Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer ABG/GA/02/4969 (070) 333

Onderwerp Datum Contactpersoon Wijzigingen regelgeving WIW, ID-banen en 23 januari 2002 Wsw

In de regelgeving rond gesubsidieerde arbeid is recentelijk een aantal wijzigingen opgetreden als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet en de Invoeringswet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI) en het Belastingplan 2002 (met name I- Arbeidsmarkt en inkomensbeleid en V-Sociale zekerheidswetgeving), per 1 januari 2002. Andere wijzigingen zijn voortgevloeid uit de bestuurlijke afspraken die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met de VNG gemaakt heeft over de bevordering van doorstroom uit gesubsidieerde arbeid en in het kader van de Agenda voor de toekomst, en door hem gedane toezeggingen aan de Tweede Kamer. Met deze brief wil ik u een overzicht bieden de belangrijkste recente wijzigingen in het kader van de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW), het Besluit in- en doorstroombanen (ID-banen) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Ook wil ik met deze brief twee errata herstellen in eerder verzonden brieven.

Naast de meer algemene invoering van een uniforme toetrederskorting, die in plaats komt van de verschillende premies bij het aanvaarden van ongesubsidieerde arbeid, gaat het in het kader van de de WIW-regelgeving om aanpassingen met betrekking tot: (1) de uitstroomactie ex-banenpoolers,
(2) het reïntegratiebudget voor niet-uitkeringsgerechtigden, (3) de reïntegratie-verantwoordelijkheid voor mensen met een UWV-uitkering, (4) de verruiming van de mogelijkheid om iemand gelijk te stellen met langdurig werkloze, (5) de volgende fase van de implementatie van de monitor scholing en activering, (6) de nieuwe wijze van rapportage en verantwoording, het uitvoeringsverslag, en tenslotte (7) de gevolgen van het wijzigingen van de Wet (Re)integratie Arbeidsgehandicapten voor de WIW, dit laatste tevens ter correctie van een onlangs eerder verzonden brief over dit onderwerp.

In het kader van de ID-regelgeving betreft het
(1) de subsidiebedragen voor 2001 en 2002, en correctie erratum subsidiebedragen 2001 in guldens,




---

(2) de regeling waarin de minister het toetsingskader voor het Besluit ID-banen heeft vastgelegd, (3) de terugvordering en herverdeling van onbezette ID-banen en (4) de gevolgen die de Rea- wijzigingen ook voor de ID-werknemer en -werkgever hebben.

De Wsw, tenslotte, is aangepast in verband met
(1) de verlenging van de terugkeergarantie-termijn, (2) de mogelijkheid van het overdragen van subsidie in geval van herindeling van gemeente of schap,
(3) het, net als bij de WIW, in te voeren uitvoeringsverslag en (4) de taakstelling begeleid werken.

Algemeen

Toetrederskorting
Eén van de gevolgen van de invoering van het Belastingplan 2002 I is een wijziging die zowel de WIW, de ID-banen als de Wsw betreft. Personen die vanuit een uitkering (Abw, IOAW, IOAZ, WAO, WAZ, Wajong, WIK) of vanuit een gesubsidieerde arbeidsplaats in het kader van één van de genoemde regelingen een niet-gesubsidieerde baan aanvaarden, komen in aanmerking voor een zogenoemde toetrederskorting ter hoogte van * 2269. Het is een premiekorting die in de vorm van een voorlopige teruggave wordt uitgekeerd. Genoemde personen kunnen de korting na uitstroom aanvragen bij de Belastingdienst. Belangrijkste voorwaarden zijn:
* dat de betreffende persoon is opgehouden een uitkering te ontvangen of gesubsidieerde arbeid te verrichten (uitzondering vormen uitkeringen op grond van de WAO, WAZ of Wajong, die wel ontvangen mogen blijven worden);

* dat de aanvrager in een periode van achttien maanden voorafgaande aan de uitstroom ten minste gedurende twaalf maanden een uitkering heeft ontvangen en/of gesubsidieerde arbeid heeft verricht;

