Gemeente Enkhuizen
RAADSNOTULEN
Notulen vergadering gemeenteraad Enkhuizen
Enkhuizen, 4 december 2001.
Zakelijk verslag van het verhandelde in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Enkhuizen, gehouden op dinsdag 4 december 2001 te
20.00 uur, in het wijkcentrum `De Witte Duif', Meeuwenlaan, Enkhuizen.
Voorzitter: de heer drs. S.P.M. de Vreeze, burgemeester. Secretaris: de heer J.J.J. van Huffelen, gemeentesecretaris.
Aanwezig 17 leden, namelijk:
mevrouw E.F. Dangermond-Hilderink (vvd) alsmede
de heren
H.F.P. Bode (pvda, wethouder),
C.H. Boland (d66),
N.P. Dol (vl/gl, wethouder),
J. Domburg (pvda),
H. van Doornik (cda, wethouder),
Th. de Geus (ChristenUnie/sgp),
W. Hæntjens (vvd),
J. Hart (eb),
J.W. Hekkert (vvd),
F.C. Jans (Lijst Jans),
J. Lok (vl/gl),
D. van Pijkeren (ChristenUnie/sgp),
W. Rieuwerts (vl/gl).
drs. J.S. Tesselaar (eb),
K.P. van der Veen (pvda) en
D. Wiersma (cda).
Agenda Voorstel
1. Opening.
2. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.
3. Verslag van de vergadering gehouden op 13 november 2001.
4. Ingekomen stukken en mededelingen. 144
5. Benoeming bestuursleden rsg. 137
6. Benoeming en ontslag bestuursleden stichting oowo. 143
7. Verzelfstandiging campings; overdracht aan Vitadome bv. 131
8. Invoering betaald parkeren. 130
8a. Referendumverzoeken betaald parkeren.
9. Referendumverzoek grondverkoop Fruittuinen. 145
10. Wijziging huisvestingsverordening onderwijs. 115
11. Wijziging huisvestingsverordening onderwijs 2002. 140
12. Renovatie aula en inrichting tot stiltecentrum op de gemeentelijke
begraafplaats. 118
13. Ecolint. 123
14. Voorbereidingsbesluit hoek Vijzelstraat/Wegje en Rikkert 35 E. 124
15. Grondverkoop De Oksel. 125
16. Gemeenschappelijke regeling gghonh. 126
17. Verordening op het gebruik van de openbare ruimte op het Dirck
Chinaplein en de Gependam. 128
18. Aanpassing belastingverordeningen 2002. 129
19. Wegsleepregeling. 132
20. Najaarsnota. 134
21. Verordening op de heffing en invordering van haven- en liggelden
Enkhuizen 2002. 135
22. Wijziging gemeenschappelijke regeling caw. 136
23. Jaarverslag abw 2000. 138
24. Wijziging Verordening leerlingenvervoer in verband met de euro.
139
25. Beleidsplan abw 2002. 141
26. Jaarrekening 2000 en begroting 2002 rsg. 142
27. Onderzoeksopdracht aan de rekeningcommissie naar efficiëntie en
effectiviteit van het gemeentelijke subsidiebeleid.
28. Rondvraag.
29. Sluiting.
1. Opening.
De voorzitter
opent de vergadering en heet allen hartelijk welkom. Deze bijeenkomst
wordt vanwege het grote aantal belangstellende burgers in de grote
zaal van De Witte Duif gehouden.
De heer Jans
(Lijst Jans) legt de volgende verklaring af. Zoals men vandaag in een
krantenbericht heeft kunnen lezen, is hij per 1 december jongstleden
als lid van Enkhuizer Belang geroyeerd. Jammer, maar hieruit vloeit
wel voort dat een solide basis ontbreekt voor een verdere samenwerking
met de eb-fractie. Vandaar dat hij heeft besloten voortaan op
persoonlijke titel constructief aan het raadswerk te zullen deelnemen,
en wel onder de naam `Lijst Jans'.
De voorzitter
: Waarvan akte.
