Economie groeit in 2001 met 1,1%
De Nederlandse economie is in 2001 veel minder gegroeid dan in voorgaande jaren. De volumegroei van het bruto binnenlands product (BBP) is in 2001 uitgekomen op 1,1%. Dit is het laagste cijfer sinds 1993. De economische groei is in de loop van 2001 vertraagd in vergelijking met een jaar eerder. In het vierde kwartaal is de groei nog maar 0,4%. Vooral de groei van de uitvoer is sterk teruggelopen. Ook de consumptiegroei is sterk vertraagd, terwijl de investeringen zelfs lager zijn dan in 2000. De prijsstijging van het bruto binnenlands product is opgelopen tot 4,7%. Dit blijkt uit de eerste ramingen van de Kwartaalrekeningen van het CBS.
Net geen recessie
Na correctie voor kalender- en seizoeneffecten is de kwartaal op kwartaalgroei in het vierde kwartaal 0,0%. Dit geldt ook voor het derde kwartaal.
Nauwelijks nog groei van uitvoer
Het volume van zowel de uitvoer als de invoer van goederen en diensten neemt in 2001 nog slechts toe met 0,9%. Dit is een grote terugval na de hoge groei van respectievelijk 9,5% en 9,4% in 2000. In de loop van 2001 is de groei zeer sterk afgenomen. In het vierde kwartaal van 2001 is het volume van de uitvoer zelfs 4,1% lager dan een jaar eerder. Ook het volume van de invoer is met een daling van 4,7% fors lager. Steeds meer ondervinden Nederlandse exporteurs de gevolgen van de wereldwijde verslechtering van het economisch klimaat.
Bescheiden consumptiegroei
Het volume van de werkelijke individuele consumptie is in 2001 met 1,8% toegenomen en blijft daarmee ver achter bij de groei van 3,5% in 2000. De stijging van de consumptie is al vanaf begin 2001 veel lager dan in 2000. De toename van 1,6% in het vierde kwartaal wijkt nauwelijks af van het jaargemiddelde.
Zowel de consumptie van voedings- en genotmiddelen als van duurzame consumptiegoederen is in 2001 iets gedaald. Vooral de consumptiedaling van duurzame consumptiegoederen is opmerkelijk. In voorgaande jaren nam de consumptie van duurzame goederen beduidend meer dan het gemiddelde toe. Verder is de consumptiegroei van commerciële diensten ook aanzienlijk lager dan in voorgaande jaren. Dit hangt samen met lagere reële bestedingen bij de horeca en aan bank- en verzekeringsdiensten.
Na de hoge groeicijfers in voorgaande jaren zijn de investeringen in vaste activa in 2001 gedaald met 1,1%. De teruggang zit vooral bij de investeringen in machines, computers en vliegtuigen. Bij de machines speelt een rol dat dit jaar minder grote nieuwe projecten in gebruik zijn genomen, zoals energiecentrales of grote installaties. Afgezien van grote projecten en vliegtuigen zijn de investeringen in 2001 iets hoger dan in 2000. De investeringen in bouwwerken zijn toegenomen, vooral dankzij de sterk stijgende investeringen in infrastructuur.
Industriële productie daalt
In samenhang met het verloop van de export laat de industrie de grootste omslag te zien. De industriële productie daalt in 2001 met meer dan 1%. In het vierde kwartaal is de daling zelfs meer dan 3% ten opzichte van een jaar geleden. In het jaar 2000 was de groei nog 4,7%. De groeivertraging in de industrie doet zich over de hele linie voor. Ook in de commerciële dienstverlening ligt de groei in 2001 een stuk lager dan in 2000. Dit geldt zowel voor handel, horeca en transport als voor de financiële en zakelijke dienstverlening. De luchtvaart krimpt als gevolg van de terreuraanslagen in de Verenigde Staten. In de landbouw is de productie lager, vooral door de MKZ.
De bouwproductie stijgt in 2001 met 1%. De belangrijkste impuls komt van de investeringen in infrastructurele werken.