* dat de aanvrager in het betreffende jaar tenminste zes maanden aaneengesloten arbeid heeft verricht en daarbij tenminste * 7692 (50% van het wettelijk minimumloon) verdiend heeft. Op dit moment wordt over de precieze rol van gemeenten bij de uitvoering nog overleg gevoerd met de VNG en de belastingdienst. U wordt daarover afzonderlijk geïnformeerd. De korting wordt toegepast in drie tranches: in het eerste jaar * 1361, in het tweede en derde jaar telkens * 454. Met de invoering van de toetrederskorting vervallen de onbelaste WIW-werkaanvaardings-premie en de ID-uitstroompremie voor personen die na 31 december 2001 uitstromen. De Regeling uitvoering en financiering Wiw (Stcrt. 2001, 249), het Besluit in- en doorstroombanen (Stb. 2001, 699) en de Regeling uitvoering en financiering Besluit ID-banen (Stcrt. 2002, 4) zijn hiertoe aangepast. Tevens vervalt de bepaling in de Wsw die voorziet in de mogelijkheid van een uitstroompremie. Voor de ID-banen geldt dat de bestaande uitstroomsubsidie aan de gemeente blijft bestaan (* 1825).

Hieronder wil ik u nog een korte toelichting verschaffen op de belangrijkste wijzigingen in de specifieke regelingen.




---

WIW


1. Uitstroomactie ex-banenpoolers
De minister heeft in Bestuurlijk overleg met de VNG op 22 november 2000 afspraken gemaakt over extra uitstroom-inspanningen in 2001 ten behoeve van de groep ex-banenpoolers. Deze zijn in Bestuurlijk overleg van 14 juni 2001 verder uitgewerkt en hebben tot de volgende maatregelen geleid:

* de Subsidieregeling bevordering uitstroom ex-banenpoolers is verlengd, waardoor gemeenten een subsidie van * 1816 kunnen ontvangen voor ex-banenpoolers die tussen 1 januari 2001 en 2 juli 2002 uitstromen. Ook de overige termijnen in de regeling zijn hierop aangepast. De wijziging herstelt tevens, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001, een vorm van ongelijkheid, namelijk dat gemeenten wel subsidie ontvingen wanneer uitstroom plaatsvond via een (gesubsidieerde) werkervaringsplaats, maar niet via een Rea-plaatsing. De wijziging maakt dat nu ook subsidie kan worden ontvangen voor de arbeidsgehandicapte die vóór 2 juli 2002 uitstroomt via een Rea-plaatsing (dat wil zeggen via in 2001 gerealiseerde Rea- plaatsingen, daar deze voorziening met ingang van 1 januari 2002 uit de WIW verdwenen is);
* de ondersteuning van de gemeenten door VNG/StimulanSZ is verlengd tot 2 juli 2002;
* de terugkeergarantie voor ex-banenpoolers is verlengd van één tot twee jaar, in geval uitstroom plaatsvindt tussen 1 januari 2001 en 2 juli 2002. De Regeling langdurig werkloze WIW is hiertoe aangepast (Stcrt. 2001, nr. 222);

* gemeenten die - als geen andere mogelijkheid overblijft - ex-banenpoolers een ID-baan willen aanbieden, maar daar in onvoldoende mate over beschikken, krijgen de mogelijkheid om samen te werken met gemeenten die voorzien dat zij de toegekende ID-banen niet volledig zullen benutten, zodat eerstegenoemde gemeenten over deze toegekende, maar niet-benutte ID-banen kunnen beschikken. Gemeenten kunnen in gezamenlijkheid onderlinge herverdelingsverzoeken aan de minister voorleggen. Bij brief van 3 oktober 2001 heeft hij gemeenten hierover geïnformeerd (AM/RAW/01/52506).
StimulanSZ is gemeenten niet alleen behulpzaam bij het opstellen van herverdelingsverzoeken, maar biedt ook brede ondersteuning in het kader van de uitstroomactie ex-banenpoolers. In het algemeen maakt een belangrijk deel van de gemeenten hiervan gebruik. Uit een voortgangsrapportage van StimulanSZ blijkt dat:

* een deel van de gemeenten de uitstroomactie aangrijpt om afspraken met de uitvoerings- organisaties te herzien en de eigen regierol beter in te vullen;
* uitvoeringsorganisaties zelf zich meer gaan richten op de doorstroomdoelstelling van de Wiw, zoals ondermeer blijkt uit het grote aantal consulenten dat deelneemt aan door StimulanSZ aangeboden trainingen.
Voor zover dit nog niet het geval is, raad ik u aan optimaal gebruik te maken van de dienstverlening van StimulanSZ omdat deze organisatie u verder kan ondersteunen bij het tot stand brengen van deze veranderingen.


