Gemeente Amsterdam


-

Verzelfstandiging Gemeentevervoerbedrijf

Het College heeft besloten om een actieve pro-campagne te gaan voeren voor de verzelfstandiging van het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf.

Veel Amsterdammers vragen zich af waarom het GVB moet verzelfstandigen.
Een verzelfstandiging van het GVB is noodzakelijk om het bedrijf krachtig en gezond te maken en om er voor te zorgen dat Amsterdam een beter Openbaar Vervoer krijgt. Bij een verzelfstandiging kan de politiek zich niet meer verschuilen achter de directie van het GVB en de directie van het GVB kan niet meer naar de politiek wijzen als het niet goed gaat. Er komen heldere afspraken over wie waar voor verantwoordelijk is. Het GVB presteert nu niet goed en daar zal de reiziger op termijn geen genoegen mee nemen.
Wanneer het GVB verzelfstandigd wordt, en zelf verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken bij het Openbaar Vervoer ontstaat er een efficiënter en financieel gezonder bedrijf, waar de reizigers alleen maar beter van worden. En dat wordt hoog tijd! De extra financiën die vrij komen na de verzelfstandiging van het GVB zullen gebruikt worden om de reizigers meer service te bieden: schoner vervoer dat beter op tijd rijdt en meer veiligheid. Dat is in de huidige constructie tot op de dag van vandaag niet gelukt en zonder een verzelfstandigd GVB blijft het door modderen. En daarmee wordt de toekomst van het GVB en alle medewerkers op het spel gezet.

En of we dat nu leuk vinden of niet, in 2006 - en dat is wettelijk bepaald - krijgen ook andere grote partijen de kans het Openbaar Vervoer te verzorgen. Het GVB zou dan als zelfstandig bedrijf die strijd moet kunnen winnen. En wanneer de Amsterdammers over 5 jaar nog steeds goed Openbaar Vervoer willen, dan moet het GVB nu voorbereid worden op die toekomst. Maar denk er goed om: de gemeente blijft als opdrachtgever de baas. En de gemeenteraad zal eisen stellen aan het Openbaar Vervoer en er op toezien dat afspraken die gemaakt zijn ook worden nagekomen.
Wij zien natuurlijk ook wat er is gebeurd bij de NS en zijn niet gek. Maar de NS vergelijken met een verzelfstandigd GVB is appels met peren vergelijken.
Bij een verzelfstandigd GVB worden, in tegenstelling tot wat bij de NS is gebeurd, een aantal zaken wel goed geregeld. Er is een duidelijke opdrachtgever (de gemeente) die heldere eisen aan het Openbaar Vervoer stelt en er op toeziet dat de afspraken worden nagekomen.

Over belangrijke beslissingen van de directie van het GVB moet overlegd worden met de gemeente. En de gemeente bepaalt de prijzen, in hoofdlijnen de dienstregelingen, blijft eigenaar van de rails in de stad en beslist over de aanschaf van nieuw materieel, om maar eens wat te noemen. Allemaal zaken die bij de NS niet goed waren geregeld.

De Amsterdammers vinden dat er nog veel verbeterd moet worden bij het Openbaar Vervoer: te lange wachttijden, gebrek aan veiligheid, verouderd en vies materiaal, gebrek aan comfort en weinig klantvriendelijke medewerkers. Door het GVB als een echt zelfstandig bedrijf te laten opereren, zal de dienstverlening verbeteren. De slagvaardigheid en besluitvaardigheid van het GVB zullen toenemen, omdat besluiten sneller genomen kunnen worden en de bureaucratie van de gemeente de deur uit wordt gezet. De service zal toenemen en daar kan toch geen Amsterdammer tegen zijn.

De veel gehoorde angst dat het GVB verkocht wordt en er haltes en onrendabele lijnen zullen worden opgeheven is echt onzin. Het GVB bepaalt waar de haltes komen en de gemeente heeft bepaald dat binnen 400 meter van elke voordeur een halte moet zijn. Bij bejaardentehuizen, ziekenhuizen en poliklinieken is dat zelfs 250 meter. En als daar nu al een halte voor de deur staat, mag die niet worden verplaatst.
De gemeente verkoopt het GVB niet, dat zou privatiseren zijn en daar voelt de gemeente helemaal niets voor. Er wordt wel een duidelijke scheiding gemaakt tussen de opdrachtgever (de gemeente) en de uitvoerder (GVB). Dat geeft de gemeente de ruimte om eisen te stellen aan het Openbaar Vervoer, zonder dat zelf te moeten uitvoeren, zoals nu wel het geval is.

Overigens is Amsterdam niet de eerste stad die het Openbaar Vervoer verzelfstandigt. Dat is al het geval - en naar grote tevredenheid van de klanten - in bijvoorbeeld Nijmegen en Den Haag.

Bij externe verzelfstandiging heeft de gemeente nog steeds een hele dikke vinger in de pap als opdrachtgever en eigenaar, maar hoeft zij zich niet meer met de dagelijkse gang van zaken bij het GVB bezig te houden. Dat is voor de politiek en voor het GVB de beste oplossing.

Met het extern verzelfstandigen van het GVB gaat het Openbaar Vervoer er alleen maar op vooruit. En wie toch nog niet tevreden is kan invloed uitoefenen op de dienstverlening van het verzelfstandigde GVB. Daarvoor is de Reizigers Advies Raad (RAR) opgericht en die geeft zowel de gemeente als het GVB adviezen voor een beter Openbaar Vervoer. En de gemeente behartigt bij een verzelfstandiging de belangen van de reizigers als opdrachtgever en eigenaar van het GVB.

Kortom: Een verzelfstandiging van het GVB biedt de reiziger daadwerkelijk voordelen: een efficiënt, slagvaardig bedrijf dat zorgt voor meer service voor de reizigers en een overheid die als opdrachtgever namens die reiziger eisen stelt aan het Openbaar Vervoer.


© gemeente Amsterdam - 4-02-2002