FNV
Vernieuwing FNV start in Bergen op Zoom
Bianca Teeling - publieksvoorlichting@vc.fnv.nl
Speech van FNV-voorzitter Lodewijk de Waal bij de opening van het regiokantoor Bergen op Zoom op 1 februari 2002.
Vrienden en vriendinnen, Beste genodigden,
Er zijn mensen, en beslist niet de geringste, die van zichzelf zeggen dat hun core-business het doorknippen van linten is. Bij mij zijn jullie dan aan het verkeerde adres.
In de Nederlandse overlegeconomie houden we er niet zo van als iemand door het lint gaat.
Al gaan we stevige actie niet uit de weg om ons punt duidelijk te maken, we spreken elkaar liever in alle redelijkheid toe.
En critici voegen daaraan toe: en ze deden een plas en alles bleef zoals het was.
Gelukkig is dat vandaag niet aan de orde.
Als ik zo om me heen kijk, valt moeilijk vol te houden dat alles bij het oude is gebleven.
De FNV heeft een prachtig nieuw kantoor, dat een prima basis vormt voor onze beweging in Zuidwest Nederland.
Dit kantoor staat voor mij dan ook model voor de manier waarop we als FNV en bonden ons gezicht in de regio willen tonen.
Allereerst letterlijk.
In Bergen op Zoom werken de FNV Regiowerk Zuidwest Nederland, FNV Bondgenoten, ABVAKABO FNV en de Nederlandse Politiebond, FNV Bouw en FNV Ledenservice vanuit één locatie.
Het is het eerste verzamelkantoor dat wordt opgeleverd.
In de komende maanden worden twee soortgelijke kantoren in Rotterdam en Groningen geopend, er staan kantoren voor Weert en Deventer op stapel en in Den Haag starten we met een eigen lobbykantoor.
Inmiddels zijn we druk in de weer om plannen te ontwikkelen voor een gezamenlijk hoofdkantoor van FNV en een groot aantal bonden in Woerden.
Omstreeks 2005, als de FNV 100 jaar bestaat, hebben we daarmee een nieuw, verjongd en up to date gezicht.
Hebben we soms de geldpest gekregen?
Weten we van gekkigheid niet meer wat we moeten doen? Kunnen die miljoenen niet beter anders besteed worden?
Ik ben overtuigd van niet.
De kost gaat voor de baat uit.
Met onze nieuwe kantoren denken we een hoop te winnen, en uiteindelijk ook te besparen.
Laat me een aantal redenen noemen.
De nieuwe huisvesting versterkt het beeld van de FNV.
We merken in de contacten met onze leden dat veel mensen zich allereerst lid voelen van de FNV en er niet zo bij stil staan tot welke bond ze behoren.
De manier waarop we georganiseerd zijn in veertien bonden en een vakcentrale, met ook nog eens een aantal dienstverlenende bedrijven, moet niet in de weg staan aan de dienstverlening aan de leden.
Leden zitten niet te wachten op de mededeling: 'Dan moet u niet bij ons zijn'.
Doorverwijzen naar een ander kantoor of naar een ander telefoonnummer is verwarrend en niet klantvriendelijk.
Door vakcentrale en bonden in één kantoor bij elkaar te brengen, concentreren we onze dienstverlening en activiteiten.
Wie een vraag heeft, kan op één plaats terecht om geholpen te worden.
Ik ben realist genoeg om te beseffen dat één loket niet in één klap geregeld is.
Maar we moeten er voortvarend naar streven dat de klanttevredenheid toeneemt.
In een land waar maar 27 procent van de beroepsbevolking lid is van een vakbond, zou het grote winst zijn als er op verjaardagsfeestjes gepraat wordt over de FNV en hoe goed je daar geholpen wordt.
En waar men je vreemd aankijkt als je bekent dat je nog geen lid bent.
Eén FNV-kantoor in de regio betekent ook dat we betere faciliteiten en ondersteuning kunnen bieden aan de kaderleden, opdat zij nog beter activiteiten kunnen ontplooien in het belang van de leden. Of dat nu gaat om belastingservice, uitkeringsgerechtigdenwerk of het verzorgen van spreekuren - ik noem maar een aantal willekeurige voorbeelden -, het werk van de FNV hangt beslist niet alleen af van de professionals die we in dienst hebben. De FNV is van oudsher een beweging, een vereniging van leden, door leden en voor leden, en dat blijft zo. Onze vrijwillige kaderleden zijn van onschatbare waarde om onze idealen te verwezenlijken. Op een dag als vandaag vind ik het belangrijk dat nog eens heel duidelijk te zeggen.