Vervolgens laat spreker weten dat het college van burgemeester en
wethouders straks zal voorstellen punt 8, Invoering betaald parkeren,
en 8a van de agenda af te voeren. Iemand die iets over dit
ordevoorstel wil zeggen, kan dat doen wanneer dat agendapunt aan de
orde wordt gesteld.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
2. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.
De voorzitter
trekt penning nummer 16 uit het mandje, waarna de secretaris meedeelt
dat volgens de presentielijst eventuele hoofdelijke stemmingen zullen
aanvangen bij de heer De Geus.
3. Verslag van de vergadering gehouden op 13 november 2001.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) verwijst naar bladzijde 18. Ten aanzien van het voorstel
inzake de verkoop van grond, gelegen aan de Fruittuinen, bevond hij
zich in de wat moeilijke positie zowel het meerderheids- als het
minderheidsstandpunt van zijn fractie te moeten verwoorden. Beide
standpunten zijn met twee vette punten aangegeven. Voor alle
duidelijkheid moet worden vermeld dat het eerste standpunt de
opvatting van de mìnderheid en het tweede standpunt de mening van de
méérderheid van de fractie is.
De voorzitter
stelt voor in de desbetreffende spreekbeurt van de heer Rieuwerts
achter de eerste punt de woorden `Een deel' te vervangen door `De
minderheid' en achter de tweede punt de woorden `Het andere gedeelte'
te wijzigen in `De meerderheid'
De heer Rieuwerts
(vl/gl): Akkoord.
Op bladzijde 28 is weergegeven dat hij heeft gevraagd waar de
zogenaamde `ouderenbus' is gebleven. Tot nu toe is deze vraag niet
beantwoord
Wethouder Van Doornik
(cda) meldt dat die bus achter het verzorgingshuis in Lutjebroek is
geparkeerd. Aan dat voertuig moet een behoorlijke reparatie worden
uitgevoerd. Overigens is het probleem van het vervoer van
vrijwillig(st)ers tussen Enkhuizen en Hoorn vice versa opgelost.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) benadrukt dat de oude bus naar Enkhuizen zou terugkomen; onder
die voorwaarde werd geld voor een andere bus beschikbaar gesteld.
De voorzitter
lijkt het verstandig deze kwestie in de commissie van de heer Van
Doornik verder te bespreken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de
aangebrachte correcties, vervolgens het verslag van de op 13 november
2001 gehouden raadsvergadering vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
(Voorstel nummer 144, 2001.)
1. Bekrachtiging van het door burgemeester en wethouders bij de Raad
van State ingestelde beroep en ingediende verzoek om voorlopige
voorziening gericht tegen het besluit van gedeputeerde staten van
Noord-Holland om gedeeltelijk goedkeuring te onthouden aan het
bestemmingsplan `Landelijk gebied Enkhuizen 2001'.
Burgemeester en wethouders stellen voor het ingestelde beroep en het verzoek om voorlopige voorziening te bekrachtigen.
De heer Lok
(vl/gl) laat weten dat de fractie van Verenigd Links/groenlinks in
lijn met haar eerdere stellingname niet met dit collegevoorstel kan
instemmen.
De voorzitter
neemt aan dat, gelet op de voorgeschiedenis, de gehéle fractie van de
heer Lok een aantekening wenst.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de fractie
van Verenigd Links/groenlinks geacht wil worden te hebben
tegengestemd.
2. Brief, de dato 7 november 2001, van gedeputeerde staten van
Noord-Holland te Haarlem met betrekking tot de goedkeuring van het
bestemmingsplan `Vette Knol'.
3. Brief, de dato 14 november 2001, van de Raad van State te Den Haag
waarin meegedeeld wordt dat een verzoek om voorlopige voorziening is
ontvangen van mvc `Pegasus' tegen het besluit, de dato 18 september
2001, van gedeputeerde staten van Noord-Holland waarbij gedeeltelijk
goedkeuring werd onthouden aan een gedeelte van het bestemmingsplan
`Landelijk gebied'.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze
ingekomen stukken, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders, voor kennisgeving aangenomen.
