EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
http://www.evo.nl
EVO geeft feiten over veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen per spoor
Vanavond zendt Zembla de documentaire 'Gevaar op het spoor' uit. Als
belangenbehartiger van verladers en ontvangers heeft EVO veel kennis
over het vervoer van gevaarlijke stoffen (onder andere per spoor) en
de eisen die hieraan worden gesteld.
EVO is zich bewust van de gevoelens van onveiligheid die leven bij
burgers en lagere overheden. Om een goede maatschappelijke discussie
over dit onderwerp te voeren, heeft EVO samen met de leden van het
Gebruikersplatform Railgoederenvervoer de factsheet 'Veiligheid van
het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor' opgesteld. Hierin
worden de volgende feiten onderbouwd:
* Gevaarlijke stoffen gebruiken we allemaal
* Risicoloos vervoer bestaat niet
* Productie op de plaats van eindgebruik is slechts beperkt mogelijk
* Vervoer van gevaarlijke stoffen voldoet aan strenge eisen
* Het bedrijfsleven werkt zelf actief aan de verhoging van de
veiligheid
* Het materieel en personeel dat wordt ingezet, voldoet aan strenge
eisen
* Voor het vervoer van chloor geldt een extra veiligheidsregime
* Van de overheid wordt een consistent beleid verwacht
* Het gebruik van risiconormen moet in goede verhouding staan tot de
werkelijkheid
* Emplacementen die een te hoge risicocontour kennen, moeten
versneld worden verplaatst.
Factsheet - Veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen per
spoor
* Gevaarlijke stoffen gebruiken we allemaal
Gevaarlijke stoffen zijn noodzakelijk voor de fabricage van
dagelijkse producten zoals schoonmaakmiddelen, bier, kranten,
schoenen en alles wat met energie te maken heeft. Er is dus een
maatschappelijk belang bij het vervoer van gevaarlijke stoffen die
als grondstof voor deze producten worden gebruikt. Eenvoudigweg
afschaffen van gevaarlijke stoffen is geen optie.
* Risicoloos vervoer bestaat niet
Aan elke activiteit en elke vorm van vervoer kleven risico's. De
kans op een calamiteit bij het vervoer per spoor is echter klein.
Die kans wordt echter nooit gelijk aan nul, hoe graag we dat ook
zouden willen.
* Productie op de plaats van eindgebruik is slechts beperkt mogelijk
Een situatie waarin de productie van gevaarlijke stoffen op
dezelfde locatie plaatsvindt als het verwerken hiervan in
eindproducten zou ideaal zijn. De chemische industrie streeft hier
zelf naar, maar een zekere onbalans bestaan tussen vraag en aanbod
van gevaarlijke stoffen blijft altijd bestaan, waardoor vervoer
noodzakelijk blijft.
* Voor het vervoer van chloor geldt een extra veiligheidsregime
Dit houdt in dat een reeks van preventieve maatregelen is genomen.
Dit omvat onder andere de inzet van speciale wagons, een
vrijwillige snelheidsbeperking tot maximaal 60 km/h, het rijden in
de nacht, geen combinatie met andere soorten goederen, het
permanent volgen van de chloortrein, een dubbel
communicatiesysteem voor de machinist en extra opleidingen. Mocht
er toch iets misgaan dan is er een pakket van repressieve
maatregelen om direct de hulpverlening op gang te brengen.
* Vervoer van gevaarlijke stoffen voldoet aan strenge eisen
Er bestaat uitgebreide internationale regelgeving waardoor het
vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor een hoog
veiligheidsniveau heeft. Die regelgeving ligt vast in het
CIM-verdrag, waarvan het RID (het reglement voor gevaarlijke
stoffen) een belangrijk onderdeel vormt. Toepassing van deze
regelgeving zorgt voor een zodanige veiligheid dat gevaarlijke
stoffen als normale goederen vervoerd kunnen worden.
* Het bedrijfsleven werkt zelf actief aan de verhoging van de
veiligheid
De chemische industrie is de grootste klant van het spoorvervoer.
Door invoering van het 'responsible care'-programma wordt door de
chemische industrie voortdurend gestreefd om verbeteringen te
boeken op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu (VGM) en
hierover te communiceren met alle belanghebbenden.
De voorkeur van de chemische industrie gaat uit naar het vervoer
van gevaarlijke stoffen per pijpleiding. Dit is echter niet altijd
mogelijk. Een onderdeel van het 'responsible care'-programma vormt
het SQAS veiligheidssysteem, dat is opgesteld door de chemische
industrie.
Met dit systeem wordt de kwaliteit en veiligheid van het vervoer
gemeten en door een onafhankelijke partij beoordeeld. De
uitkomsten worden gezamenlijk besproken met de railvervoerder
waarna verbeteringen worden doorgevoerd. Daarnaast is er bij
bedrijven meer aandacht voor risicomanagement door het aanstellen
van een veiligheidsadviseur.
* Het materieel en personeel dat wordt ingezet, voldoet aan strenge
eisen
De wagons voor het vervoer van gevaarlijke stoffen hebben een
speciale constructie waardoor de kans op scheuren van de zogeheten
ketelwagens minimaal is. Het ongeval in Visé heeft aangetoond dat
deze wagons zelfs bij een ontsporing met hogere snelheid geen
lekkage vertonen. De machinisten die ingezet worden krijgen een
speciale opleiding voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook
krijgen zij regelmatig een herinstructie en worden de rij- en
rusttijden streng nageleefd.
* Van de overheid wordt een consistent beleid verwacht
Voorkomen moet worden dat we een beleid krijgen dat louter is
gebaseerd op incidenten. De regelgeving ten aanzien van het
vervoer van gevaarlijke stoffen moet hanteerbaar en controleerbaar
zijn. Ook moet een betere afstemming komen tussen de toezicht
houdende instanties (Railned, Inspectie Verkeer en Waterstaat,
Arbeidsinspectie, Regionale Milieu-inspectie VROM en het lokaal
bevoegd gezag), die verantwoordelijk zijn voor het vervoer van
gevaarlijke stoffen. Er is een betere samenwerking nodig in geval
van incidenten.
* Het gebruik van risiconormen moet in een goede verhouding staan
tot de werkelijkheid
De overheid hanteert beleidsmatige (en géén wettelijke) normen
voor de externe veiligheid (individueel en groepsrisico). De wijze
van berekenen van risiconormen is ons inziens teveel gebaseerd op
aannames, vanwege het ontbreken van feitelijke
ongevalstatistieken. M.a.w. er gebeuren te weinig ongelukken,
hetgeen op zich al een teken aan de wand is.
Het gebruikersplatform is voorstander van het scheiden van
risico's en kwetsbare objecten. Er moet bewust ruimte worden
ingeruimd voor activiteiten met bepaalde risico's. De kosten van
het vrijhouden van die ruimte behoren naar onze mening tot de
maatschappelijke kosten. De vrij te houden ruimte kan ingevuld
worden met aangepaste activiteiten, niet zijnde woningbouw.
* Emplacementen die een te hoge risicocontour kennen moeten versneld
worden verplaatst
Bij een aantal spoorwegemplacementen is sprake van overschrijding
van de beleidsmatige risiconormen. Het Gebruikersplatform pleit
voor snelle verplaatsing van deze emplacementen buiten de
stedelijke centra.
februari 2002