LTO Nederland
LTO: voorstellen passen in eerdere afspraken van Berlijn
Brussel maakt goede start met uitbreiding Europese Unie
Donderdag 31 januari 2002 - LTO-Nederland kan zich vinden in de hoofdlijnen van de voorstellen, die de Europese Commissie heeft gedaan voor de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 met tien Midden- en Oost-Europese landen. De stapsgewijze invoering van directe inkomenstoeslagen past in de financiële afspraken, die hierover eerder in Berlijn (Agenda 2000) zijn gemaakt. Daarom verbaast LTO zich over het standpunt van de Nederlandse regering om de besluitvorming over de uitbreiding te koppelen aan ingrijpende hervormingen van het Brusselse landbouwbeleid en afschaffing van de inkomenssteun.
"Nederland stelt zich zo geïsoleerd op, want de realiteit Europa is
een andere", zegt Aike Maarsingh, dagelijks bestuurder van
LTO-Nederland. Frankrijk piekert er volgens hem niet over om in de
aanloop naar de Franse verkiezingen te gaan onderhandelen over
aanpassingen van bestaande inkomenstoeslagen. Dit geldt ook voor
Spanje en Italië. De voorstellen van de Commissie brengen ook geen
extra kosten mee voor Nederland. "Bovendien heeft minister Zalm
(Financiën) eind 1999 namens de regering zijn handtekening gezet onder
de afspraken in het kader van Agenda 2000, inclusief de toen
vastgestelde inkomenstoeslagen tot 2006", aldus de LTO-bestuurder.
Toen zijn voor die periode in Berlijn de uitgaven op de Europese
begroting vastgelegd.
Het belang van de uitbreiding van de Unie is meer dan een agrarische
aangelegenheid, meent Maarsingh. "Het EU-landbouwbeleid heeft ook
direct te maken met stabiliteit en veiligheid. Het is een
gemeenschappelijk belang dat die landen er stap voor stap bij gaan
horen. De hieraan verboden kosten kun je niet alleen neerleggen bij de
boeren. Dat is en blijft een heel enge en eenzijdige benadering."
In de Brusselse voorstellen wordt met de directe steun aan boeren in
de Midden- en Oost-Europese landen een start gemaakt van 25% in 2004,
die oploopt naar 35% in 2006 en 100% in 2013. Volgens de huidige
voorstellen gaat in 2006 rond 4 miljard euro aan landbouwsubsidies
naar deze lidstaten, waarvan 1,5 miljard aan inkomenssteun,
1,7 miljard aan plattelandsbeleid en 800 miljoen euro aan
EU-marktordeningen. De steun zal worden betaald door een gedeeltelijke
overboeking van gelden, die al waren uitgetrokken voor
structuurversterking in de toekomstige lidstaten vanaf 2002, maar nog
niet zijn uitbetaald. Van de directe steun gaat 80% naar Polen.
De land- en tuinbouworganisatie vindt het belangrijk, dat de directe inkomenssteun zoveel mogelijk wordt ingezet voor de noodzakelijke vernieuwing en aanpassing van de agrarische sector in Midden-Europa. De prikkel tot modernisering moet in de volle breedte worden meegenomen, zegt LTO. Aan de infrastructuur, de structuur van bedrijven, verwerking, handel en distributie moet nog veel worden verbeterd, alvorens deze landen klaar zijn voor de interne markt. De steun aan boeren gedurende de eerste drie jaar na toetreding in de vorm van hectarepremies is volgens LTO-Nederland het best bruikbare systeem. De administratieve lasten voor de boeren blijven beperkt en hiermee ook de inzet van Brussel op het gebied van controle.
De inkomenstoeslagen voor boeren in Europa zijn er gekomen als gevolg
van door Brussel vastgestelde lagere prijzen van landbouwproducten;
sinds de jaren negentig is de graanprijs gehalveerd tot het niveau van
de wereldmarkt, terwijl voor de zuivel is vastgehouden aan de
quotering. LTO realiseert zich, dat de trend naar verdere
liberalisering van het handelsverkeer zal doorzetten en dat de druk op
hervorming van het Europese landbouwbeleid zal aanhouden. Daarom zal
ook in een vergrote EU stapsgewijs toegewerkt moeten worden naar een
systeem van multifunctionele betalingen.
LTO-Nederland benadrukt het belang, dat ook de toetredende lidstaten
moeten voldoen aan de fytosanitaire en veterinaire regelgeving van de
EU. De Europese Commissie verwacht overigens, dat de komende vijf tot
tien jaar niet aan de eisen zullen kunnen voldoen. Dit geldt ook voor
bijvoorbeeld dierenwelzijn en voedselveiligheid. Overgangsmaatregelen
zijn onafwendbaar, vooral in de sfeer van verwerking (bijv.
slachthuizen). Een teken aan de wand is dat Brussel over het dossier
fytosanitair en veterinaire zaken tot nu toe alleen overeenstemming
heeft bereikt met Slovenië.
Voor nadere informatie: Reinout Wijbenga (070 3382768) en Jack Luiten
(070 - 3382722)
Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: info@lto.nl
(Auteur: LTO-Nederland)