4. Brief, de dato 15 november 2001, van het Sociaal Beraad Enkhuizen
met betrekking tot de beantwoording van diens brief van 14 september
2001.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
De heer Boland
(d66) verbaast zich hooglijk over deze zaak. In de raadscommissie is
over de vorige brief gezegd dat geen juiste beantwoording heeft
plaatsgevonden. Nu wordt echter helemaal geen antwoord meer gegeven!
Behandeling van deze brief op commissieniveau is het minste dat de
gemeente kan doen.
Wethouder Van Doornik
(cda): Geen enkel probleem.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
5. Brief, de dato 12 november 2001, van F.F. Stakelbeek en J.M.G.
Rietdijk te Lieden met betrekking tot raadsvoorstel 131 omtrent de
verkoop van de campings aan Vitadome bv.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten:
a. kennis te nemen van de inhoud van deze brief;
b. deze voor zover van belang te betrekken bij de behandeling van
raadsvoorstel nummer 131 inzake de verkoop van de campings aan
Vitadome bv en
c. vervolgens ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders
te stellen.
6. Brief, de dato 16 november 2001, van J. Braas te Heerhugowaard
waarin, op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur, gevraagd wordt
om toezending van diverse stukken rond de verkoop van de camping
`Enkhuizer Zand' aan de Kooiweg.
Burgemeester en wethouders stellen voor:
a. kennis te nemen van de inhoud van deze brief;
b. deze voor zover van belang te betrekken bij de behandeling van
raadsvoorstel nummer 131 inzake de verkoop van de campings aan
Vitadome bv en
c. vervolgens ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders
te stellen.
De heer Boland
(d66) heeft gezien dat in de brief van de heer Braas uitsluitend wordt
verzocht bepaalde stukken toe te zenden. Als daaraan gevolg is
gegeven, kan dit schrijven als `afgehandeld' worden beschouwd.
De voorzitter
: Ja, dat is gebeurd.
De heer Hart
(eb) brengt naar voren dat de fractie van Enkhuizer Belang geen
voorstandster is van het voorstel de brieven nummers 5 tot en met 8
ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders te stellen.
De voorzitter
: Dat kan, maar brief nummer 6 is, zoals uit het antwoord op de
opmerking van de heer Boland kan worden geconcludeerd, inmiddels al
afgedaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gemaakte
opmerking, vervolgens conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
7. Brief, de dato 20 november 2001, van de directeur van het
Zuiderzeemuseum te Enkhuizen met betrekking tot het verzoek betrokken
te worden bij de verdere planontwikkeling die voortvloeit uit de
nieuwe eigendomssituatie van de camping `Enkhuizer Zand'.
8. Brief, de dato 26 november 2001, van Advocatenkantoor Klaver te
Alkmaar namens de Belangenvereniging Camping Enkhuizer Zand inzake een
aansprakelijkheidsstelling waarmee haar leden zijn en zullen worden
geconfronteerd als gevolg van de verkoop van de campings aan Vitadome
bv.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten:
a. kennis te nemen van de inhoud van deze brieven;
b. deze voor zover van belang te betrekken bij de behandeling van
raadsvoorstel nummer 131 inzake de verkoop van de campings aan
Vitadome bv en
c. vervolgens ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders
te stellen.
9. Brief, de dato 25 oktober 2001, van de heer J. Teters te Enkhuizen
met betrekking tot een verzoek om subsidie in de kosten van de
aanschaf van een gesloten voertuig.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten
dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor welzijn,
economische zaken en verkeer.
10. Brief, de dato 20 november 2001, van het Wetenschappelijk Bureau
GroenLinks te Utrecht met betrekking tot de aanbieding van het rapport
`De staatsgreep van de zesde macht?'
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten
dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor algemeen
bestuurlijke en organisatorische zaken.
Mededelingen.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp) leest in zijn hoedanigheid van voorzitter van de
rekeningcommissie van de gemeente Enkhuizen de volgende verklaring
voor.
