LTO Nederland

LTO tevreden met principe-akkoord over nieuwe CAO voor glastuinbouw

Vrijdag 1 februari 2002 - De werkgevers en de vakbonden hebben gisteravond in Utrecht een principe-akkoord gesloten over een nieuwe CAO voor glastuinbouw. Met de overeenkomst, die loopt tot
1 juli 2003, is in totaal een loonstijging gemoeid van 7,0 procent. De laatste verhoging dateert van ruim een jaar geleden (1,8 procent). Deze werd overeengekomen bij de kortstondige verlenging van de oude CAO tot 1 april 2001. Er werken ongeveer 80.000 mensen in de glastuinbouw.

LTO-Nederland is tevreden met de afspraken, omdat met dit akkoord de noodzakelijke flexibiliteit mogelijk is gemaakt en de CAO weer bij de tijd is. In de moeizaam verlopen onderhandelingen hadden de werkgevers van deze flexibilisering van arbeid en meer maatwerk voor beide partijen op bedrijfsniveau een hard punt gemaakt.

Woordvoerder Leo van der Zon van de LTO-delegatie toonde zich na afloop opgelucht over het resultaat van de onderhandelingen, die de hele dag hadden geduurd. We hebben een doorbraak bereikt omdat er nu meer ruimte ontstaat voor werknemers en werkgevers om op bedrijfsniveau afspraken te maken, waar beiden mee uit de voeten kunnen. Het is naar mijn mening een moderne CAO die goed aansluit bij wat op de bedrijven al is gegroeid en waar de komende jaren op kan worden voortgebouwd.

De werkgevers hadden zonder hoge verwachtingen de onderhandelingen hervat, nadat FNV Bondgenoten eerder deze week nog kenbaar had gemaakt, niets te zien in afspraken over flexibele arbeidstijden in het nog lopende CAO-overleg Open Teelten. De CNV BedrijvenBond zei toen nog wel heil te zien in verdere onderhandelingen. Omdat nu ruimte is gemaakt voor werknemers en werkgevers om op basis van wederzijdse wensen afspraken te maken over werktijden, zijn de bonden en LTO-Nederland het ook eens geworden over de medezeggenschap van werknemers, zoals die op bedrijfsniveau wordt geregeld.

De hoofdpunten van de nieuwe CAO zijn:


- Een standaardregeling voor flexibilisering van arbeidstijd, waarin het mogelijk is een arbeidsduur van 40 uur af te spreken of minder uren. De gemiddelde arbeidsduur blijft 38 uur. Ook is het mogelijk om gedurende 10 weken per jaar 45 uur in de week te werken, of 15 weken een werkweek van 6,5 uur per dag.


- Een uitgebreidere flexibiliteitregeling, wanneer er een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging is.


- Het is ook mogelijk om in een twee ploegendienst te gaan werken.

- Sociale partners zullen zich inspanningen verrichten om de medezeggenschap en personeelsbeleid te bevorderen.


- Verruiming van de bedrijfstijd voor de standaardregeling naar 07.00 uur tot 18.00 uur. Bij de uitgebreidere regeling kan die bedrijfstijd liggen tussen 06.00 tot 19.00 uur.


- Er is een systeem van toeslagen afgesproken, dat aansluit bij de afspraken over de flexibiliteit.


- De werkweek wordt flexibeler: er kan worden gekozen door de werknemer - indien de bedrijfsomstandigheden dat toelaten - uit een 4 of 5 daagse (of minder dagen) werkweek in de periode maandag tot en met zaterdag. De normale werkweek blijft maximaal vijf dagen. Dit betekent bijvoorbeeld dat, indien een werknemer kiest om regulier op de zaterdag te werken in plaats van op de maandag, hij hiervoor het gewone loon ontvangt. Indien de werknemer echter ook nog op de volgende maandag zou werken, wordt het op de maandag aangemerkt als overwerk, waarop dan weer een toeslag van toepassing is.