2. Regeling uitvoeringskosten Nug / Anw
Met het in werking treden van de SUWI-regelgeving heeft de gemeente ook de verantwoordelijkheid gekregen voor de reïntegratie van niet-uitkeringsgerechtigden en van hen die




---

een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Nabestaandenwet, zoals neergelegd in artikel 2 van de WIW. Specifiek voor deze taak wordt aan de gemeenten een extra reïntegratie-budget beschikbaar gesteld, dat geoormerkt wordt toegevoegd aan het scholings- en activeringsbudget, zoals vastgelegd in het gewijzigde Besluit uitvoering en financiering WIW (Stb. 2001, 505), evenals de verdeelsleutel voor deze extra middelen. Dit reïntegratie-budget omvat zowel programmamiddelen als middelen voor de uitvoering, die u beide afzonderlijk middels een beschikking zullen worden toegekend. De bekostiging van de uitvoering is, voor 2002 en 2003, geregeld in de Regeling vergoeding uitvoeringskosten niet-uitkeringsgerechtigden en Anw'ers (Stcrt. 2002, 3). In beide jaren is voor de uitvoering 10% (* 9.665.000), van het totale reïntegratie-budget ten behoeve van niet-uitkeringsgerechtigde en Anw'ers beschikbaar, waarbij elke gemeente een vast bedrag van * 4538 ontvangt, terwijl het meerdere wordt verdeeld volgens de genoemde sleutel, dat wil zeggen voor de helft wordt bepaald door het aantal niet- uitkeringsgerechtigden in de gemeente en voor de andere helft door het aantal Anw-ers. Om de administratieve lasten met betrekking tot toezicht en verantwoording beperkt te houden, is de vooraf verleende subsidie tevens de vastgestelde subsidie. Met ingang van 2004 zal de gehele financieringssystematiek worden gewijzigd in verband met de overgang naar een systeem van prestatiefinanciering voor de reïntegratie van deze groep.


3. Reïntegratieverantwoordelijkheid UWV/gemeenten Als gevolg van de invoering van de Wet SUWI is er een andere verantwoordelijkheids-verdeling ontstaan tussen het UWV en de gemeenten. Voor de WIW betekent dit onder andere dat er in principe geen WIW-middelen meer kunnen worden verstrekt voor uitkeringsgerechtigden met een uitkering van het UWV. Alleen als gemeenten en UWV na overleg tot de conclusie komen dat ten behoeve van de betrokken persoon met het UWV-uitkering geen plan wordt opgesteld kan de gemeente de reïntegratieverantwoordelijkheid van het UWV overnemen. De gewijzigde verantwoordlijkheidsverdeling leidt er tevens toe dat gemeenten geen uitkeringsgerechtigden met een UWV-uitkering meer kunnen plaatsen op een WIW- dienstbetrekking of -werkervaringsplaats waarvoor de gemeente subsidie ontvangt van het Rijk. Dit laat onverlet dat het UWV dienstbetrekkingen en werkervaringsplaatsen kan inkopen bij gemeenten. De verantwoording voor de realisatie van deze ingekochte dienstbetrekkingen en werkervaringsplaatsen betreft dan een aangelegenheid tussen het UWV en de betrokken gemeente. Deze dienstbetrekkingen en werkervaringsplaatsen blijven buiten de verantwoording van de gemeenten ten opzichte van het Rijk. Deze nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling heeft geleid tot een aapassing van de Regeling uitvoering en financiering WIW (Stcrt. 2001, 249).