`De formele aanwijzing van een ambtelijk secretaris heeft sinds de
instelling van de rekeningcommissie in mei 2000, dus zo'n 19 maanden
geleden, nog steeds níét plaatsgevonden. Diverse brieven over dit
onderwerp, waarin bij herhaling de omvang van de ambtelijke
ondersteuning èn het door de commissie gewenste kwaliteitsniveau voor
het college van burgemeester en wethouders uitvoerig zijn uiteengezet,
zijn door het college níét beantwoord.
De commissie acht de manier waarop het college met de
rekeningcommissie omgaat, zéker gelet op het belang dat destijds door
de gemeenteraad aan de instelling van de rekeningcommissie is gehecht,
niet alleen afkeurenswaardig, maar zo langzamerhand ook volstrekt
ongeloofwaardig. Dat één en ander de continuïteit van de werkzaamheden
intussen niet ten goede is gekomen, zal men zich wellicht kunnen
voorstellen.
De rekeningcommissie brengt onder de aandacht dat zij met ingang van
20 november jongstleden haar werkzaamheden weer volledig heeft hervat,
waarbij zij uitgaat van een inzet van haar secretaris van 50 %, dus
0,5 fte. Een nieuwe onderzoeksopzet wordt thans uitgewerkt en zal
binnenkort aan de gemeenteraad ter bespreking worden aangeboden.
Als het college van burgemeester en wethouders van mening is dat de
ambtelijke ondersteuning anders moet worden ingericht, hetzij in
kwalitatief hetzij in kwantitatief opzicht, wil de commissie hierover
in de gemeenteraad inhoudelijk met het college kunnen discussiëren.
Het zou de commissie zeer teleurstellen indien het college al op
voorhand één van de kansen onbenut laat die de Wet Dualisering
Gemeentebesturen voor de verlevendiging van het politieke proces
biedt. De cultuurverandering, die het doel is van de dualisering,
dreigt op die manier volledig aan de gemeente Enkhuizen voorbij te
gaan.
Tenslotte. De commissie heeft kennis genomen van het collegestandpunt
inzake het advies van de rekeningcommissie over het Jaarverslag 2000.
Dit standpunt was geagendeerd voor de op 18 oktober jongstleden
gehouden vergadering van de raadscommissie rof. De rekeningcommissie
kan zich vinden in de opvattingen van het college en ziet met
belangstelling de uitwerking van haar aanbevelingen - in dit geval in
het Jaarverslag 2001 van de gemeente - tegemoet.'
De voorzitter
reageert dat dit signaal, waaruit onvrede blijkt, terecht in de
gemeenteraad wordt gegeven, want de leden van de rekeningcommissie
zijn uit het midden van en door de raad benoemd. Ter vermijding van
een lange discussie in deze vergadering doet spreker de toezegging dat
* de leden van de rekeningcommissie op zeer korte termijn voor een
gesprek zullen worden uitgenodigd;
* daarvan in de op 19 december te houden openbare vergadering van de
raadscommissie aboz verslag zal worden gedaan;
* de rekeningcommissie desgewenst in de daaropvolgende
raadsvergadering op één en ander kan terugkomen.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp) Akkoord.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
De voorzitter
inventariseert vervolgens aan de hand van de opgevoerde agendapunten
over welke voorstellen de gemeenteraad wil spreken. De voorstellen die
geen discussie behoeven, worden geacht te zijn aanvaard.
10. Wijziging huisvestingsverordening onderwijs.
(Voorstel nummer 115, 2001.)
11. Wijziging huisvestingsverordening onderwijs 2002.
(Voorstel nummer 140, 2001.)
16. Gemeenschappelijke regeling gghonh.
(Voorstel nummer 126, 2001.)
18. Aanpassing belastingverordeningen 2002.
(Voorstel nummer 129, 2001.)
19. Wegsleepregeling.
(Voorstel nummer 132, 2001.)
22. Wijziging gemeenschappelijke regeling caw.
(Voorstel nummer 136, 2001.)
23. Jaarverslag abw 2000.
(Voorstel nummer 138, 2001.)