Met één FNV-kantoor in de regio creëren we ook een duidelijk gezicht naar alle gemeentes, organen en instanties waarmee we te maken hebben.
De FNV moet zich niet versnipperen en verstoppen in kleine kantoortjes en achterafkamertjes.
We willen nadrukkelijk present zijn en een aanspreekpunt zijn voor de regio, waar men met vragen en verzoeken terecht kan.
Want wie de samenwerking met de FNV zoekt, moet niet stranden op 'adres onbekend'.
De locatie is dan ook bewust gekozen.
Pal bij het station, in het hart van de stad en met een logo op het dak dat niemand kan missen.
Waarom staat dan bij de ingang een groot bord 'Te huur'? Simpel zat: bent u jaloers op onze huisvesting - de professionele uitstraling beperkt zich niet tot deze hal -, dan hebben we voor u nog een etage in de aanbieding.
U kunt zich straks melden bij dat ene loket.
Een belangrijke reden voor gezamenlijke huisvesting is verder de onderlinge samenwerking en communicatie.
Als je fysiek naast een collega van een andere bond zit, krijg je veel eerder in de gaten waar hij of zij mee bezig is.
Dan kun je elkaar versterken, beter en efficiënter werken, en dubbel werk voorkomen.
De architect heeft die symboliek goed aangevoeld en het gebouw vormgegeven als een scharnier: rond de gemeenschappelijke toren scharnieren de vleugels waarin de FNV-organisaties hun eigen ruimtes hebben.
Last but not least denken we dat de samenwerking niet alleen inhoudelijke winst op zal leveren.
Schaalvoordelen en het samen gebruiken van faciliteiten leveren ook besparingen op.
Dat is welkom, want als vakbeweging moeten we kritisch letten op de uitgaven.
Niet alleen om rond te komen, maar zeker ook omdat het om geld van de leden gaat.
Die leden verwachten van ons een maximale inspanning tegen zo laag mogelijke kosten.
Zuinigheid met vlijt, daar gaat het om.
Tenslotte.
Als FNV leven we in een glazen huis.
We roepen heel wat over het belang van goede arbeidsomstandigheden.
Maar dan mogen we verwachten dat we daar zelf ook kritisch op beoordeeld worden.
We hebben toch een beetje een voorbeeldfunctie.
Dan is het goed om aandacht te hebben voor een verantwoorde huisvesting van onze eigen werknemers.
Wil je goed en gezond kunnen werken, dan hoort daar een kantoor bij dat voldoet aan de eisen van de tijd.
Dan bedoel ik geen fratsen als koffieautomaten waarmee je ook kunt faxen en e-mailen, maar onze medewerkers moeten een werkomgeving hebben waarin ze tot optimale resultaten kunnen komen.
De FNV staat in de steigers.
Soms letterlijk, zoals in de bouwfase van een kantoor als dit, maar ik bedoel het meer figuurlijk.
De samenwerking tussen bonden onderling en tussen bonden en vakcentrale blijft niet beperkt tot huisvesting in gezamenlijke kantoren en het delen van facilitaire diensten. Vorig jaar juni heeft het congres van de FNV ons een belangrijke opdracht voor de komende vier jaar gegeven, met als titel 'Samen Doen Wat Samen Kan'.
Bij elkaar vormt dat een ambitieus programma om onze organisaties kritisch tegen het licht te houden, de onderlinge solidariteit te verstevigen, dubbel werk te voorkomen, te streven naar kwaliteitsverbetering en kostenbeheersing, de effectiviteit van het werk te verbeteren en onze leden de best mogelijke prijs/prestatie-verhouding te bieden.
Ga er maar aan staan!
Ter uitvoering van dat programma starten tal van projecten. Ik noem er een paar.
We willen diverser en multicultureler worden.
In het beeld van mensen is de FNV vooral een club van wat oudere witte mannen.
Dat vinden we niet terecht, want we hebben vrouwen, allochtonen en jongeren een hoop te bieden.
