Nederlandse Vereniging van journalisten
NVJ vergelijkt vijf sociale plannen
Een goede mobiliteitsregeling voor boventallige werknemers wordt een
steeds belangrijker onderdeel van een sociaal plan. Dit blijkt uit de
vergelijking die NVJ maakte van vijf sociale plannen bij
dagbladbedrijven. De vereniging sloot, samen met andere bonden,
sociale plannen af in 2001 en begin 2002. Ouderenregelingen hebben
dikwijls een centrale plaats in een sociaal plan. Maar het aantal
ouderen dat kan afvloeien is meestal gelimiteerd binnen een bedrijf.
Deze kwestie wordt daarom vaak ondervangen met een aantrekkelijke
vrijwillige vertrekregeling voor boventalligen.
De NVJ is te spreken over de sociale plannen die zij samen met andere
vakbonden van niet-journalistiek personeel afsloot bij Wegener, HDC
Zuid, NDC, Media Groep Limburg en Telegraaf. In een vergelijking die
de vereniging maakte, zijn ook de plannen opgenomen van PCM Uitgevers.
De basis hiervoor vormt het bestaande sociaal plan uit de zogenoemde
Shift-operatie voor niet-journalistiek personeel, dat PCM met de
centrale ondernemingsraad overeenkwam.
De grootste oorzaken die boventalligheid bij de dagbladbedrijven
teweegbrengen, zijn ofwel vergaande bezuinigingsronden of
samenvoegingen van titels. De NVJ concludeert dat bij het afsluiten
van een sociaal plan de vestigingsplaats van het bedrijf in het plan
meegenomen moet worden, met het oog op de kansen voor boventalligen om
ander werk te vinden elders in het eigen concern of extern. Ook moet
rekening worden gehouden met de leeftijdsopbouw van de redactie en de
leeftijd van boventalligen. Naast ouderenregelingen worden goede
mobiliteitsregelingen voor boventalligen steeds belangrijker. Hiermee
kunnen journalisten snel vrijwillig het bedrijf verlaten en elders
werk vinden of een eigen bedrijf beginnen. Bovendien telt de regeling
sterk mee omdat het aantal ouderen dat vervroegd kan afvloeien vaak
snel is 'verbruikt'. Een andere tendens bij sociale plannen is dat
dreigingen van gedwongen ontslagen op korte termijn voor de
boventalligen niet aan de orde zijn.
Bezuinigingen en fusies
- Bij Wegener betrof het sociaal plan aanvankelijk een generieke
maatregel om de bezuinigingen bij alle dagbladen als gevolg van IPW op
te vangen. Bij Wegener's Haagsche Courant werden de IPW-bezuinigingen
mede aangegrepen om te komen tot een inhoudelijke vernieuwing van de
krant. De boventalligheid van de 38 journalisten werd opgevangen met
de Wegener IPW-ouderenregeling alsook met een uitbreiding van de
IPW-mobiliteitsregeling. Bij Wegener WUGO hebben de fusie van Zwolsche
Courant, Apeldoornse Courant en Deventer Dagblad gezorgd voor
ingrijpende wijzigingen. In een nieuwe krant moeten per april 2002 de
extra IPW-bezuinigingen gefaseerd worden opgevangen. De
onderhandelingen voor een sociaal plan moeten hier nog worden
gestart.
- Bij Hollandse Dagblad Combinatie(HDC) Zuid wordt de boventalligheid
veroorzaakt door de samenvoeging van de redacties van het Haarlems
Dagblad, Leidsch Dagblad, de Gooi- en Eemlander, IJmuider Courant en
het Dagblad van Almere.
- De aanleiding bij de Noordelijke Dagblad Combinatie (NDC) voor een
sociaal plan is het opgaan van het Nieuwsblad van het Noorden met de
DGP-kranten in het nieuwe Dagblad van het Noorden.
- Bij de Media Groep Limburg moest een sociaal plan worden afgesloten
vanwege de aankoop van De Limburger door Holdingmaatschappij De
Telegraaf.
- Bezuinigingen bij de Amsterdamse vestiging van Holdingmaatschappij
De Telegraaf, waaronder dagblad De Telegraaf, maakten hier een sociaal
plan noodzakelijk.
- Bij PCM Uitgevers is er volgens de directie geen sprake van
structurele bezuinigingen of reorganisaties met gevolgen voor
redacteuren. Niettemin worden er op dit moment oudere journalisten
gevraagd vrijwillig te vertrekken op basis van de ouderenregeling uit
het zogenoemde Shift sociaal plan. Dit plan werd eerder overeengekomen
voor het niet-journalistieke personeel van PCM. De NVJ bespreekt op
dit moment met de centrale ondernemingsraad van PCM of het mogelijk is
de regelingen uit de bestaande operatie Shift voor niet-journalistiek
personeel te gebruiken als uitgangspunt voor een volwaardig sociaal
plan tussen de bonden en PCM. Overigens houdt de PCM-leiding de boot
af. De NVJ meent dat vooral het verschil in aanvulling van de
vutuitkering bij vrijwillig vertrek van ouderen bij PCM ongunstig
afsteekt bij de regelingen van Wegener en Telegraaf (waar sprake moet
zijn van boventalligheid van de betrokkene).
