Ingezonden persbericht
Universiteit Maastricht
5 februari 2002
Embargo tot woensdag 6 februari 17.30 uur
Congres ter ere van Dr. Wim Duisenberg
Thema: Invoering Euro leidt tot meer "grensoverschrijdende economie"
De invoering van de Euro is een stimulans voor het grensoverschrijdende koopgedrag in de Euregio. In de vier grootste steden Maastricht, Aachen en Hasselt verwacht één op de vijf en in Liège één op de drie consumenten dat ze vaker over de grens gaan winkelen. Opmerkelijk is dat er nagenoeg geen consumenten zijn die verwachten dat ze in de toekomst minder vaak in het buitenland gaan winkelen. Zelfs consumenten die verwachten dat de prijsverschillen tussen de landen zullen afnemen, verwachten niet dat ze minder vaak grensoverschrijdend gaan winkelen. Dit komt vooral omdat niet de prijsverschillen maar de afwisseling de belangrijkste reden is om in het buitenland, alhans in de buitenlandse steden, te gaan winkelen. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Maastricht. Gekeken is niet alleen naar het prijsniveau maar ook naar bereikbaarheid, parkeergelegenheid, winkelaanbod, inrichting en uiterlijk van winkels, uit-straling van de stad, sfeer in de stad en winkelpersoneel.
Naast het grensoverschrijdende koopgedrag, hebben onderzoeksinstituten van
de Universiteit Maastricht tevens onderzoek gedaan naar de Euregionale
arbeidsmarkt en zijn fiscale belemmeringen en de mogelijkheden en
moeilijkheden van grensoverschrijdende samenwerking in ruimtelijke ordening
en criminaliteit in de Euregio.
De bij het onderzoek betrokken instituten zijn het Euregionaal Centrum voor
Markt- en Overheidseconomie (Eurecom), het Economische Technologisch
Instituut Limburg (ETIL bv), het Researchcentrum voor Onderwijs en
Arbeidsmarkt (ROA) en het Maastrichts Europees instituut voor Transnationaal
Rechtswetenschappelijk Onderzoek (Metro). Het onderzoek is uitgevoerd in
opdracht van de Gemeente Maastricht.
De resultaten worden op woensdag 6 februari gepresenteerd tijdens het
congres Eén munt, één Euregio?".
Aan eregast president dr. W Duisenberg van de Europese Centrale Bank zal bij
die gelegenheid de Maastricht Award for European Economic Integration van de
Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde worden uitgereikt
voor zijn grote bijdrage aan de economische integratie in Europa.
Aachen goedkoopste winkelstad
Aachen blijkt de goedkoopste winkelstad. Hasselt is het best bereikbaar.
Geen van de steden scoort echt goed wat betreft parkeervoorzieningen, al is
op dit punt Hasselt het best. Ook blijkt dat het winkelaanbod in alle vier
steden goed tot zeer goed is. De inrichting en het uiterlijk van de winkels
in Hasselt en Maastricht zijn zeer goed, in Aachen goed en in Liège
redelijk. Qua uitstraling scoren Hasselt, Maastricht en Aachen zondermeer
goed en Liège redelijk. Qua sfeer ont-lopen de steden elkaar niet veel. In
alle vier de steden is de sfeer goed tot zelfs zeer goed. In Hasselt,
Maastricht en Liège vinden de consumenten de kwaliteit van het personeel
redelijk goed en in Aachen redelijk.
Het percentage inwoners van de Euregio Maas-Rijn dat grensoverschrijdend
winkelt is de afgelopen drie jaar opgelopen van 74 in 1998 tot 80 in 2001.
Kleding is het populairste koopproduct, op grote afstand gevolgd door
levensmiddelen. De invloed van de factory outlets in Maasmechelen en
Roermond is (nog) niet duidelijk. Door meer te doen aan gezamenlijke
promotie kan de Euregio het beste profiteren van de toename van het
grensoverschrijdend winkelen en kunnen gericht ook bezoekers van buiten de
Euregio worden aangetrokken.
Gescheiden arbeidsmarkten
De onderzoeksbevindingen leiden tot de conclusie dat vooralsnog niet
gesproken kan worden van één Euregionale arbeidsmarkt. De pendelstromen
hebben een geringe omvang. De feitelijke arbeidsmarktsituatie verschilt
duidelijk per regio binnen een Euregio. Zogenaamde 'glijdende overgangen'
rond landsgrenzen als overgangsgebieden tussen de verschillende regio's zijn
daardoor onvoldoende aanwezig. Daarnaast heeft iedere regio zijn eigen
arbeidsmarktinformatie met eigen definities, registraties en kengetallen.
Tegelijkertijd geven de onderzoeksbevindingen aan dat er mogelijkheden
liggen om die éne Euregionale arbeidsmarkt verdere impulsen te geven.
Een mogelijke oplossingsrichting voor de discrepanties op de Euregionale
arbeidsmarkt ligt in grenspendel. Het aantal grenspendelaars in de twee aan
de provincie Limburg grenzende Euregio's blijkt kleiner te zijn dan vanuit
sociaal-economisch oogpunt wenselijk is. Toch is de bereidheid tot
grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit groot. Het is dan ook zaak om een
aantal belangrijke obstakels voor grenspendel uit de weg te ruimen. Het gaat
dan met name om belemmeringen op fiscaal gebied en de sociale zekerheid
(pendel tussen België en Nederland) en bestaande vooroordelen en
taalproblemen (pendel tussen Duitsland en Nederland). Maar bovenal is er
behoefte aan een betere informatie-voorziening, zowel bij werknemers als
werkgevers.