4. Verruiming doelgroep in individuele gevallen Door middel van een aanpassing van de Regeling langdurig werkloze WIW (Stcrt. 2001, 246) is voor de CWI de mogelijkheid geschapen om in individuele gevallen personen, die niet op grond van de Wiw of de al eerder vastgelegde gelijkstellingscriteria in de Regeling langdurig werklozen WIW als langdurig werklozen konden worden beschouwd, toch gelijk te stellen met een langdurig werkloze, een van de twee voorwaarden om op een WIW-dienstbetrekking of - werkervaringsplaats geplaatst te kunnen worden. Deze gelijkstelling is mogelijk wanneer de CWI, alle omstandigheden in beschouwing nemend, van mening is dat voor de vermindering van de afstand tot de arbeidsmarkt van de betrokken werkzoekende slechts een WIW-dienstbetrekking of werkervaringsplaats aangewezen is. De mogelijkheid om in individuele gevallen een dergelijk




5
advies uit brengen maakt onderdeel uit van de bestuurlijke afspraken die in het kader van de Agenda voor de toekomst door de minister met de VNG zijn gemaakt.

5. Monitoren
Zoals door minister en VNG afgesproken in Bestuurlijk overleg op 25 mei 2000, zullen in 2002 behalve de G25 ook de andere grote gemeenten die behoren tot de zogenoemde G86 moeten rapporteren via de monitor scholing&activering over het bereik van de sluitende aanpak en de inzet van het WIW scholings- en activeringsinstrumentarium. Via bureau Berenschot zijn deze gemeenten ondersteund bij de implementatie van deze monitor. De uitvoering is in handen van bureau Research voor Beleid BV te Leiden. In de loop van 2002 zullen ook de overige gemeenten zich moeten voorbereiden op de invoering van de monitor. De verwachting is dat de softwarebedrijven dan inmiddels modulen gereed zullen hebben die hierbij behulpzaam zijn. Niettemin is het van belang dat u (eventueel door samen te werken met gemeenten die nu al met de monitor moeten werken) zich voorbereidt op de invoering van de monitor. Op dit moment wordt in overleg met gemeenten gewerkt aan de vormgeving van de locatierapporten die u krijgt als terugkoppeling en die ook voor u waardevolle beleidsinformatie bevatten. In de (bijlagen bij de) gewijzigde Regeling informatie WIW (Stcrt. 2001, 246) is de gegevensset terug te vinden waarin enkele wijzigingen zijn opgenomen. Ook de monitor voor de Wiw-dienstbetrekkingen en - werkervaringsplaatsen is hiermee gewijzigd.


6. Verslag uitvoering Wiw
Als gevolg van de SUWI-wetgeving zijn gemeenten op grond van het nieuwe artikel 20 van de Wiw verplicht een verslag over de uitvoering van de Wiw op te stellen. De (financiële) jaaropgave gaat hier onderdeel van uitmaken. In de al eerder genoemde wijziging van de Regeling uitvoering en financiering WIW (Stcrt. 2001, 249) is vastgelegd op welke wijze de rapportage en verantwoording plaats dient te vinden, met name de kwartaaldeclaraties, de format van het verslag, de accountantsverklaring, het accountantsprotocol en de statistieken. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voert met nauwe betrokkenheid van gemeenten en VNG een project uit dat verdere stroomlijning (en integratie) van de informatievoorziening en het uitvoeringsverslag Wiw en Abw beoogt. U wordt binnenkort afzonderlijk nader geïnformeerd over het verantwoordingsverslag (TZ/TG/01/88666).


7. Wijzigingen WIW met betrekking tot arbeidsgehandicapten Het Belastingplan 2002 V - Sociale zekerheidswetgeving is op 1 januari 2002 van kracht geworden. Dit heeft onder andere geleid tot een wijziging van de Wet (Re)integratie Arbeidsgehandicapten en daarmee ook tot een aantal belangrijke wijzigingen van de Wet inschakeling werkzoekenden. In een aparte brief bent u onlangs hierover uitgebreid geïnformeerd (AM/RAW/01/88406). In deze ongedateerde brief zijn enkele onjuiste bedragen opgenomen. Een op deze punten gecorrigeerde brief treft als bijlage bij deze brief aan. Deze brief komt in de plaats van de u eerder toegezonden brief.

