Ministerie van Justitie
30.01.2002
Cassatie tegen vrijspraak wordt mogelijk
Cassatie bij de Hoge Raad tegen een vrijspraak door de feitenrechter
(Rechtbank of Hof) wordt mogelijk. Het cassatieverbod tegen vrijspraak
van artikel 430 Wetboek van Strafvordering (Sv) wordt daartoe
geschrapt. Dat is belangrijk voor de ontwikkeling van de
jurisprudentie. Bovendien is niet langer gerechtvaardigd dat tegen
alle einduitspraken van de feitenrechter cassatie openstaat terwijl
dat alleen bij vrijspraak niet het geval is. Dat zijn hoofpunten uit
een wetsvoorstel van minister A.H. Korthals van Justitie, dat onlangs
bij de Tweede Kamer is ingediend.
Cassatie is een toetsing door de Hoge Raad van de einduitspraak door
de feitenrechter aan motiveringsvereisten en het recht in het
algemeen. Dat kan leiden tot vernietiging of het in stand blijven van
de uitspraak van de feitenrechter. Een rechter kan, anders dan een
veroordeling, zes einduitspraken doen die gunstig zijn voor de
verdachte. Hij kan de dagvaarding kan nietig verklaren, zich onbevoegd
verklaren, het OM niet ontvankelijk verklaren, de vervolging schorsen,
de verdachte ontslaan van rechtsvervolging of vrijspreken. Er is naar
het oordeel van de minister geen goede reden om bij al deze uitspraken
cassatie toe te staan behalve bij de vrijspraak.
Een belangrijke reden om het cassatieverbod van artikel 430 Sv op te
heffen ligt in de opkomst van jurisprudentieel bewijsrecht, met name
op het terrein van het onrechtmatig verkregen bewijs. Onrechtmatig
verkregen bewijs moet in een strafzaak door de rechter soms buiten
beschouwing worden gelaten. Dat kan er dan toe leiden dat een ten
laste gelegd feit niet bewezen kan worden en een verdachte wordt
vrijgesproken. Het is slecht voor de rechtsontwikkeling dat de vraag
of bewijsmateriaal terecht is uitgesloten niet aan de Hoge Raad kan
worden voorgelegd.
De minister vindt bovendien dat de verslechtering van de positie van
de verdachte die van de wijziging het gevolg is moet worden gezien als
een kleine correctie op de algemene verbetering van zijn positie die
de ontwikkeling van de rechtspraak op het terrein van het onrechtmatig
verkregen bewijs met zich mee heeft gebracht. De minister oordeelt
verder dat het cassatie-verbod van artikel 430 Sv niet meer van deze
tijd is. Het verbod is afkomstig uit de in Franse recht bestaande
juryrechtspraak. Daarbij werd er van uitgegaan dat als 'het volk' in
de vorm van een jury iemand had vrijgesproken een juridische toets in
cassatie niet op zijn plaats is. Een dergelijke historische
legitimatie van het verbod gaat in Nederland, waar immers geen
jury-rechtspraak bestaat, niet op.
Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze
pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie,
telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@best-dep.minjust.nl,
fax: (070) - 3707594
Laatst gewijzigd: 31-01-2002