de overeenkomst is
vastgelegd dat het beveiligingsbedrijf voldoende personeel ter
beschikking stelt aan de Staat ter uitvoering van de
veiligheidscontroles als bedoeld in de artikelen 37g tot en met 37i
van de Luchtvaartwet. De controles worden -zoals gezegd-uitgevoerd
onder aansturing en toezicht van de Koninklijke marechaussee. Het
gezag ligt bij de Minister van Justitie. Ik hecht eraan te benadrukken
dat de veiligheidscontroles nimmer door de overheid zelf werden en
worden verricht. Wat betreft de capaciteitsbehoefte stelt de
Koninklijke marechaussee aan Seceurop een netto-behoeftestelling vast.
Deze behoeftestelling is gespecificeerd per dag en is uitgedrukt in
aantallen medewerkers per kwartier. Bij de Eerste Kamer is aanhangig
het wetsvoorstel .Wijziging van de Luchtvaartwet inzake de beveiliging
op de luchtvaartterreinen. (Kamerstukken I 26 607). De Eerste Kamer
bracht daarover op 6 juni 2001 een voorlopig verslag uit waarbij de
VVD-fractie enige vragen van meer technische aard stelde. Dit
wetsvoorstel laat de feitelijke situatie onverlet met uitzondering van
de planning van de inzet van het beveiligingspersoneel. De
beveiligingstaak blijft verricht worden door het beveiligingspersoneel
van Seceurop onder toezicht van de Koninklijke marechaussee en onder
verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie. De wijze van
aansturing van Seceurop wordt evenwel gewijzigd. De
beveiligingsorganisatie wordt niet meer gecontracteerd door de
Minister van Justitie, doch door de luchthaven. De
verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie wordt gestalte
gegeven doordat in de wet zelf alle publiekrechtelijke bevoegdheden
zijn opgenomen om deze te kunnen dragen. De Koninklijke marechaussee
treedt op de luchthaven namens de Minister van Justitie op. Doordat de
Koninklijke marechaussee niet meer de capaciteit behoeft te plannen en
geen coordinerende functie meer vervult in de uitvoering kan zij zich
volledig wijden aan haar eigenlijke taak van het algehele toezicht op
de uitvoering van de beveiliging. Daarmee worden de
verantwoordelijkheden inzake de beveiliging op de luchthavens
verscherpt. Slechts voor zover het proces op de luchthaven niets met
het niveau van beveiliging te maken heeft, houdt de overheidstaak op.
Er is dus geen sprake van dat de beveiliging op de luchthavens zou
worden geprivatiseerd. Wat betreft de controle van passagiers blijft
de zaak ongewijzigd. Deze blijft uitgevoerd worden door Seceurop onder
toezicht van de Koninklijke marechaussee. Het wetsvoorstel bevat
daarenboven op andere onderdelen verbeteringen in het niveau van
beveiliging. Artikel 37ac geeft in heel algemene zin de mogelijkheid
om regels en aanwijzingen te geven niet alleen aan de luchthaven wat
betreft de controle van passagiers, maar evenzeer ten aanzien van de
beveiliging van delen van het luchtvaartterrein, terwijl aan de
luchtvaartmaatschappijen aanwijzingen kunnen worden gegeven voor de
controle op de vracht. In geval van onvoorziene omstandigheden kan de
Minister van Justitie bijzondere aanwijzingen geven. De daaraan
verbonden kosten komen ingevolge het artikel 37ac, tweede lid, voor
rekening van de overheid omdat in een dergelijk geval de luchthaven
niet in de gelegenheid is deze binnen een redelijke termijn door te
berekenen in zijn prijzen.
Het wetsvoorstel strekt ertoe de verplichting na te komen van de
International Civil Aviation Organization (ICAO) tot controle van de
vracht, post en de catering. Daarnaast dient het tot nakoming van
afspraken in het verband van de European Civil Aviation Conference
(ECAC) tot honderd procent controle van ruimbagage. Voorts zal
binnenkort een EU-verordening in werking treden, waarin
gemeenschappelijke basisnormen en een auditsysteem zijn opgenomen. Het
wetsvoorstel schept de bevoegdheden om uitvoering te geven aan de
verplichtingen krachtens de verordening. Verder zijn meer algemene
voorzieningen in het wetsvoorstel opgenomen. De politieke
verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie voor de beveiliging
van de burgerluchtvaart is in de wet opgenomen. De nieuwe
verstrekkende bevoegdheden worden begeleid door een uitdrukkelijke
klachtenregeling bij de Nationale ombudsman.
Voor een overzicht van de verschillen tussen de huidige wet en het
wetsvoorstel verwijs ik u naar bijgevoegde matrix.
6 Conclusie
Het wetsvoorstel biedt een aangescherpte en bredere juridische basis
voor de controle van passagiers. De Minister van Justitie bepaalt de
algemene normen voor de uitvoering van de beveiliging. De Koninklijke
marechaussee ziet toe op de naleving daarvan. Indien de normen niet
worden nageleefd kan de overheid een dwangsom opleggen voor elke dag
dat de luchthaven in gebreke is. Daarnaast kan de overheid ook zelf
maatregelen treffen, waarvan kosten krachtens bestuursdwang worden
verhaald op de luchthaven. Daarenboven is het mogelijk in een situatie
van verhoogd risico op kosten van de overheid extra
controlemaatregelen te gelasten. Aan het voorgaande doet op geen
enkele wijze af het feit dat de inschakeling van het
beveiligingspersoneel niet meer door de Minister maar door de
luchthaven plaatsvindt. De Koninklijke marechaussee krijgt daardoor
meer armslag voor haar eigenlijke toezichthoudende taak op de
uitvoering van de beveiliging.
Verder bevat het wetsvoorstel een geheel nieuwe regeling op het gebied
van ruimbagage en vracht, waarmee tegemoet wordt gekomen aan
internationale verplichtingen. Het kabinet meent daarom dat een
spoedige totstandkoming en inwerkingtreding van het wetsvoorstel voor
de beveiliging van Nederlandse luchthavens van essentieel belang is.
Een gelijkluidende brief heb ik heden verzonden aan de Voorzitter van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Justitie,
Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze
pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie,
telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@minjus.nl,
fax: (070) - 3707594
Laatst gewijzigd: 15-03-2002