Ministerie van Algemene Zaken
RIJKSVOORLICHTINGSDIENST
Persbericht
8 februari 2002
WETSVOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE WET LIDMAATSCHAP KONINKLIJK
HUIS
Vandaag is bij de Tweede Kamer ingediend het wetsvoorstel tot wijziging van de wet
lidmaatschap Koninklijk Huis.
De hoofdpunten van het wetsvoorstel zijn:
1. Beperking van het lidmaatschap tot de tweede graad
Het voorstel beperkt het lidmaatschap tot erfopvolgers in de tweede graad.
Erfopvolgers in de derde graad behouden wel hun grondwettelijk recht op erfopvolging.
2. Ministeriële verantwoordelijkheid
De inhoud van de ministeriële verantwoordelijkheid voor de leden van het Koninklijk Huis blijft
ongewijzigd, maar de kring op wie dit betrekking heeft wordt tot de tweede graad beperkt.
3. Overgangsregeling
Integraal onderdeel van het wetsvoorstel is een overgangsregeling, die inhoudt dat Prinses
Margriet en haar zonen hun lidmaatschap behouden totdat zij hun grondwettelijk recht op
erfopvolging verliezen (dat is wanneer zij niet langer in de derde graad verwant zijn aan de
Koning). Voor de zonen van Prinses Margriet is dat op het moment dat Prins Willem-Alexander
zijn moeder opvolgt.
4. Benoeming en ontslag
Nieuw is verder de mogelijkheid van benoeming tot lid van het Koninklijk Huis.
Alleen erfopvolgers die geen lid zijn en hun echtgenoten kunnen worden benoemd als lid.
Voorts wordt de mogelijkheid ingevoerd om iemand te ontslaan uit het lidmaatschap.
5. Titels
Vastgelegd wordt dat alleen de vermoedelijke opvolger als zodanig Prins van Oranje is.
Verder kan de titel Prins der Nederlanden uitsluitend worden gedragen door leden van het
Koninklijk Huis.
De titel Prins van Oranje-Nassau kan eveneens uitsluitend worden verleend aan leden van het
Koninklijk Huis, maar daarvan kan wel worden besloten dat deze titel na verlies van het
lidmaatschap behouden blijft.
RVD, 08.02.2002