In het kort zijn de belangrijkste wijzigingen als gevolg van de invoering van het Belastingplan 2002 V - Sociale zekerheidswetgeving:

* Waar het gaat om het (weer) in dienst nemen van arbeidsgehandicapten vervalt het verstrekken van het plaatsingsbudget en het pakket op maat als taak van de gemeente. De subsidies worden




---

vervangen door premiekortingen op de door de werkgever verschuldigde sociale zekerheidspremies, die zullen worden verleend door het UWV.
* Waar het gaat om de reeds regulier werkende arbeidsgehandicapte vervalt het verstrekken van speciale werknemersvoorzieningen voor gehandicapten als taak voor de gemeenten.
* De gemeente als WIW-werkgever wordt voortaan op dezelfde wijze behandeld als andere werkgevers.

ID-banen


1. Verhoogde subsidiebedragen
Ook voor 2002 zijn de subsidiebedragen verhoogd als gevolg van de aanpassingen van het wettelijk minimumloon, de gemiddelde werkgeverslasten, loon- en prijsindexering en het gemiddeld gebruik van de afdrachtvermindering op grond deWVA. De Regeling uitvoering en financiering Besluit in- en doorstroombanen, inclusief de bijlagen I, II, III, IV en VI, is hiertoe gewijzigd (Stcrt. 2002, 4). In deze laatstgenoemde publicatie is een erratum opgetreden met betrekking tot de daar vermelde subsidiebedragen voor 2001 in guldens. De juiste subsidiebedragen voor 2001 en voor 2002 in euro's (op basis van 32-urige dienstbetrekkingen), zijn:

Categorie A B C D I-baan, I-baan, I-baan, D-baan na 1/1/'99, vóór 1/1/'99, 4jaar Het bedrag voor de uitvoeringskosten bedraagt per 1 januari 2002 * 2.152. (In 2001 bedroeg dit
* 2.065).


2. Toetsingskader Besluit ID-banen
In artikel 15 van het Besluit in- en doorstroombanen is bepaald dat de minister na afloop van het jaar de subsidie vaststelt. Tevens is daar vastgelegd op welke gronden de vastgestelde subsidie kan afwijken van de verleende en betaalde subsidie. De regels voor de subsidievaststelling die met ingang van 2002 van kracht zijn, zijn vastgelegd in de Regeling lagere vaststelling subsidie Besluit in- en doorstroombanen (Stcrt. 2002, 8). Lagere vaststelling vindt plaats bij onrechtmatige uitvoering van de regelgeving. De regeling is zo opgezet dat van alle in de regeling genoemde gevallen de financiële gevolgen zijn vast te stellen en dat de omvang van het lager vastgestelde bedrag in overeenstemming is met de financiële gevolgen van de onrechtmatige uitvoering.


3. Terugvordering en herverdeling
In de tweede helft van 2001 is de procedure voor terugvordering van onbezette ID-banen over 1999 bij gemeenten afgerond. In een aantal gevallen heeft dit geleid tot bezwaarschriften van gemeenten die op dit moment door de minister beoordeeld worden. Waar bezwaren van gemeenten gehonoreerd worden, zal dit bij de desbetreffende gemeenten leiden tot aanpassing van




---

het aantal toegekende banen. Deze wijzigingen zullen in bijlage I van de Regeling uitvoering en financiering Besluit ID-banen verwerkt worden. Deze bijlage zal later in het jaar voor een tweede maal gepubliceerd worden.

De minister is van zins tevens de realisatie van de voor 2000 toegekende ID-banen te beoordelen. Op basis van de resultaten realisatie en de stand van zaken met betrekking tot de uitstroomactie ex-banenpoolers zal hij een besluit nemen over terugvordering en eventuele herverdeling. Middels de eerdergenoemde brief van 3 oktober (AM/RAW/01/52506) bent u geïnformeerd over de criteria die de minister hierbij hanteert.


4. Wijzigingen ID met betrekking tot arbeidsgehandicapten Met de invoering van het Belastingplan 2002 V - Sociale zekerheidswetgeving en de daarmee verbonden wijziging van de Wet (Re)ïntegratie Arbeidsgehandicapten is ook voor de arbeidsgehandicapte ID-werknemer het plaatsingsbudget en het pakket op maat verdwenen en vervangen door een premiekorting op de door de werkgever verschuldigde sociale zekerheidspremies.

