Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DN. 2001/4306
datum
04-02-2002
onderwerp
Voortgang houtcertificering
TRC 2002/919
bijlagen
Geachte Voorzitter,
In antwoord op uw brief van 14 -11-2001 bericht ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het volgende.
In het kader van de uitwerking van onze beleidsreactie op het KPMG-rapport betreffende de evaluatie van de minimumeisen voor houtcertificering in Nederland zijn inmiddels gesprekken gevoerd tussen de overheid en betrokkenen uit de sector om te komen tot een nadere uitwerking van bedoelde beleidsreactie. Die gesprekken hebben in eerste aanleg betrekking gehad op de wijze waarop houtcertificering kan worden ingepast binnen de systematiek van de Raad voor Accreditatie. Die gesprekken zijn inmiddels afgerond.
datum
04-02-2002
kenmerk
DN. 2001/4306
bijlage
Vervolgens heeft op 10 -01-jl. onder leiding van de
directeur-generaal Milieubeheer van het ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in aansluiting
daarop een breed overleg plaatsgehad met bij deze materie betrokken
maatschappelijke groeperingen. In dat overleg is duidelijk gemaakt hoe
houtcertificering binnen de syste-matiek van de Raad voor Accreditatie
kan worden ingepast en hoe die inpassing vorm zal worden gegeven. Wat
dit laatste betreft, is het van belang dat er een nationale
beoor-delingsrichtlijn wordt opgesteld op basis waarvan instellingen
die op het terrein van houtcertificering als certificeringinstelling
door de Raad voor Accreditatie kunnen worden geaccrediteerd. De
geaccrediteerde instellingen kunnen vervolgens bedrijven die
verant-woord geproduceerd hout produceren en bedrijven die verantwoord
geproduceerd hout op de Nederlandse markt brengen, certificeren. Deze
gecertificeerde bedrijven mogen dan een door de minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en mij
aangewezen beeldmerk voeren dat ook op het hout dan wel op de bij het
hout mee te leveren bescheiden moet worden aangebracht. Dit laatste is
van belang voor de herkenbaarheid van hout dat verantwoord is
geproduceerd.
De nationale beoordelingsrichtlijn zal in opdracht van het ministerie
van VROM en mijn ministerie op basis van onderzoek, in samenspraak met
een begeleidingscommissie die wordt samengesteld uit inhoudelijk bij
duurzaam bosbeheer betrokken organisaties, worden ontwikkeld. In de te
ontwikkelen nationale beoordelingsrichtlijn zullen de huidige
minimumeisen voor duurzaam bosbeheer opgaan. Het onderzoeksresultaat
zal vervolgens aan ons ter instemming worden voorgelegd. Nadat wij met
de nationale beoordelings-richtlijn hebben ingestemd, zal deze bekend
worden gemaakt in de Staatscourant en aan de Raad voor Accreditatie
worden aangeboden. Die beoordelingsrichtlijn zal dan de grondslag
vormen voor het accrediteren van instellingen als
certificatie-instelling op het terrein van duurzaam bosbeheer. Naar
schatting zal de totstandkoming van de nationale beoordelingsrichtlijn
zes maanden vergen, te rekenen vanaf begin 2002.
De statuten en de daarop gebaseerde reglementen van de Raad voor
Accreditatie voorzien in regels met betrekking tot het toezicht op
enerzijds de geaccrediteerde certificatie-instellingen en anderzijds
de gecertificeerde (bos)bedrijven. Te voorzien valt dat ten behoeve
van het beheer van de nationale beoordelingsrichtlijn door ons een
stichting in het leven zal worden geroepen die als centraal college
van deskundigen zal gaan functio-neren en waaraan eventuele andere
taken zullen worden opgedragen, zoals het betreffende aanvullend
toezicht. Ten einde de invloed van de rijksoverheid te waarborgen, zal
met de Raad voor Accreditatie een op de raamovereenkomst aanvullende
overeen-komst worden gesloten. Daarnaast zullen door de Raad voor
Accreditatie met de te accrediteren instellingen zogeheten
acceptatieovereenkomsten worden gesloten.
Ik hoop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
---