Leeftijdsverschil
De NVJ merkt eerlijkheidshalve op dat bij een vergelijking tussen de
verschillende regelingen voor ouderen de leeftijd waarop de betrokkene
stopt met werken wel verschil kan uitmaken. Een journalist tussen de
55 en 57,5 jaar die bij PCM Uitgevers vrijwillig in de ouderenregeling
stapt, komt ongeveer op hetzelfde uit als een even oude, maar
boventallige collega bij dagblad De Telegraaf: namelijk een
doorbetaling van loon tot 60 jaar en dan de vutuitkering die zou
gelden op de spilleeftijd (meestal 74%). Een PCM-er van 58 of 59 jaar
ontvangt bij vrijwillig vertrek een loondoorbetaling tot 60 jaar en
vervolgens de spilleeftijd vutuitkering, terwijl boventallige
collega's bij De Telegraaf vanaf hun zestigste een aanvulling op de
vutuitkering ontvangen tot 85% en die bij Wegener 92,5%.
De hoofdpunten van de vijf meest recente sociale plannen bij dagbladbedrijven, aangevuld met de voorwaarden die PCM hanteert:
Ouderenregeling
HDC Zuid: vanaf 57,5 jaar, tot 60 jaar 100% loon, daarna aanvulling
tot Vut/prepensioenpercentage dat voor betrokkene zou gelden op
spilleeftijd;
NDC: vanaf 58 jaar, 95% nettoloon tot behalen van 87,5% van
Vutgrondslag, daarna aanvulling van Vut/prepensioen tot 85% netto;
Media Groep Limburg: vanaf 57,5 jaar, tot 60 jaar 85% brutoloon,
daarna aanvulling van Vut/prepensioen tot 85% bruto;
Telegraaf: vanaf 57,5 jaar, tot 60 jaar 100% loon, daarna aanvulling
van Vut/prepensioen tot 85% bruto (55-57,5 jaar: indien niet
herplaatsbaar krijgen aanvulling tot Vut/prepensioen dat voor
betrokken zou gelden op spilleeftijd);
Wegener: vanaf 55/58 jaar, tot 60 jaar 100% loon, daarna aanvulling
van Vut/prepensioen tot 92,5% netto;
PCM Uitgevers: vanaf 57,5 jaar, tot 60 jaar 100% loon, daarna
aanvulling tot Vut/prepensioenpercentage dat voor betrokken zou gelden
op spilleeftijd (vanaf 55 jaar komt een werknemer in aanmerking voor
deze regeling, maar wordt tot 57,5 jaar niet vrijgesteld van
werkzaamheden).
n.b. de aanvulling tot 100% pensioenopbouw wordt bij alle bedrijven
gegarandeerd
Mobiliteitsregeling
HDC Zuid: staffel afhankelijk van leeftijd, aantal dienstjaren en
tijdsstip van vertrek, maximaal 225% jaarsalaris en minimaal 25%
jaarsalaris;
NDC: staffel afhankelijk van tijdsstip van vertrek, maximaal 130% en
minimaal 40% kantonrechterformule*; Media Groep Limburg: staffel
afhankelijk van leeftijd, aantal dienstjaren en tijdsstip van vertrek,
maximaal 26 en mininimaal 8,5 bruto maandsalarissen;
Telegraaf: staffel afhankelijk van tijdsstip van vertrek, max. 115% en
min. 55% kantonrechterformule*;
Wegener: staffel afhankelijk van leeftijd, aantal dienstjaren en
tijdsstip van vertrek, maximaal 9 en minimaal 0,75 bruto
maandsalarissen (bij Haagsche Courant maximaal 100%
kantonrechterformule);
PCM Uitgevers: staffel afhankelijk van leeftijd, aantal dienstjaren en
tijdsstip van vertrek, maximaal 24 en minimaal 1 bruto
maandsalaris(sen).
* afvloeiingsregel met als basis maandsalaris per dienstjaar,
rekeninghoudend met leeftijd en bijzondere omstandigheden.
Ontslagbescherming
HDC Zuid: na 12 maanden bemiddelen zonder resultaat, wordt
ontslagprocedure gestart;
NDC: na 24 maanden bemiddelen zonder resultaat, overleg met NVJ;
Media Groep Limburg: garantie van geen gedwongen ontslagen;
Telegraaf: na 21 maanden bemiddelen zonder resultaat, wordt
ontslagprocedure gestart;
Wegener: garantie van geen gedwongen ontslagen;
PCM Uitgevers: garantie van geen gedwongen ontslagen.