NIBUD Persbericht

nibudan.gif (21455 bytes) P E R S B E R I C H T

30-01-2002

Loonstrookje in euros, even schrikken?

De loonstrookjes in euros zijn binnen. Eerst is er de schrik, het bedrag is toch meer dan gehalveerd. (Veel Nederlanders denken nog in guldens, blijkt uit een euro-onderzoek dat het NIBUD samen met Trouw hield.)

Maar uiteindelijk zal het meevallen. De meeste huishoudens in Nederland krijgen in 2002 meer op hun bankrekening bijgeschreven dan vorig jaar. Dit is vooral het gevolg van forse loonontwikkelingen (gemiddeld 3,5%) en diverse fiscale voordelen in verband met werk en kinderen. Sommige kosten zijn behoorlijk gestegen per 1 januari. Denk bijvoorbeeld aan gas en de particuliere ziektekostenverzekeringen. Per saldo kunnen de meeste huishoudens in 2002 toch een paar euro tientjes per maand meer uitgeven dan in 2001. Dit blijkt uit enkele voorbeeld berekeningen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD).

Werkenden en huishoudens met kinderen gaan er het meest op vooruit. Alleenstaande werkende ouders met kinderen ouder dan 12 jaar ontvangen bijvoorbeeld beduidend meer. Zij profiteren van de verhoogde kinderkorting en de aanvullende alleenstaande-ouderkorting. Die gelden nu allebei ook voor kinderen boven de 12 jaar. Ook toetreders op de arbeidsmarkt en ouderen die (blijven) werken profiteren van stimuleringsregelingen.

Nier iedereen profiteert evenveel
De verhoging van een aantal vaste lasten tikt het hardst aan bij mensen zonder werk en bij degenen die de loonstijging van 3,5% mislopen. Zij gaan er over het algemeen maar weinig op vooruit.

Voorbeelden

Onderstaande voorbeelden laten zien hoeveel huishoudens er in 2002 gemiddeld in koopkracht op voor- of achteruit gaan. Het zijn nadrukkelijk voorbeeldhuishoudens, waarbij de situaties simpel gehouden zijn.

1. 2 personen, 2 kinderen (8 en 6). Huurwoning. Eenverdiener bruto 26.320 (2001)

2001 2002

Bruto inkomen 26320 27240

Netto inkomen 1515 1570 Voorlopige Teruggaaf 145 185

(Heffingskorting niet-werkende partner, Kinderkorting, Combinatiekorting)

Kinderbijslag 140 145 Besteedbaar inkomen 1800 1900

Stijging inkomen 100
Stijging uitgaven 45
Saldo 55

Dit gezin (Jan Modaal) profiteert vooral van de hogere kinderkorting (30,-)

2. 2 volwassenen; 3 kinderen (12, 6 en 2). Eigen woning 150.000, volledige hypotheek. Bruto
35.000 (fulltime) en 10.000 (2 dagen per week). Voor die 2 dagen 1 hele dag kinderopvang en 1 NSO.

2001 2002

Bruto inkomen partner 1 35.000 36.225 Bruto inkomen partner 2 10.000 10.350

Netto inkomen partner 1 2010 2080 Netto inkomen partner 2 690 715 Voorlopige Teruggaaf 315 325

(Eigen huis, Kinderkorting, Combinatiekorting
, Kinderopvang)

Kinderbijslag 215 220

Besteedbaar inkomen 3230 3340

Stijging inkomen 110
Stijging uitgaven 100
Saldo 10

Door de gestegen vaste lasten, vooral de ziektekosten stijgt de koopkracht van dit gezin (2x modaal) maar weinig.

3. Alleenstaande, WAO-uitkering, 20.000, huurwoning

2001 2002

Bruto inkomen 20.000 20.700

Besteedbaar inkomen 1230 1270

Stijging inkomen 40
Stijging uitgaven 30
Saldo 10

De stijging van het inkomen gaat voor driekwart op aan de duurdere vaste lasten. Maar deze alleenstaande in de WAO gaat er net op vooruit.

4. Alleenstaande ouder, kind van 14. Werkt. Bruto inkomen 20000. Huurwoning

2001 2002

Bruto inkomen 20.000 20.700

Netto inkomen 1230 1270 Voorlopige Teruggaaf 125 205 (Kinderkorting, Alleenstaande-ouderkortingen)

Kinderbijslag 75 80 Tegemoetkoming schoolkosten 45 45

Besteedbaar inkomen 1475 1600

Stijging inkomen 125
Stijging uitgaven 35
Saldo 90

Deze alleenstaande werkende ouder gaat er flink op vooruit. Dit komt voornamelijk doordat de kinderkorting en de alleenstaande-ouderkorting in 2002 ook gelden voor kinderen ouder dan 12 jaar.

5. Echtpaar, geen kinderen, minimumloon. Huurhuis

2001 2002

Bruto inkomen 15.130 15.735

Netto inkomen 1005 1045 Voorlopige Teruggaaf 130 135 (Partner zonder inkomen)

Besteedbaar inkomen 1135 1180

Stijging inkomen 45
Stijging uitgaven 30
Saldo 15

Dit echtpaar heeft te maken met een stijging van de uitgaven. Maar door de grotere stijging van het inkomen stijgt de koopkracht toch.

6. Echtpaar, geen kinderen. Ene partner 31.585, ander 21.055. Samen 2 keer modaal. Eigen woning: 150.000. Volledige hypotheek.

2001 2002

Bruto inkomen partner 1 31.585 32.690 Bruto inkomen partner 2 21.055 21.790

Netto inkomen partner 1 1855 1920 Netto inkomen partner 2 1275 1320 Voorlopige Teruggaaf 260 260 (Eigen huis)

Besteedbaar inkomen 3390 3500

Stijging inkomen 110
Stijging uitgaven 90
Saldo 20

Dat dit gezin er procentueel niet zoveel op vooruit gaat komt voornamelijk door de gestegen ziektekosten.

7. Alleenstaande, bijstand

2001 2002

Bijstand 740 770

Stijging inkomen 30
Stijging uitgaven 20
Saldo 10

Ondanks de stijging van de vaste lasten gaat deze alleenstaande in de bijstand er gemiddeld nog iets op vooruit.

Verantwoording bij de voorbeelden

* Er is uitgegaan van gemiddelde loonontwikkeling van 3,5%. Individueel kan dit natuurlijk verschillen.
* Over de totale uitgaven is een inflatie van 2,25% berekend.
* De voorbeelden geven de verwachte gemiddelde bedragen in 2002 versus de gemiddelden over 2001, zowel qua inkomsten als qua uitgaven. Immers, in januari heb je nog niet meteen met alle effecten te maken.

* De bedragen zijn omgerekend naar gemiddelde maandbedragen. Fiscale voordelen, vakantiegeld , kinderbijslag en dergelijke zijn al bij het netto maandbedrag geteld.

* De bedragen zijn zoveel mogelijk afgerond op 5,-.
* De hier genoemde huishoudens zijn slechts voorbeelden, waarbij bewust de situatie bijzonder simpel is gehouden. In werkelijkheid gebeurt er natuurlijk veel meer in een huishouden. Promotie, veranderen van baan, (gedeeltelijk) stoppen met werken, gezinsuitbreiding, verhuizing, kinderen naar de middelbare school e.d. zijn gebeurtenissen die veel meer van invloed zijn op het besteedbare inkomen van huishoudens.

* Als gevolg van het bovenstaande zullen huishoudens zich nooit helemaal herkennen in de hier gegeven voorbeelden.