24. Wijziging Verordening leerlingenvervoer in verband met de euro.
(Voorstel nummer 139, 2001.)
25. Beleidsplan abw 2002.
(Voorstel nummer 141, 2001.)
26. Jaarrekening 2000 en begroting 2002 rsg.
(Voorstel nummer 142, 2001.)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de
voorstellen van burgemeester en wethouders onder de nummers 10, 11,
16, 18, 19 en 22 tot en met 26 overeenkomstig de aangebonden
ontwerpbesluiten aanvaard.
De voorzitter
constateert vervolgens dat zich voor zowel agendapunt 14 als
agendapunt 17 slechts één spreker heeft aangemeld. Een goede reden om
beide punten eerst af te handelen.
14. Voorbereidingsbesluit hoek Vijzelstraat / Wegje en Rikkert 35 E.
(Voorstel nummer 124, 2001.)
De heer Hæntjens
(vvd) merkt op dat in dit geval sprake is van een zogenaamde
`zelfstandige projectprocedure'. Dit betekent dat de verdere invulling
feitelijk aan het college van burgemeester en wethouders wordt
overgelaten. Wethouder Bode heeft echter beloofd dat schriftelijk zal
worden aangegeven hoe met de verschillende uitzonderingsgevallen ex
artikel 19 zal worden omgegaan. De bedoeling is dat de gemeenteraad
kenbaar kan maken al dan niet grip op een bepaalde ruimtelijke
ontwikkeling te willen houden.
Wethouder Bode
(pvda) deelt mee dat het bedoelde stuk in de meest recente bijeenkomst
van de raadscommissie rof ter tafel heeft gelegen. Aan de inhoud
daarvan zal de hand worden gehouden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders
overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.
17. Verordening op het gebruik van de openbare ruimte op het Dirck
Chinaplein en de
Gependam.
(Voorstel nummer 128, 2001.)
De heer Hekkert
(vvd) wijst namens de fractie van de vvd dit het collegevoorstel af.
Burgemeester en wethouders proberen via dit raadsstuk alsnog betaald
parkeren op de genoemde locaties in te voeren. Dat is volslagen
overbodig, want aldaar kan prima met het aanwijzen van blauwe zones en
vergunningplaatsen worden volstaan.
De voorzitter
hoopt dat de heer Hekkert met een aantekening in de notulen wil
volstaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard, onder aantekening dat de fractie van de vvd
geacht wil worden te hebben tegengestemd.
De voorzitter
benoemt hierna met het oog op de agendapunten 5 en 6 tot leden van het
stembureau de heren Jans, Boland en Rieuwerts. Het tellen van de
stemmen zal in de eerstvolgende schorsing plaatsvinden, zodat zo min
mogelijk tijd verloren gaat.
7. Verzelfstandiging campings; overdracht aan Vitadome bv.
(Voorstel nummer 131, 2001.)
De voorzitter
vestigt de aandacht op de volgende, door de eb-fractie ingediende
motie, die hij als een ordevoorstel beschouwt en derhalve allereerst
zal worden behandeld.
`De gemeenteraad van Enkhuizen,
in vergadering bijeen op dinsdag 4 december 2001,
overwegende:
- dat onzekerheid bestaat ten aanzien van de gemeentelijke
herindeling;
- dat onvoldoende overleg is gevoerd met de gebruikers van de
recreatiegronden en andere mogelijkheden niet voldoende onderzocht
zijn;
besluit:
voorstel nummer 131 van de agenda af te voeren;
en gaat over tot de orde van de dag.'
De heer Hart
(eb) licht de motie als volgt toe. Tijdens de commissievergadering is
onduidelijk gebleven wie of wat Vitadome is en in de toekomst zal
zijn. Vooral het laatste is belangrijk, omdat over de te verkopen
grond geen voor de gebruikers van de camping heldere afspraken zijn
gemaakt. Bovendien is één en ander onvoldoende onderzocht.
De heer Lok
(vl/gl) is medeondertekenaar van de motie; hij heeft zijn handtekening
overigens uit puur democratische overwegingen gezet. Met betrekking
tot de inhoud begreep hij dat de onzekerheid over de gemeentelijke
herindeling de kapstok voor het gewenste uitstel was.
