Centrale Raad van Beroep Utrecht
Geen sprake van recidiverende werkgever nu niet eerder boete is
opgelegd maar slechts verzuim is geregistreerd
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 1-02-2002
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van het Boetebesluit dient de vraag
of sprake is van een recidiverende werkgever te worden beantwoord aan
de hand van een periode van vijf jaar sedert het einde van het
kalenderjaar waarin, op grond van de Coördinatiewet Sociale
Verzekering, een boete is opgelegd. Blijkens de Nota van Toelichting
bij het Boetebesluit kan artikel 5, eerste lid, van het Boetebesluit
naar het oordeel van de Raad niet anders worden uitgelegd dan dat hier
de systematiek wordt gehanteerd, waarbij wordt aangehaakt bij het
moment waarop de eerdere boete is opgelegd. De Raad is derhalve van
oordeel dat bij beoordeling van de mate van recidive van appellante
bij de in 1999 over het jaar 1998 opgelegde boete de in de periode van
1994 tot en met 1999 opgelegde boeten van belang zijn. In 1994 is over
het jaar 1993 slechts een verzuim geregistreerd. Nu er geen boete is
opgelegd in 1994 is de vermelding van een verzuim in 1994 niet
relevant voor de mate van recidive.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD8576
(Zie het originele bericht)