Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
Het weer nader verklaard
IJsbergen spelen Volvo Ocean Race parten
De zeilteams die deelnemen aan de Volvo Ocean Race ondervinden
momenteel bij de Zuidpool veel hinder van rondrijvende ijsbergen. In
de mist zijn de kleinere ijsbergen vaak moeilijk te zien, waardoor de
race soms uiterst riskant is.
In bergachtige, koude streken schuiven gletsjers ongeveer een meter
per dag. Zodra ze de zee bereiken, breken er grote stukken af en dat
zijn de ijsbergen. Op het Noordelijk Halfrond worden per jaar zo'n
12000 ijsbergen gevormd, waarvan er 8000 ontstaan langs de Groenlandse
westkust. Een kleine 400 ijsbergen drijven met de koude Labradorstroom
zuidwaarts tot bij Newfoundland. Daar zijn ze een gevaar voor de
scheepvaart, zoals de Titanic op 15 april 1912 ondervond. Vooral de
kleinere brokken waarin ijsbergen uiteenvallen zijn gevaarlijk, omdat
de radar die niet ziet. Mist die vaak in gebieden met smeltend ijs
optreedt maakt het nog gevaarlijker.
Door wind en zeestromen leggen ijsbergen 20 tot maximaal 100 kilometer
per dag af; de grootste houden het in water van 20 graden soms een
maand uit. Ten zuiden van Newfoundland komen de ijsbergen in het water
van de warme Golfstroom met een temperatuur van 18 tot 20 graden.
Zodra zo'n ijsberg in de Golfstroom terecht komt smelt hij binnen een
week weg. Soms houden ze het een maand vol en komen ze verder naar het
zuiden. In 1926 is er zelfs een gezien bij de Bermuda eilanden.
Omdat ijs in gewicht 10% lichter is dan water, ligt 90% van de berg onder water. Dat betekent niet, dat een ijsberg van 10 meter hoog, tot 90 meter onder water zit, zoals wel wordt beweerd. Van een ijsberg zijn alleen de uitstekende delen boven het water zichtvaar en niet de brede basis die onder water ligt. IJsbergen zijn groot; de meeste hebben een hoogte van 50 meter, maar dat is altijd de hoogte van een flat van 20 verdiepingen. Sommige steken meer dan 100 meter boven het water uit, vergelijkbaar met de Utrechtse Domtoren. In de Baffin Baai is ooit een ijsberg van 215 meter hoogte gesignaleerd.
In april 2000 maakte een ijsberg van 295 kilometer lengte en 37 kilometer breedte zich los van de Antarctische kap. De ijsberg dreef in het ijskoude water langzaam noordwaarts naar de zuidelijke Atlantische Oceaan. In tegenstelling tot het Noordelijk Halfrond zijn ijsbergen hier niet aan seizoenen gebonden en komen ze het hele jaar voor. De grootste die hier ooit gezien is had een lengte van ruim 300 kilometer en een breedte van bijna 100 kilometer. Ter vergelijking: de afstand Groningen-Maastricht is ongeveer 240 kilometer!
Met dank aan Nicole van Lipzig, KNMI en Hugo Poppe, Katholieke
Universiteit Leuven
* Neerslag op Antarctica gevoelig voor temperatuurschommelingen
IJsvorming in het weer nader verklaard
Index het weer nader verklaard
Laatste wijziging: 6 februari 2002
Vragen en reacties:
Harry Geurts, PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI