NKI/AvL
Het Nederlands Kanker Instituut
Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis
ACTUEEL
Patiënteninformatie
Nieuwe diagnostiek voor borstkanker: veelbelovend maar nog niet
beschikbaar
Onlangs is bekendgemaakt dat gebruik van een nieuwe technologie
(micro-arrays) meer inzicht kan geven in het gedrag van borsttumoren.
Door betere voorspelling van de neiging tot uitzaaiing van de tumor,
kan de behandeling worden aangepast. Dertig tot veertig procent van de
borstkankerpatiënten zou dan een behandeling met chemotherapie en/of
hormonen bespaard kunnen blijven. Wie met de diagnose borstkanker
geconfronteerd wordt, wil natuurlijk weten of de nieuwe diagnostiek al
beschikbaar is. Helaas is dat op dit moment nog niet zo. In deze brief
informeren wij u waarom dat niet het geval kan zijn en wat de
verwachtingen daaromtrent zijn. Maar eerst leggen we uit wat er nu
precies ontdekt is en voor welke patiënten dit hopelijk in de nabije
toekomst bijdraagt aan een verbetering in behandeling.
Borstkanker en behandeling
Borstkanker treft in Nederland een op de twaalf vrouwen. In bijna alle
gevallen is de tumor goed te behandelen door middel van een operatie,
al dan niet in combinatie met bestraling. Hierdoor kan het terugkomen
van de ziekte in het operatiegebied goed worden voorkomen, maar er
blijft een kans bestaan op uitzaaiingen op afstand (dus naar botten,
lever, longen en andere plaatsen). Vaak zijn deze uitzaaiingen bij het
stellen van de diagnose nog niet te vinden omdat ze nog te klein zijn.
In de maanden en jaren na de behandeling kunnen ze groeien en als ze
eenmaal vindbaar zijn bij lichamelijk onderzoek of op röntgenfoto's te
zien zijn is een genezende behandeling niet meer mogelijk.
In tegenstelling tot zichtbare uitzaaiingen zijn de microscopisch
kleine uitzaaiingen, die na chirurgie en bestraling nog in het lichaam
kunnen zijn achtergebleven, wel te genezen met medicijnen. Maar omdat
er geen methode bestaat om aan te tonen of er wel of niet
microscopische uitzaaiingen zijn achtergebleven, ontvangen heel veel
patiënten een aanvullende behandeling met medicijnen. Dit heet
adjuvante therapie. Vooral bij jongere vrouwen en borstkankerpatiënten
van middelbare leeftijd wordt er vaak gekozen voor chemotherapie, al
dan niet in combinatie met hormonen. Oudere vrouwen krijgen meestal
alleen hormonen.
Adjuvante therapie met medicijnen heeft veel bijwerkingen. Dit geldt
speciaal voor de chemotherapie. Misselijkheid, moeheid, haaruitval en
infectierisico's zijn hier voorbeelden van. Als er geen
micro-uitzaaiingen zijn zou het dus de voorkeur hebben om ook geen
chemotherapie toe te dienen. De bestaande technieken om de kans op
aanwezigheid van die uitzaaiingen vast te stellen zijn erg grof. Om
deze reden krijgen heel veel borstkankerpatiënten chemotherapie, voor
wie dit eigenlijk niet nodig zou zijn. Er is dus sprake van een (nu
nog) onvermijdelijke overbehandeling.
Zaait de tumor uit of niet?
Net als het ontstaan van kanker, wordt ook uitzaaien bepaald door de
gestoorde activiteit van bepaalde genen. Genen sturen alle functies
van cellen aan. Door allerlei oorzaken kunnen die genen beschadigd
raken. Gestoorde genenactiviteit is er de oorzaak van dat de cellen
ongebreideld gaan delen en er een tumor ontstaat. Daar kunnen vele
(deels nog onbekende) genen een rol bij spelen, die ook elkaars
werking onderling beïnvloeden. De werking van bepaalde genen bepaalt
ook of een tumor al dan niet uitzaait.
Onderzoekers van het NKI/AvL hebben in samenwerking met een Amerikaans
bedrijf voor het eerst een nieuwe technologie toegepast op
borsttumorweefsels. Deze micro-array technologie maakt het mogelijk de
activiteit van tienduizenden genen in borsttumorweefsels gelijktijdig
te beoordelen. Dat was voorheen niet mogelijk: terwijl elke cel zo'n
30.000 genen bevat, kon men ze nooit in onderlinge samenhang bekijken.
