Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie
voor Europese Zaken en van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 5 februari 2002 Auteur G.A. Beschoor Plug
Kenmerk DIE/61/02 Telefoon 070-3485005

Blad 1/5 Fax 070-3484086

Bijlage(n) - E-mail die@minbuza.nl

Betreft Geannoteerde agenda Algemene Raad van 18 en 19 februari 2002

Zeer geachte Voorzitter,

Aangezien voor het Algemeen Overleg van 7 februari as. ook de agenda van de Algemene Raad van 18 en 19 februari as. is geagendeerd - naast het verslag van de Algemene Raad van 28 en 29 januari jl. en de agenda van de informele Algemene Raad van 9 en 10 februari as. - heb ik de eer U hierbij, conform de bestaande afspraken, de geannoteerde agenda van de eerstgenoemde Raad aan te bieden.

Graag vraag ik Uw begrip voor het feit dat de annotaties bij deze agenda een minder volledig karakter hebben dan te doen gebruikelijk vanwege de vroegtijdige bespreking in Uw Kamer.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Geannoteerde agenda van de Algemene Raad van 18 en 19 februari 2002

Het Spaanse voorzitterschap laat, in navolging van het Belgisch voorzitterschap, dit agendapunt op elke Algemene Raad terugkeren als overzicht van de werkzaamheden van de andere Raadsformaties - mede met het oog op de voorbereiding van Europese Raden.

De Europese Raad van Barcelona zal plaatsvinden op 15 en 16 maart 2002. Deze Europese Raad zal na Stockholm (2001) de tweede zogenaamde 'voorjaarsraad' zijn, die is gewijd aan het Lissabon-proces. Tijdens de Europese Raad van Lissabon in maart 2000 heeft de Unie zich tot 2010 als doel gesteld "... de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang." Tijdens de Europese Raad in Gotenburg heeft de Europese Raad hier ook een milieudimensie aan toegevoegd.

De bijeenkomst in Barcelona is niet alleen belangrijk aangezien zij moet zorgen voor de uitvoering van de Lissabon-strategie. Nederland meent ook dat deze strategie het juiste antwoord is op de verslechterde economische conjunctuur en stijgende werkeloosheid. Hoewel de meeste lidstaten deze visie delen, bestaat het gevaar dat de verkiezingen die dit jaar in enkele lidstaten zullen plaatsvinden toch leiden tot de neiging om kortstondige, conjunctureel gedreven deeloplossingen te laten prevaleren boven het strategische doel.

Het voorzitterschap zal de stand van zaken in de voorbereiding van de Europese Raad bespreken - er rest nog slechts één Algemene Raad om de voorbereidingen af te ronden (11 en 12 maart as.). Op deze Raad zal waarschijnlijk het syntheserapport van de Commissie centraal staan. Dit rapport is het belangrijkste discussiestuk van de Europese Raad.

De Kamer zal medio februari nader worden geïnformeerd over de Nederlandse inzet ten aanzien van de Lissabon-strategie.

De thema's die onder dit agendapunt zullen worden besproken zijn afhankelijk van de uitkomsten van het 'Gymnich'-overleg van 9 en 10 februari as. (zie de geannoteerde agenda voor het 'Gymnich'-overleg die Uw Kamer zeer binnenkort zal toegaan). Naar verwachting zal de discussie gericht zijn op de financiering van de uitbreiding.

De Commissie zal het eerste voortgangsrapport over de economische en sociale cohesie presenteren, waarin zij een analyse geeft van de ontwikkelingen sinds het verschijnen van het tweede Cohesierapport in januari 2001. Daarnaast kijkt de Commissie vooruit naar de elementen voor het structuur- en cohesiebeleid vanaf 2006 in een uitgebreide Unie. In het voortgangsrapport geeft de Commissie tevens aan dat zij verwacht eind 2003 het derde Cohesierapport te finaliseren, dat uiteindelijk de basis zal vormen voor nadere voorstellen van de Commissie voor het structuurbeleid 2007-2013.