Juridische obstakels
Bij de belemmeringen op fiscaal gebied en sociale zekerheid speelt het
volgende. In het dubbelbelastingverdrag Nederland-België is de
heffingsbevoegdheid over inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid onder
voorwaarden toegewezen aan de woonstaat. In het dubbelbelastingverdrag
Nederland-Duitsland is de heffingsbevoegdheid toegewezen aan de werkstaat.
Op Europees vlak is nog geen sprake van harmonisatie van de directe
belastingen; het subsidiariteitsbeginsel speelt een belangrijke rol.
De hoofdregel van de Europese regelgeving wijst de verzekeringsplicht toe
aan de werkstaat. Dit betekent voor de Belgische grensarbeider die in
Nederland werkt en de Nederlandse grensarbeider die in België werkt dat de
belasting- en verzekeringsplicht uiteen lopen met alle gevolgen van dien. De
Europese regelgeving coördineert de sociale zekerheidsstelsels van
Nederland, België en Duitsland, maar harmoniseert deze niet. Hieruit vloeien
ook de nodige problemen voort.
Sinds jaren wordt er samengewerkt tussen de Nederlandse, Belgische en Duitse
politie. Deze samenwerking is gebaseerd op verdragen en bilaterale
samenwerkingsovereenkomsten. Het Benelux-verdrag staat Nederlandse
politieambtenaren onder bepaalde voorwaarden toe om binnen een zone van 10
kilometer een achtervolging voort te zetten op Belgisch grondgebied. De
Nederlandse politie mag een verdachte binnen deze zone ook staande houden.
Onder bepaalde voorwaarden mag de Nederlandse politie een achtervolging
voortzetten op Duits grondgebied, waarbij er volgens de Duitse verklaring
bij de Schengen-Uitvoeringsovereenkomst geen beperkingen zijn wat betreft
afstand en tijd.
Op terreinen zoals het milieubeleid, de ruimtelijke ordening, ook de
bescherming van de natuur, allemaal gebieden waar de (lokale) overheid als
zodanig zijn verantwoordelijkheden moet nemen, is samenwerking vooreerst
complex. Het grote probleem hierbij is natuurlijk allereerst de territoriale
gebondenheid van de overheidsbevoegdheden. Verder speelt een rol dat men
over gebrekkige kennis van de andere rechtssystemen beschikt. Hiermee hangt
min of meer samen dat het moeilijk is om de juiste gesprekspartner te vinden
omdat de bevoegdheidsverdeling grote verschillen kent. Voorts is het nog
steeds zo dat de grensoverschrijdende samenwerking vooral of bijna
uitsluitend werkt in win-win situaties.
Toch is het niet helemaal kommer en kwel: langzamerhand begint er op
internationaal, Europees, bilateraal, nationaal en met name op (Eu)regionaal
gebied aandacht te ontstaan voor lokale grensproblemen wat het milieu, de
ruimtelijke ordening en het natuurbehoud betreft.
Oplossingsrichting
De ene Europese muntsoort is geen panacee voor alle problemen in
grensgebieden als de Euregio's. De toegenomen vervlechting, inclusief de
ruimte zonder binnengrenzen binnen de Europese Unie leidt niet onmiddellijk
tot een facilitering van de samenwerking in de grensstreken. In tegendeel
zou men haast beweren: hoe meer mogelijkheden er ontstaan voor particulieren
en bedrijven om 'goederen, personen, diensten en kapitaal' aan de overzijde
van de grens te verkrijgen of aan te bieden, hoe sterker de druk komt te
liggen bij grensgemeenten, grensregio's en grensprovincies om zich bezig te
houden met de hele variëteit aan grenscontacten. Denk aan
grensoverschrijdende sociale zekerheid, gezondheidszorg, het
vestigingsklimaat, fiscale aspecten, bedrijventerreinen, woningbouw,
vergunningenbeleid en dergelijke, een heel scala dus.
Vanuit een gedegen kennis van de juridische en economische kennis van de complexe situatie en grensgebieden als de Eureogio Maas-Rijn moeten de hindernissen die voortvloeien uit het feit dat het gebied is opgebouwd uit verschillende nationale staten worden omgezet in voordelen. Hierbij moeten we beseffen dat de juridische en economische verschillen in de toekomst niet zullen verdwijnen, ook niet door de komst van de euro. Wel wordt het effectief omgaan met deze problematiek voor de Euregio belangrijker.
Noot voor de pers:
Het complete onderzoeksverslag is als boek en pdf-bestand beschikbaar. Voor
het bijwonen van het congres zijn voor de media nog plaatsen beschikbaar.
Aanmelden - voor zover dat nog niet is gebeurd - via
mailto:pers@bu.unimaas.nl. Het congres vindt plaats in de aula op de
Minderbroedersberg 4-6 in Maastricht, aanvang 16.00 uur.
De afdeling Communicatie van de Universiteit Maastricht is bereikbaar via
tel. 043-388 2044. Buiten kantooruren 06 21276512. De persberichten van de
UM staan ook op internet www.pers.unimaas.nl.