De ontwikkeling van de productie in de niet-commerciële dienstverlening zoals de zorg en de overheid is een uitzondering op het algemene beeld van groeivertraging. Deze bedrijfstak groeit met 3,1%. Dit is ruim het dubbele van de groei in 2000.
Hoogste prijsstijging BBP sinds 1982
De prijsstijging van het BBP is in 2001 uitgekomen op 4,7%. Dit is de hoogste toename sinds 1982. In 2000 steeg de BBP-prijs met 3,7%. De belangrijkste bijdrage komt van de prijsstijging van de consumptie met 4,2%. Daarbovenop komt het effect van de ruilvoetverbetering: de prijsstijging van de export is hoger dan van de invoer, en dat heeft een opwaarts effect op de BBP-deflator. De stijging van deze indicator vlakt overigens af in de loop van 2001.
Technische toelichting
De economische groei wordt afgemeten aan de volumegroei van het bruto binnenlands product (BBP), het totaal van de in het productieproces gevormde inkomens (de 'toegevoegde waarde').
In dit persbericht is de eerste raming van de economische groei in het vierde kwartaal van 2001 en daarmee voor heel 2001 gepubliceerd. Deze "flash-raming" heeft een voorlopig karakter: de cijfers kunnen nog aangepast worden op basis van statistische informatie die de komende tijd beschikbaar komt. Op 11 april aanstaande worden nieuwe cijfers over het vierde kwartaal gepubliceerd, waarbij bovendien meet detailgegevens over het vierde kwartaal worden vrijgegeven. In dit persbericht zijn cijfers over de eerste drie kwartalen aangepast op basis van nieuwe en meer uitgebreide statistische informatie.
Net als de meeste andere Europese landen, presenteert het CBS de kwartaalgroei ten opzichte van de overeenkomstige periode van een jaar eerder. Het optreden van incidentele factoren en werkdageffecten wordt beschreven in de persberichten. Om een indicatie te krijgen van de uiteindelijke groei in een kalenderjaar worden cumulatieve mutaties berekend voor meerdere kwartalen ten opzichte van dezelfde kwartalen een jaar eerder. Voor het signaleren van omslagen of tempowisselingen worden seizoengecorrigeerde mutaties ten opzichte van het voorgaande kwartaal als aanvullende informatie verstrekt (zie de tweede cijferkolom van tabel 1).
De in dit persbericht opgenomen groeipercentages 'ten opzichte van een jaar eerder' zijn niet zonder meer vergelijkbaar met de 'op jaarbasis gebrachte' kwartaalgroeicijfers ('annual rates') van onder andere de VS. In aflevering 3 van de CBS-publicatie De Nederlandse conjunctuur 2000, worden beide methoden uitgebreid besproken. De belangrijkste verschillen zijn de volgende:
Een 'annual rate' is de seizoengecorrigeerde groei ten opzichte van het voorgaande kwartaal (zie de rechterkolom van tabel 1), die op jaarbasis is gebracht door hem op een bepaalde manier tot de vierde macht te verheffen (bijvoorbeeld bij 0,8%: 1,0084). Het cijfer geeft dus weer wat de jaargroei zou kunnen zijn als alle kwartalen met ditzelfde tempo zouden groeien. 'Annual rates' leiden doorgaans tot grotere schommelingen tussen opeenvolgende kwartalen en tussen opeenvolgende ramingen over hetzelfde kwartaal. Door de seizoencorrectieprocedure zijn de 'annual rates' minder objectief en minder vergelijkbaar tussen landen.
De goederenproducenten omvatten de bedrijven in de landbouw, delfstoffenwinning, industrie, energie- en waterleidingbedrijven en de bouwnijverheid. De commerciële dienstverlening betreft handel, horeca, vervoer, post en telecommunicatie en de financiële en zakelijke dienstverlening. De niet-commerciële dienstverlening heeft betrekking op overheid, onderwijs en zorgsector.