AutoRai
19-2-2002
Mercedes-Benz presenteert nieuwste generatie viercilinders
In de loop van dit jaar introduceert Mercedes-Benz een nieuwe
generatie viercilinder benzinemotoren. Deze ultramoderne
krachtbronnen, die in de C-Klasse debuteren zijn later ook beschikbaar
voor de andere modellen.
Op het programma staan vier versies van de ultramoderne 1,8-liter,
allen voorzien van het exclusieve TWINPULSE-systeem dat maximaal
rijplezier combineert met uitstekende souplesse en een minimaal
verbruik. Dit wordt gerealiseerd door de combinatie van verschillende
technologieën zoals drukvulling via de compressor, intercooler, vier
kleppen techniek, variabele kleptiming, Lanchester-balansassen en het
adaptieve gaspedaal.
Het vermogen van de nieuwe viercilindermotor varieert van 105 kW (143
pk) tot 141 kW (193 pk). Vanaf eind 2002 lanceert Mercedes-Benz voor
het eerst een exclusieve, direct ingespoten benzinemotor van 125 kW of
170 pk. s Werelds eerste motor van dit type combineert de
veelbelovende technieken van directe injectie met drukvulling via een
compressor en balansassen. De afkorting CGI op de achterzijde van de
Mercedes-Benz modellen staat voor (Stratified) Charged Gasoline
Injection en is in de toekomst het logo waaraan deze moderne
technologie te herkennen is.
De directe benzine-inspuiting zorgt voor een tot 19 procent lager
brandstofverbruik ten opzichte van de vergelijkbare C-Klasse, maar
biedt toch meer vermogen. Concreet stelt de C 200 CGI zich tevreden
met 7,8 liter loodvrije benzine per 100 kilometer (gecombineerd
verbruik volgens de Europese cyclus*). Meer dan 75 % van het koppel is
al beschikbaar vanaf 1500 omw/min. Bij 3000 omw/min bereikt de direct
ingespoten motor zijn maximum koppel van maar liefst 250 Nm; een
opmerkelijk hoge waarde die constant blijft tot 4500 omw/min.
Overigens moet wel worden opgemerkt dat zwavelhoudende brandstoffen
het verbruiksvoordeel kunnen reduceren.
TWINPULSE: meer dynamiek, minder verbruik
De vergelijking met hun voorgangers bewijst dat de drie nieuwe
viercilindermotoren van Mercedes-Benz voldoen aan alle eisen op het
vlak van zuinigheid en dynamische eigenschappen, zelfs wanneer ze
voorzien zijn van een conventionele inspuiting. Zo trekt de nieuwe C
180 KOMPRESSOR op van 0 tot 100 km/h in 9,7 seconden en haalt hij een
topsnelheid van 222 km/h : 1,3 seconde en 12 km/h sneller dan de
huidige C 180 Limousine.
* Getest met zwavelvrije super plus brandstof
Het brandstofverbruik neemt af met één liter en blijft beperkt tot 8,4
liter per honderd kilometer (gecombineerd verbruik volgens de Europese
cyclus), wat tien procent beter is dan de huidige C 180. Dankzij een
koppel van 220 Nm (15 % meer dan zijn voorganger die 190 Nm haalde),
dat al beschikbaar is vanaf 2500 omw/m, voldoet deze viercilindermotor
aan de strengste eisen op het gebied van trekkracht en souplesse.
De nieuwe C 200 KOMPRESSOR verbruikt 11 % minder dan de huidige C 200
Kompressor. Deze nieuwe viercilindermotor bereikt een maximum koppel
van 240 Nm bij 3000 o/m, tegenover 230 Nm voorheen.
De meest krachtige versie van de nieuwe viercilindermotor, de C 230
KOMPRESSOR (141 kW/192 pk en 260 Nm), wordt aangeboden in de
Sportcoupé. Hij is 0,7 liter per 100 kilometer zuiniger in
vergelijking met zijn voorganger.
Hoog thermisch rendement en zeer gunstige koppelkromme
De Mercedes-ingenieurs zijn er met hun nieuwe generatie viercilindermotoren in geslaagd uitstekende verbruikswaarden te behalen door het werkgebied van de motor te verschuiven naar toerentallen waarbij een optimaal thermisch rendement wordt behaald. De vermindering van de cilinderinhoud tot 1,8 liter maakt het eveneens mogelijk de wrijvingsverliezen en warmteafdracht aan het koelsysteem te beperken, wat een positief effect heeft op het brandstofverbruik.
