Partij van de Arbeid
Den Haag, 12 februari 2002
VRAGEN VAN HET LID HINDRIKS (PvdA) AAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE
ZAKEN
1. Heeft u kennis genomen van het artikel in het Algemeen Dagblad over
patenten op Hyperlink?
2. Hoe beoordeelt U deze ontwikkeling?
3. Beschouwt U het patent op Hyperlink als een zogenaamd triviaal
patent dat niet voldoet aan de technische en nieuwheidseisen die in Europa
gelden? Zo nee, waarom niet?
4. Acht U het mogelijk dat onder huidige of toekomstige patentwet- en
regelgeving in Nederland of Europa patenten worden verleend die naar hun
aard overeenkomen met het Amerikaanse British Telecom patent op Hyperlink?
5. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het Europees Octrooi en
de toepassing van artikel 52 van het Europees Octrooiverdrag?
6. Op welke wijze heeft U een actieve rol gespeeld om triviale
octrooien tegen te gaan en te voorkomen?
7. Op welke wijze heeft U de door U toegezegde initiatieven om scherpe
criteria ingevoerd te krijgen genomen?
8. Op welke termijn verwacht U dat bestaande triviale software
octrooien ongeldig worden verklaard ? Bent U voornemens daartoe nadere
acties te ondernemen?
9. Op welke termijn verwacht U dat Nederlandse voorstellen voor het
invoeren van scherpe criteria in Europa ingang kunnen vinden? Welke nadere
acties bent U voornemens daartoe te ondernemen?
10. Bent U bereid om nader overleg te voeren met de Vereniging Open
Source Nederland en de FENIT over het voorkomen van triviale
softwareoctrooien? Kan de Kamer nadere berichten over dat overleg tegemoet
zien?