Onze deskundigheid op arbeid, zorg en inkomen en de meerwaarde die we leveren door de combinatie van collectieve en individuele belangenbehartiging en dienstverlening, moeten leiden tot een gevarieerder (en uiteraard groter) ledenbestand.
Ook de top van onze organisaties zal meer divers worden.
Zo starten we een traject waarin we aanstormend talent van binnen en buiten de FNV gaan voorbereiden op functies in de hoofdbesturen.
Het lidmaatschap zelf krijgt een grotere variëteit. Mogelijk komen we daarbij uit op een basiscontributie voor een vast pakket, waarbovenop leden tegen betaling extra diensten of producten kunnen afnemen. En we gaan bezien of we een speciaal lidmaatschap voor ondernemingsraden kunnen gaan aanbieden.
De serviceverlening aan leden gaan we verbeteren door onze callcentra met elkaar te verbinden en we gaan toewerken naar één ledendatabase. Want het is veel klantvriendelijker om te vragen naar iemands postcode en huisnummer dan naar een bondslidnummer dat niemand uit zijn hoofd kent. Er is al een algemeen nummer waar ook niet-leden informatie kunnen krijgen over bijvoorbeeld de Flexwet of vakantiewerk, en uiteraard breidt onze website www.fnv.nl - één van de grootste van Nederland - nog steeds uit met interessante initiatieven zoals de loonwijzer. Dàt we kwaliteit leveren, bewijst bijvoorbeeld de belastingservice. Onlangs verdienden we het ISO-certificaat en dat mag uitzonderlijk heten voor een activiteit waaraan 5.000 vrijwilligers deelnemen die jaarlijks de invulling van 140.000 belastingformulieren voor hun rekening nemen.
De FNV zoekt kwaliteitsverbetering niet alleen in navelstaren. We staan open voor en gaan uitdrukkelijk op zoek naar allianties met organisaties en instellingen. We verstevigen de lobby door een eigen lobbykantoor in Den Haag te openen - in Brussel hebben we er al een - en we willen het partnerschap met ondernemingsraden versterken. Voor het FNV-werk in de regio is belangrijk dat we bekijken hoe we de lobby in een aantal grote steden en economisch samenhangende gebieden effectief kunnen organiseren.
Daarmee kom ik terug bij mijn beginpunt: het regiowerk en het kaderwerk.
Het FNV-congres heeft de plaatselijke FNV-afdelingen opgeheven.
Dat besluit is niet overal met gejuich ontvangen.
Toch denk ik dat we er goed aan hebben gedaan.
We mogen de capaciteiten en de tijd die onze kaderleden aan de FNV besteden niet vermorsen.
Daarvoor zijn ze te belangrijk voor ons.
Vandaar dat we ervoor kiezen om ze in te zetten op activiteiten die nadere invulling geven aan het beleid van de bonden en de vakcentrale.
Soms individueel, door deelname aan de belastingservice of cliëntenraden, soms gezamenlijk, bijvoorbeeld in het jaarlijkse FNV-onderzoek 'Gemeente wees minimaal sociaal' of de Grote Wachtkamer Enquête, soms in vakcentraleverband en soms specifiek als bondsactiviteit.
De omslag die we beogen is er niet van de ene op de andere dag.
Maar met de inzet en het enthousiasme van onze tienduizenden vrijwilligers reken ik erop dat we erin zullen slagen het profiel en de invloed van de FNV op regionaal en lokaal terrein nog aanzienlijk te verbeteren.
Ook om die reden is het niet meer dan terecht dat de vernieuwing van de FNV in de regio begint.
Zuidwest Nederland heeft daarbij de primeur met dit nieuwe regiokantoor in Bergen op Zoom.
Ik feliciteer alle kaderleden en medewerkers met deze prachtige uitvalsbasis en ik hoop dat dit het kloppend hart van het regio- en kaderwerk mag worden.
Ik zei jullie al aan het begin van mijn speech dat je bij mij aan het verkeerde adres bent voor het doorknippen van linten. Gelukkig is daarmee rekening gehouden en is er een andere openingshandeling verzonnen.
Hoogste tijd om die nu te verrichten.
Dank voor jullie aandacht.
Meer nieuws? Ga naar http://www.fnv.nl/nieuws .