De viercilindermotoren van de C-Klasse blijven zich onderscheiden door
hun souplesse en buitengewone dynamiek. Deze eigenschappen zijn met
name te danken aan de compressortechniek die de drukvulling verzorgt:
een technologie die op alle motoren van de nieuwe generatie wordt
toegepast.
De unieke combinatie van de met compressortechniek verzorgde
drukvulling en Lanchester balanceertechniek biedt dankzij het
Twinpulse-systeem nog een oplossing voor een principieel conflict dat
al lang bekend is bij de ontwikkeling van viercilindermotoren. De
balansassen compenseren namelijk de principiële, voor
viercilindermotoren onvermijdelijke trillingen en waarborgen op die
manier een rustige, trillingsvrije loop.
Met andere woorden, dankzij de compressortechnologie en de
geavanceerde motortechnologie zijn de nieuwe motoren van Mercedes-Benz
in staat om de trekkracht en het geluidscomfort van een zescilinder te
combineren met het gunstigere brandstofverbruik van een viercilinder.
Lean-burn technologie en uitlaatgas reinigingstechniek met
NOx-accumulator
De directe benzine-inspuiting kent, net als de compressor techniek,
een lange traditie bij Mercedes-Benz. Halverwege de jaren 50 bood de
fabrikant uit Stuttgart deze technologie aan op de 300 SL Gullwing,
het legendarische model met de vleugeldeuren. Deze sportwagen was de
eerste in serie gebouwde auto met een direct ingespoten viertaktmotor:
een revolutie waarmee de zescilinder zijn kracht significant kon
vergroten.
Een belangrijke vooruitgang op het gebied van
uitlaatgasreinigingstechniek en motormanagement technologie hebben
geresulteerd in de oplossing van een bekend technisch probleem: het
produceren van een motor die voldoende arm verbrandt ter verkrijging
van het gewenste lagere brandstofverbruik terwijl gebruik gemaakt moet
worden van een uitlaatgasreinigingstechniek die normaal gesproken het
meest optimaal reinigt bij een lucht/brandstofmengsel van 14.6:1. De
oplossing wordt geboden met een nieuw ontwikkelde
NOx-opslagkatalysator die de stikstofoxiden opslaat gedurende de
periode dat de motor loopt op een mager mengsel (lean-burn). De
stikstofoxiden worden pas vrijgegeven in korte regeneratiefasen, zodat
ze kunnen reageren met andere bestanddelen uit de uitlaatgassen om
zodoende omgevormd te worden tot het onschadelijke stikstofgas.
Dankzij deze technologie, gecombineerd met uitlaatgasrecirculatie en secundaire luchtinblazing, is de C 200 CGI in staat ruimschoots te voldoen aan de toekomstige EU4 emissie-eisen. Tot maximaal 35 % van de uitlaatgassen kunnen worden teruggevoerd, afhankelijk van de belasting van de motor. Zodoende wordt een substantiële reductie van de stikstofoxides in de uitlaatgasemissies bereikt.
Een andere vernieuwing is de lineaire lambdasonde, die bij de koude
start direct geactiveerd wordt en informatie levert over de
samenstelling van de uitlaatgassen. Die informatie wordt door het
motormanagement geanalyseerd, onder meer voor de warmloopperiode. Deze
sonde laat de katalysator toe sneller zijn optimale
bedrijfstemperatuur te bereiken. Een nieuwe, in het netwerk opgenomen
digitale NOx-sensor waarborgt trouwens de optimale sturing van de NOx
opslag katalysator.
Directe injectie met maximumdruk van 120 bar
In een direct ingespoten motor worden lucht en brandstof pas in de
verbrandings-kamer met elkaar gemengd. De brandstof wordt via een
injector in de cilinder ingespoten onder een hoek van 42 graden en met
een druk van 50 tot 120 bar (afhankelijk van de belasting). De fijn
vernevelde brandstof vormt met de luchtdeeltjes een mengsel dat naar
de bougies wordt geleid via de speciaal daartoe gevormde zuigerbodem.
