European Commission

IP/02/191

Brussel, 4 februari 2002

Auteursrecht: Commissie zet inbreukprocedures tegen België en Denemarken voort

De Europese Commissie heeft besloten om de inbreukprocedures tegen België en Denemarken wegens onvolledige omzetting van Richtlijn 92/100 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten voort te zetten. De uiterste datum voor de omzetting van de richtlijn was 1 juli 1994. De Commissie heeft besloten België een formeel verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies te sturen waarin dit land wordt opgeroepen bepalingen van de richtlijn met betrekking tot de verhuur en openbare uitlening van auteursrechtelijk beschermde werken en andere zaken in nationaal recht om te zetten. De Commissie heeft tevens besloten een met redenen omkleed advies tot Denemarken te richten, waarin dit land wordt verzocht zijn nationale voorschriften in overeenstemming te brengen met de bepalingen inzake het distributierecht in deze zelfde richtlijn. Het met redenen omklede advies is de tweede fase van een inbreukprocedure op grond van artikel 226 van het EG-Verdrag. Als binnen twee maanden na ontvangst van dit advies geen bevredigend antwoord van de betrokken lidstaat wordt ontvangen, kan de Commissie besluiten de zaak bij het Europese Hof van Justitie aanhangig te maken.

België openbare uitlening van werken

De Europese Commissie heeft besloten om een formeel verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies tot België te richten waarin dit land wordt opgeroepen bepaalde voorschriften van Richtlijn 92/100/EEG betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten in nationaal recht om te zetten. Hoewel de omzettingstermijn voor deze richtlijn al in 1994 is verstreken, heeft België nog altijd niet de uitvoeringsbepalingen inzake het openbare uitleenrecht vastgesteld.

Op grond van de richtlijn (artikelen 1 en 5) hebben de auteurs of andere rechthebbenden het uitsluitende recht openbare uitlening van hun auteursrechtelijk beschermde werken en anderszins beschermde zaken toe te staan of te verbieden. De lidstaten mogen van dit recht afwijken en dit omzetten in een recht op vergoeding van ten minste de auteurs. Zij kunnen ook bepaalde categorieën openbare instellingen van betaling van een uitleenvergoeding vrijstellen.

Aangezien België bepaalde voorschriften van deze richtlijn niet heeft omgezet, wordt in deze lidstaat geen uitleenrecht betaald. De verstoring van de interne markt die hiervan het gevolg is, en de schade die hierdoor sinds 1994 door de rechthebbenden, ongeacht hun nationaliteit, wordt geleden, zijn de reden waarom de Europese Commissie tegen België, dat tot dusver geen oplossing van het probleem heeft voorgesteld, een inbreukprocedure heeft ingeleid.

Denemarken - distributierecht

De Commissie heeft besloten om ook Denemarken een met redenen omkleed advies wegens niet-nakoming van een aantal specifieke bepalingen van Richtlijn 92/100/EEG te sturen. Volgens artikel 9 hebben uitvoerende kunstenaars, producenten van films en fonogrammen en omroeporganisaties het uitsluitende recht om toe te staan of te verbieden dat zaken die door hun rechten zijn beschermd, ter beschikking van het publiek worden gesteld. Dit zogenaamde distributierecht wordt slechts uitgeput wanneer de zaak in kwestie door de rechthebbende of met diens toestemming voor de eerste maal in de Gemeenschap wordt verkocht.

Volgens de Deense voorschriften kan dit distributierecht alleen worden uitgeoefend wanneer de zaak in kwestie werd geproduceerd binnen de Europese Economische Ruimte (EER de Europese Unie plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein). Daardoor valt de distributie van dergelijke zaken (zoals cd's of video's) die niet in de EER zijn geproduceerd buiten de controle van de rechthebbenden, wanneer zij in Denemarken in de handel worden gebracht.

Deze situatie is in strijd met de richtlijn waarin nadrukkelijk is bepaald dat het distributierecht in de Gemeenschap slechts wordt uitgeput wanneer de zaak in kwestie door de rechthebbende of met diens toestemming voor de eerste maal in de Gemeenschap, en niet elders, wordt verkocht. Bovendien wordt de werking van de interne markt hierdoor verstoord: de rechthebbenden kunnen in de andere lidstaten een beroep doen op het distributierecht voor zaken die uit een niet-EER-land afkomstig zijn en via Denemarken in de EER zijn ingevoerd, en de distributie ervan tegenhouden.

Tot op heden is men er niet in geslaagd om met de Deense overheid een oplossing te vinden die een eind aan deze inbreuk maakt.

Details over lopende inbreukprocedures tegen alle Lidstaten zijn beschikbaar op de Europa webside:

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h tm#infractions