Partij van de Arbeid
Den Haag, 5 februari 2002
VRAGEN VAN HET LID DE CLOE (PvdA) AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN
KONINKRIJKSRELATIES
1. Heeft u kennis genomen van en wat is uw eerste reactie op de verwachting
van één van de begeleiders van het project Duale Gemeenten dat het overgrote
deel van de gemeenten de verordeningen aanpast aan de nieuwe wet, maar
verder vasthoudt aan de oude werkwijze? Bent u voornemens aan deze
verontrustende situatie wat te doen en zo ja op welke wijze? (1)
2. Waarom is de Tweede Kamer niet geïnformeerd over het voornemen om de
verplichting tot het instellen van een griffier pas te laten ingaan op 7
maart 2003? Op welke wijze wordt de invoering van de Wet dualisering
gemeentebestuur per 7 maart 2002 vorm gegeven?
3. Kan op korte termijn, nu de minister al op 20 december 2001 heeft
meegedeeld dat hij zich een redelijk beeld heeft gevormd van de mogelijke
kosten die voortvloeien uit de invoering van een dualistisch gemeentelijk
bestel en in de Najaarsnota de verwachting had uitgesproken dat in januari
2002 met de VNG overeenstemming zou worden bereikt over de financiële
gevolgen van die invoering, duidelijk worden gemaakt wat gemeenten in
financiële zin van het Rijk mogen verwachten? (2)
(1) Zie Binnenlands Bestuur, 1 februari 2002, waar melding wordt gemaakt
van een gesprek met dualiseringsadviseur Pröpper.
(2) Zie kamerstuk 27 751, 20 december 2001, Eerste Kamer, nr. 10b en
28144, Tweede Kamer, nr.3