Ter vergelijking: in de viercilindermotor met conventionele injectie
bedraagt de druk waaronder de brandstof wordt ingespoten ongeveer 3,8
bar.
De CGI-motor heeft twee separate luchtinlaatkanalen per cilinder met
elk hun eigen stromingskarakteristiek. Deze kanalen verzorgen een
optimale werveling van het mengsel om zodoende de verbranding zo snel
en volledig mogelijk te laten verlopen. Eén van deze inlaatkanalen
beschikt reeds over een instelbare klep waarmee de werveling kan
worden beïnvloed. De werking van de hogedruk brandstofpomp wordt
gewaarborgd door de inlaatnokkenas. De hoeveelheid druk die heerst in
de leiding (rail), die rechtstreeks verbonden is met de injectoren,
wordt bepaald door een drukregelaar die aangestuurd wordt door de
motormanagement computer.
Bij deellast, met een gemiddelde injectiedruk van 4 tot 5 bar en bij
lage toerentallen, werkt de motor op een arm mengsel, staat de
smoorklep open en is er dus een groot overschot aan lucht. De
Mercedes-ingenieurs noemen dit stratified charging: de brandstof wordt
pas vrij laat ingespoten in de door de zuiger gecomprimeerde lucht.
Buiten deellast en lage toerentallen draait de direct ingespoten motor
op de lucht/brandstofverhouding die ook door gewone motoren met een
katalysator wordt toegepast (Lambda 1).
Aluminium cilinderkop met variabel verstelbare nokkenassen
Alle varianten van de nieuwe Mercedes-motor zijn voorzien van een uit
aluminium legering vervaardigde cilinderkop met zestien kleppen en
twee bovenliggende nokkenassen. In tegenstelling tot de
viercilindermotoren die Mercedes-Benz tot dusver heeft toegepast, zijn
beide nokkenassen variabel verstelbaar. Een nieuw ontwikkelde
schoepenverstelling met geïntegreerd stuurventiel laat toe dat continu
de best aangepaste distributietijd wordt gekozen; dat is een voordeel
voor het koppelverloop bij vollast, maar ook voor verbruik en
uitstoot.
De kleppen worden bediend via roltuimelaars en de speling van de
kleppen wordt gecompenseerd door een onderhoudsvrij hydraulisch
systeem.
Low noise compressor met hoog rendement
De compressor, die op alle nieuwe viercilindermotoren borg staat voor
een voorbeeldige koppelkromme karakteristiek bij lage toerentallen, is
geoptimaliseerd door de Mercedes-ingenieurs. De betere passing van de
rotors in het compressorhuis en het nieuwe materiaal waarmee de rotors
bekleed worden, maken een nog grotere luchtstroom mogelijk. Dit
vergroot het rendement van deze compressor nog verder, in vergelijking
met de mechanische compressor op de oude viercilindermotoren van
Mercedes-Benz. Ter hoogte van de inlaat en drukzijde zijn speciale
breedband geluiddempers toegepast om de geluidsproductie te
minimaliseren.
De samengeperste lucht verlaat de compressor, stroomt door de
intercooler en bereikt op die manier de optimale temperatuur en
dichtheid voor de verbranding. Het inlaatsysteem in kunststof is voor
de CGI niet hetzelfde als voor de conventionele inspuitversie: op de
direct ingespoten motor wordt het systeem nog vòòr de cilinderkop in
twee aparte kanalen per cilinder verdeeld. Per cilinder is steeds één
van deze kanalen voorzien van een elektrisch verstelbare wervelklep
die de werveling van de lucht nog verder versterkt.
Motormanagement computer aan de luchtfilterbehuizing
Het ronde luchtfilter, dat vastzit op het inlaatspruitstuk, biedt een
relatief groot filteringsoppervlak voor zijn beperkte afmetingen. De
elektronische stuureenheid met twee krachtige processoren werd
eveneens aan de zijkant van de luchtfilterbehuizing gemonteerd. Deze
processoren verdelen de complexe taken onder elkaar. De eerste neemt
de real time-processen, zoals de berekening van de ontstekings- en
injectie-impulsen, voor zijn rekening. De tweede neemt de synchrone
functies op zich, zoals de lambdaregeling of de bepaling van het
ontstekingstijdstip en de inspuithoeveelheid.
De computer is in de boordelektronica geïntegreerd via de CAN
(Controller Area Network) gegevensbus en wisselt informatie uit met de
andere computers.
Zoals op alle moderne benzinemotoren van Mercedes-Benz staan alle
onderdelen van de nieuwe viercilinders, waarvan de goede werking
onmisbaar is voor een lage uitstoot, onder het wakende oog van de
elektronica. Dit zogeheten on board diagnosesysteem waarborgt
bijvoorbeeld de continue analyse van het rendement van de katalysator,
de controle van de ontstekingsinstallatie, de elektrische check-up van
de regeneratieklep en de controle van de lambdasonde. Vertoont een van
deze systemen een storing, dan licht in het combi-instrument het
controlelampje check engine op. Tegelijkertijd worden de foutmeldingen
opgeslagen, zodat een servicetechnicus het probleem direct herkent en
de storing kan oplossen.
Typische souplesse van een zescilindermotor
Naast de voorbeeldige vermogenskarakteristiek, het gunstige
brandstofverbruik en een lage uitstoot bieden de nieuwe
viercilindermotoren van Mercedes-Benz nog een voordeel: de typische
rustige loop en een akoestiek die niet onder doen voor die van een
zescilinder. Hiervoor is met name de nieuw ontwikkelde Lanchester
balancering verantwoordelijk. De twee gesmede, meervoudig gelagerde
balansassen zijn onder de krukas gepositioneerd en draaien,
tegengesteld aan elkaar, dubbel zo snel als de krukas. Op die manier
compenseren zij de vanuit het werkingsprincipe onvermijdelijke
massakrachten die gegenereerd worden door onder meer het bewegen van
de zuigers, wat hinderlijke trillingen met zich mee kan brengen. De
afmetingen, de massa en de opstelling van de balansassen zijn precies
aangepast aan de massatrillingen van de viercilindermotor. Deze
techniek zorgt voor een aanzienlijke vermindering van het
geluidsniveau en de trillingen, wat het rijcomfort sterk vergroot.
De aluminium behuizing waarin de balansassen een plaats kregen, zit in
het oliecarter van waaruit het vastgeschroefd werd op het
cilinderblok. De aandrijving gebeurt via een lichtgewicht,
enkelvoudige ketting. De oliepomp van de motor werd eveneens in het
cilinderblok gemonteerd en wordt via twee tandwielen aangedreven door
een van de assen. Het cilinderblok is vervaardigd van onder druk
gegoten aluminium (ter vervanging van het gietijzer van de vorige
viercilinders). Dit levert een essentiële bijdrage aan het lage
gewicht van de nieuwe viercilinders: de motor weegt bijna 167 kg, wat
ongeveer 18 kg minder is dan zijn voorganger (een winst van circa 10
%).
Adaptief gaspedaal zo dynamisch als de bestuurder wil
Verder ontwikkelde Mercedes-Benz een nieuwe techniek die het type bestuurder herkent en de aandrijfkarakteristiek van de motor hierop aanpast. Bij een sportieve bestuurder werkt de elektronica zodanig, dat de C-Klasse ogenblikkelijk reageert op de geringste aanraking van het gaspedaal. Merkt de computer echter dat de bestuurder meer voor comfort kiest, dan past de elektronica het kenveld zo aan, dat de viercilinder zich prima leent tot deze manier van rijden.
Om het type bestuurder direct te herkennen, houdt het systeem alle
pedaal-bewegingen nauwkeurig in de gaten. Het registreert permanent de
acceleratie-manoeuvres en past de gevoeligheid van het gaspedaal aan
naar de verzamelde gegevens.
Deze aanpassing gebeurt continu, in kleine stapjes, om te vermijden
dat de wegligging van de auto en de verwachtingen van de bestuurder
met elkaar zouden conflicteren. Een sportieve rijstijl zorgt ervoor
dat de gasklep verder openstaat dan normaal. De motor speelt zo
spontaner in op de verwachtingen van de bestuurder en bereikt sneller
zijn maximaal acceleratievermogen. Bij een op comfort gerichte
rijstijl kiest de elektronica voor een vlakkere pedaalkarakteristiek
waarbij de gasklep langzamer wordt opengezet bij een even diep
ingetrapt pedaal. De auto versnelt dan vooral op een soepele manier.