---
Kamervragen en antwoorden
---
Uitingen van de BDZ over fregatten met kruisraketten
12-02-2002
Onder verwijzing naar uw brief van 24 januari 2002 met kenmerk 2010204790 bied ik u hierbij aan de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid Harrewijn.
DE MINISTER VAN DEFENSIE,
mr. F.H.G. de Grave
1 Heeft u kennis genomen van de opvatting van de bevelhebber der zeestrijdkrachten, geuit in het blad «Alle hens» dat het goed zou zijn als de luchtverdedigings- en commandofregatten zouden worden uitgerust met kruisraketten? (Dagblad voor West Friesland, 9 januari jl.)
Ja.
2 Is dit een particuliere mening van de bevelhebber der zeestrijdkrachten of wordt er bij de marine serieus gedacht aan deze mogelijke nieuwe behoefte?
3 Deelt u de opvatting van de bevelhebber der zeestrijdkrachten?
4 Is Nederland vanuit de NAVO of andere internationale organisaties verzocht om de mogelijkheid fregatten met kruisraketten uit te rusten in overweging te nemen?
5 Bent u voornemens om onderzoek te doen naar de behoefte aan kruisraketten? Zo ja, waarom? Zo nee, wilt u zich dan scherp distantiëren van de gedane voorstellen?
Binnen het Navo Defence Capabilities Initiative alsmede de EU Headline Goal zijn er tekorten geconstateerd op het gebied van precisiewapens. Het betreft conventioneel geladen precisie geleide raketten, granaten, bommen en autonome systemen, zoals het kruisvluchtwapen.
In mijn brief Europese Veiligheid en Defensie van 25 juni 2001 (kamerstuk 27.400 X nr. 48, vergaderjaar 2000/2001) noem ik de aanvullende behoefte aan precisiewapens voor de krijgsmacht ter invulling van voornoemde door de Navo en EU geconstateerde tekortkomingen.
Ook in mijn brief Defensie en Terrorisme van 18 januari 2002 (kamerstuk 27.925 nr. 40, vergaderjaar 2001/2002) en het bijbehorende eindrapport noem ik het toenemend gebruik en belang van dit soort wapens, zowel vanuit de lucht als vanaf zee.
Thans vindt binnen mijn ministerie een brede inventarisatie plaats naar de verbetering van de capaciteit ter bestrijding van landdoelen, onder meer vanuit zee. Daarbij wordt een grote variëteit aan middelen in beschouwing genomen, waaronder moderne tactische kruisvluchtwapens. De uitingen van de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten moeten in het licht van het voorgaande worden gezien.
Ministerie van Defensie