Tijdens het onderzoek heeft men twee patronen van genenactiviteit
ontdekt: één dat zich voornamelijk voordeed bij patiënten die na
operatie/radiotherapeutische behandeling uitzaaiingen hadden gekregen
en een ander bij patiënten die grote kans hadden ziektevrij te
blijven.
De studie werd toegepast op bewaarde tumorweefsels van patiënten onder
de 55 jaar (tumor
Wat hebben patiënten hier aan?
De ontdekking, die gepubliceerd werd in het toonaangevende
wetenschappelijke tijdschrift Nature, is een van de eerste die met
behulp van de micro-array techniek is bereikt. Het toont aan dat deze
technologie, waarvoor overal in de wereld wetenschappelijke
laboratoria worden opgezet, werkelijk kan bijdragen aan een betere
diagnose en daardoor aan een betere behandeling van patiënten. Men
verwacht, met de nodige zekerheidsmarges, dat er dertig tot veertig
procent minder adjuvante behandelingen bij borstkanker gegeven hoeven
te worden. Toch is er nu geen test voor patiënten aanwezig. Hoe komt
dat?
1. Het onderzoek dat nu is gedaan, is het eerste in een reeks. Om
vergissingen uit te sluiten is het in de wetenschap gebruikelijk om
bepaalde onderzoeken verschillende keren te herhalen. Pas als blijkt
dat onderzoekers uit verschillende centra steeds dezelfde resultaten
boeken, is er pas echt sprake van zekerheid. Naar verwachting zullen
dit jaar herhalingsexperimenten plaatsvinden. Het NKI/AvL legt de hand
aan de laatste analyses van zo'n 300 volgende weefsels.
2. De tests en analyses nodig voor dit specifiek type van onderzoek
kunnen op dit moment nog niet in Nederland plaatsvinden: om tot de
meest betrouwbare analyses te komen zijn bepaalde dure micro-arrays
nodig plus zeer geavanceerde computerapparatuur en -software voor
analyse van de gegevens. Het Amerikaanse bedrijf waar het NKI/AvL dit
onderzoek mee heeft gedaan beschikt daarover en stelt ze nu, in het
kader van het wetenschappelijk onderzoek, gratis ter beschikking. Ook
in Nederland zijn bepaalde faciliteiten, maar die zijn nu nog
onvoldoende ingericht op dergelijke diagnostiek.
3. De tests hebben plaatsgevonden in het kader van een
wetenschappelijk onderzoek. De uitslag van de test duurt echter veel
te lang als de keuze voor behandeling dringt. Er moet eerst een
'routine'-procedure komen om diagnostiek in de praktijk mogelijk te
maken. De onderzoekers van het NKI/AvL verwachten dat met zo'n
procedure de bepaling in principe binnen enkele dagen tot een uitslag
kan leiden. Zij verwachten dat een routinelaboratorium voor dit doel
binnen twee jaar te realiseren is, mits voorzien kan worden in ruimte
en financiering en de samenwerking met de Amerikaanse partner hiertoe
kan worden voortgezet. Het NKI/AvL, dat bestaat uit zowel een
oncologisch ziekenhuis als een wetenschappelijke onderzoeksinstelling,
heeft het voornemen een faciliteit in te richten die de diagnostiek
snel kan ontwikkelen en op de markt kan brengen, zodat patiënten in
heel Nederland ervan kunnen profiteren. Dit zal hoe dan ook enkele
jaren in beslag nemen.
4. Een voorwaarde om de techniek als extra diagnostiek toe te gaan
passen in Nederland is de instemming van ziektekostenverzekeraars, die
immers de test moeten gaan vergoeden.
Helaas is het nog te vroeg om aan patiënten deze vorm van diagnostiek
aan te bieden. De hoop is dit binnen twee jaar wel te kunnen doen.
Vooralsnog is het van belang de beste behandeling te kiezen. Laat u
zich daarover in gesprekken met uw behandelend arts goed voorlichten.
Vragen
Als deze uitleg toch nog aanvullende vragen bij u oproept, is het
zinvol hier met uw behandelend arts over te spreken. U kunt ook
contact opnemen met het Voorlichtingscentrum van het NKI/AvL: 020-512
2991.
30 januari 2002
---
Plesmanlaan 121 - 1066 CX Amsterdam