Partij van de Arbeid

Den Haag, 6 februari 2002

BIJDRAGE VAN JAAP JELLE FEENSTRA (PvdA) AAN HET ALGEMEEN OVERLEG OVER DE NOTA AGROLOGISTIEK

De agrologistiek omvat transport, opslag, distributie en de logistieke regie van goederen in de agro-ketens, zowel food als non-food.

De economische betekenis van de agrologistiek in termen van meerwaarde en werkgelegenheid is betekenisvol, maar dat geldt ook voor de problemen. Eén op de drie vrachtauto's vervoert agro-gelieerde producten, 97% van de agro-producten gaat over de weg. De agrologistiek kent daarmee de bekende mobiliteitsproblemen en daarbovenop sectorspecifieke problemen.


* Algemeen: afnemende betrouwbaarheid bij aflevering door congestie; moeizame bereikbaarheid in met name de stedelijke distributie; versnippering en doorsnijding van het landelijk gebied; milieudruk.


* Sectorspecifiek; kwetsbare afleveringstijden (afnemende daglengte, in 5 jaar 45% stijging voertuigverliesuren bij zelfde aantal voertuigkilometers); veterinaire risico's (MKZ).

De som van al deze problemen mag een uitdaging worden genoemd. Terecht en goed dat deze nota er dan ook ligt, ook als actualisatie van de nota van 1997 en het congres van 1998. Wat zijn daarvan overigens de resultaten geweest?

De nota en de brief staan vol van goede wil, ronkend jargon en aanzetten tot aansprekende projecten. De druk door de problemen brengt de sector tot initiatieven. Maatschappelijk verantwoord willen ondernemen helpt daarbij, maar bovenal zijn marktdruk en eerlijke prijzen (internaliseren) en dus beleid (nationaal en EU) nodig ten gunste van innovatie, efficiency en transportpreventie.

Voortbordurend op de genoemde projecten bepleiten wij concretisering en regie.


* Concretisering: de PvdA wil een Top 10 van concrete projecten zien, die we jaarlijks kunnen volgen.

* Regie: de PvdA wil dat het Rijk de publieke belangen veilig stelt (mobiliteit, ruimtelijke ordening, milieu) in een verplichtend overleg met provincies en gemeenten en met partijen uit de agrologistieke keten.

Een aanzet van onze kant:

1. Water: de binnenvaart heeft nog enorme potenties. Nodig is het benoemen van concrete projecten voor volumeverladers (voeders, mest, bier), maar ook voor producten met passende aflevertijden.

2. Spoor: het Europees goederenvervoer krijgt via het EU-Witboek (het algemeen overleg daarover is nu verplaatst naar 7 maart as.) een revival; TEN, internalisering en voor goederenvervoer vanaf 2006 wederzijdse netopenstelling. Nederland biedt dan capaciteit (naar het oosten de Betuwelijn en mogelijk de HSL-Oost, naar het zuiden de HSL-Zuid en mogelijk de VERA-lijn) en ervaring (Versshuttle Milaan), maar Efforrt (zie onze vragen van september 2001) leert dat bijeenbrengen van voldoende verladers, het doorbreken van nationale monopolies een moeizame zaak is. Ook ontbreekt het nog aan een soepele klantgerichte instelling bij de vervoerders. Van de PvdA hadden LNV en V&W partijen steviger mogen aanspreken op het organiseren van oplossingen. Nodig is een sterkere regie om de internationale (TEN) en nationale netwerken te gebruiken, om een vliegende start vanaf 2006 - of eerder - mogelijk te maken.

3. Weg: de blijvend hoge wegdominantie maakt een slag nodig ten gunste van efficiency, milieu en transportpreventie. Concrete projecten moeten worden benoemd die de overlast van wegtransport in met name woongebieden verminderen; zie het Westland.

4. Ruimtelijk clusteren: nu staat 35% van de agro-distributiebedrijven zichtbaar in het buitengebied en de groene contouren; zie Schuitema bij Woerden. Nodig is het aanwijzen van passende locaties waar logistieke functies kunnen worden gecombineerd (spullen van AH gaan mee met vrachtwagens van De Boer en omgekeerd). Regionale dienstverlening vanuit strategisch opgezette regionale projecten: zijn de provincies en de regelingen (TIPP, herstructurering bedrijventerreinen) hier voldoende op toegericht? Is hierin in NVVP en de Vijfde nota voorzien?

5. Stad: nodig zijn enkele concrete projecten en innovaties met betrekking tot stedelijke distributie. Kan bijvoorbeeld het OLS (Aalsmeer-Schiphol) een stedelijke variant krijgen? Kan bijvoorbeeld waterdistributie via grachten worden gebruikt?

6. ICT: dit geeft een toename van de mobiliteit door fijn-distributie, maar ICT is ook een deel van de oplossing (mainport/brainport) via tracking and tracing. Nodig is bijvoorbeeld het opzetten van een virtuele veemarkt, als bijdrage aan transportpreventie en reductie veterinaire risico's.

7. Regie: nodig is een niet vrijblijvende regie vanuit de rijksoverheid, ook tussen de departementen LNV, VROM, V&W en EZ, mét de provincies en gemeenten vanwege de regionale schaal, mét de aanbod- en vraagzijde vanwege de generieke én sectorspecifieke aanpak, mét aandacht voor de internationale context (EU-Witboek, TEN-netwerk, internalisering externe kosten).

Afsluitend: nodig zijn concrete projecten plus een regieplatform plus een jaarlijkse rapportage. Dat stelt de Kamer in staat het proces te volgen, bij te stellen en de implementatie van maatschappelijk wenselijke ontwikkelingen zeker te stellen.