Op de informele Algemene Raad van Evian in september 2000 werd besloten tot het jaarlijks voeren van een prioriteitendebat over het externe optreden van de Unie tijdens de Raad van januari. Dit debat zou zich moeten concentreren op de wijze waarop het externe optreden doeltreffender kan worden gemaakt, op de beleidsprioriteiten in het komende jaar en - in samenhang daarmee - de aanwending van middelen van Categorie IV van de EU-begroting (extern beleid).

De aanslagen van september 2001 zijn van grote invloed op het externe optreden van Unie. De drie basisbeginselen die ik vorig jaar al noemde voor het externe optreden zijn evenwel ongewijzigd: coherentie, coördinatie en adequaat financieel beheer.

Ik zal bijzondere aandacht vragen voor de versterking van de betrekkingen met de landen die zullen grenzen aan de uitgebreide Unie, de strijd tegen het terrorisme, Afghanistan, Indonesië alsmede het EVDB. Voorts zal ik het belang onderstrepen van een nog doelmatiger optreden van de Algemene Raad: bij het bepalen van standpunten moet worden aangesloten bij de diverse instrumenten die de Unie, in het bijzonder de Commissie, tot haar beschikking heeft (o.m. hulp, handel, sancties, contractuele betrekkingen). Daarmee is een daadwerkelijke pijleroverstijgende aanpak gemoeid.

Ik zal ook het belang van effectievere hulpverlening benadrukken. De Unie beschikt in Categorie IV over ruim EUR 34 miljard aan middelen voor de periode 2000-2006. De Commissie moet worden aangemoedigd haar hervormingen met betrekking tot de besteding van deze gelden versneld door te voeren.

In het kader van het oriëntatiedebat zal de Commissie een rapport presenteren over de door de lidstaten geboekte voortgang bij het opstellen van een tijdpad om de 0,7% BNP aan ODA-afspraak te realiseren. Deze afspraak is in de conclusies van de Europese Raad van Laken bevestigd.

Dit agendapunt is een goede illustratie van het voorgaande, nu hier met name de vraag speelt hoe de Unie de veelheid aan instrumenten waarover zij beschikt in de relatie met derde landen op een zo effectief mogelijke wijze kan inzetten. Nederland heeft in dit verband gesuggereerd om in de in voorbereiding zijnde samenwerkingsakkoorden met derde landen een 'terrorismeclausule' op te nemen, dat wil zeggen een bepaling waarin beide partijen zich committeren aan samenwerking in de strijd tegen het terrorisme.

Naar verwachting zal het belangrijkste onderwerp van gesprek zijn de definitieve besluitvorming inzake de EU-politiemissie in Bosnië als opvolger van de UNIPTF-missie, die eind 2002 wordt beëindigd. Zoals bekend heeft de Algemene Raad van 28 en 29 januari jl. op dit punt al een principe-besluit genomen onder het beslag van nadere uitwerking van de organisatiestructuur en aansturing, de veiligheid, deelname van derde landen en de financiering. Aan deze kwesties wordt momenteel gewerkt.

De Raad zal naar verwachting voorts kort de situatie in een aantal Balkan-landen bespreken. Ik zal hierbij verslag doen van mijn reis naar Albanië, Macedonië en Bosnië van 13-15 februari as.

De Raad van 28 en 29 januari jl. heeft meetpunten vastgesteld voor een beoordeling van de relatie tussen de EU en Zimbabwe in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 9 en 10 maart 2002. Nu zal moeten worden beoordeeld of de actuele situatie in Zimbabwe inderdaad dusdanig is, dat conform de besluiten van 28 en 29 januari jl. de consultaties in het kader van art. 96 van het Verdrag van Cotonou moeten worden gesloten en concrete maatregelen, inclusief gerichte sancties, tegen Zimbabwe moeten worden ingesteld.

In het licht van de uitkomsten van de discussie tijdens de informele Raad van 8 en 9 februari zal de Raad zich naar verwachting buigen over de vraag welke concrete actie de Unie kan ondernemen ten aanzien van het Midden-Oosten.

En marge van de Algemene Raad vinden Associatieraden plaats met Estland, Letland en Litouwen. Op de agenda staan onder meer de pre-accessiestrategie, de stand van zaken met betrekking tot implementatie van de desbetreffende associatie-akkoorden, pre-accessiesteun en regionale samenwerking.


Kenmerk

Blad /1

===