Wsw


1. Verlenging terugkeergarantietermijn
Bij brief van 24 november 2000 heeft de minister aan de Tweede Kamer toegezegd de uitstroom van geïndiceerden in het kader van de Wet sociale werkvoorziening naar reguliere, niet gesubsidieerde arbeid te bevorderen. Hieraan is nu gevolg gegeven door middel van een wijziging van het Besluit indicatie sociale werkvoorziening (Stb. 2001, 684). Met deze wijziging wordt de zogenoemde terugkeergarantietermijn verlengd van 1 naar 3 jaar en daarmee de drempel om uit te stromen verlaagd.


2. Overdracht subsidie naar andere gemeente
Teneinde met betrekking tot de uitvoering van de Wsw beter in te kunnen spelen op wijzigingen die zich bij gemeenten (en gemeenschappelijke regelingen) van jaar op jaar kunnen voordoen, zoals gemeentelijke herindelingen, is het Besluit financieel verdeelmodel gewijzigd (Stb. 2001, 684). Hierin is nu de mogelijkheid opgenomen dat een gemeente in een dergelijk geval de subsidie voor de uitvoering van de wet "overdraagt" aan een andere gemeente.


3. Verslag uitvoering Wsw
Met ingang van 1 januari 2002 is op grond van artikel 20 van de Wsw, zoals dat artikel luidt na de inwerkingtreding van de Invoeringswet SUWI, ook in de Wsw het zogenoemde verslag over de uitvoering ingevoerd. Hiertoe is de Regeling financiering en verantwoording Wet sociale werkvoorziening aangepast (Stcrt. 2001, 250). Een dergelijk verslag over de uitvoering bestaat al langer voor de Abw, de IOAW en de IOAZ en is met ingang van
1 januari 2002 ook voor de WIW van kracht. Voor de Wsw is er voor gekozen dit verslag vooralsnog te beperken tot het onderdeel van de kostenopgave (voorheen jaaropgave). Dit betekent dat het verslag over de uitvoering van de Wsw dit jaar feitelijk nog niet zal afwijken van de jaaropgave 2001.




8

4. Percentage taakstelling begeleid werken
In artikel 2 van het Besluit arbeidsinpassing en begeleiding sociale werkvoorziening is aangegeven dat bij ministeriële regeling jaarlijks wordt bepaald welk deel van de door de gemeente in te vullen Wsw-dienstbetrekkingen of arbeidsovereenkomsten als bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van de Wsw, ten minste wordt gebruikt voor het bij voorrang aangaan van arbeidsovereenkomsten begeleid werken. Dit percentage, dat voor het jaar 1998 was vastgesteld op 15% en voor de jaren 1999 tot en met 2001 is verhoogd tot 25%, wordt voor het jaar 2002 gehandhaafd op 25%, zoals vastgelegd in de gewijzigde Regeling arbeidsinpassing en begeleiding sociale werkvoorziening (Stcrt. 2001, 188). Wel worden voor het jaar 2002 voor het eerst plaatsingen vanuit een Wsw-dienstbetrekking naar begeleid werken meegeteld. Het aantal plaatsingen in begeleid werken moet voor het jaar 2002 ten minste 25% bedragen van de som van het aantal plaatsingen vanaf de wachtlijst en het aantal arbeidsovereenkomsten begeleid werken dat is aangegaan vanuit dienstbetrekkingen. Hiermee kunnen gemeenten sneller voldoen aan de gestelde norm van 25%. Bovendien wordt hiermee plaatsing vanuit een (eventueel tijdelijke) Wsw- dienstbetrekking naar begeleid werken gestimuleerd.

Indien u nog vragen hebt, kunt u die stellen via de regionale servicelijnen van het ministerie:

servicelijn telefoon provincie

RC-SZ Noord 050 - 599 25 55 Groningen, Friesland, Drenthe

RC-SZ Oost 026 - 352 08 99 Overijssel, Gelderland, Flevoland

RC-SZ Noordwest 020 - 660 42 50 Noord-Holland, Utrecht

RC-SZ Zuidwest 078 - 632 15 22 Zuid-Holland, Zeeland

RC-SZ Zuid 040 - 266 88 88 Noord-Brabant, Limburg

De directeur Arbeidsmarktbeleid Bijzondere Groepen,

(P.L. Stroink)