De heer Hart
(eb): De gemeentelijke herindeling is één van de argumenten om tot
uitstel te besluiten. In de motie zijn echter meer punten opgesomd.
De voorzitter
: Misschien is het goed kort uit te leggen waarom juist de
gemeentelijke herindeling als eerste overweging is genoemd om de
voorgestelde overdracht van de campings van de raadsagenda af te
voeren.
De heer Hart
(eb): In de algemene beschouwing van de fractie van Enkhuizer Belang
is aangegeven waarom geen stukje grond mag worden verkocht, totdat
zeker is wat met Enkhuizen in het kader van de gemeentelijke
herindeling zal gebeuren.
De heer Jans
(Lijst Jans) zal de motie niet steunen, omdat
* de komende gemeentelijke herindeling geen reden is om de campings
al dan niet te verkopen;
* de eb-fractie niet aangeeft wat zij wil nadat dit onderwerp van de
agenda is afgevoerd.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp) vermeldt dat zijn fractie evenmin behoefte aan de motie
heeft. De motie maakt de verwarring eerder groter dan kleiner.
De heer Boland
(d66) meent dat de wijze waarop de motie wordt behandeld onjuist is.
Zijns inziens moet aan het einde van de discussie een besluit over de
motie worden genomen, zodat iemand om andere dan in de motie verwoorde
reden kan voorstemmen.
De voorzitter
: Daarstraks is duidelijk gezegd dat de motie als een ordevoorstel
wordt beschouwd en als zodanig zal worden behandelen. Daartegen heeft
niemand bezwaar gemaakt.
De heer Boland
(d66): De gang van zaken is en blijft onjuist. Overigens spreekt de
inhoud van de motie de fractie van d66 niet aan.
De heer Wiersma
(cda) acht de procedure wel correct; als de motie wordt aangenomen,
behoeft immers vanavond niet meer over de campings te worden
gesproken. De fractie van het cda steunt de motie echter niet.
De heer Lok
(vl/gl) schaart zich achter de zienswijze van de voorzitter dat de
motie in wezen een ordevoorstel is. Over de inhoud van de eb-motie
moet worden opgemerkt dat voor de fractie van Verenigd
Links/groenlinks onduidelijk is wat sedert 8 mei jongstleden is
veranderd. Ook toen speelde de onzekerheid over de gemeentelijke
herindeling een rol. Op dat moment had de destijds nog volledige
eb-fractie evenwel geen enkel bezwaar tegen verzelfstandiging van de
campings. In de raadsnotulen van de op 8 mei 2001 gehouden vergadering
staat op bladzijde 19:
`De heer Hart (eb): Dan gaat de fractie van Enkhuizer Belang met dit
voorstel akkoord.'
De heer Hart
(eb): De fractie van Enkhuizer Belang heeft in principe nog steeds
geen bezwaar tegen verkoop van de campings. Momenteel zijn echter veel
aspecten (nog) niet voldoende onderzocht, vandaar dat wordt gevraagd
het collegevoorstel terug te nemen.
De heer Lok
(vl/gl): Dan was het beter geweest als de motie zich tot deze
overweging had beperkt. Het argument `onzekerheid over de
gemeentelijke herindeling' is er echt aan de haren bijgesleept.
De heer Hekkert
(vvd) ziet evenmin in welke rol de gemeentelijke herindeling bij de
verzelfstandiging van de campings speelt. Ook waagt de fractie van de
vvd te betwijfelen dat onvoldoende overleg met de gebruikers heeft
plaatsgevonden. Bovendien is de fractie het oneens met de stelling dat
andere mogelijkheden niet voldoende zijn onderzocht. Kortom: de
vvd-fractie wijst de eb-motie af.
De heer Domburg
(pvda) voert aan dat de motie van de heer Hart weer eens duidelijk
aantoont dat de eb-fractie heel ònduidelijk kan zijn. Zo laat de heer
Hart geheel in het midden wàt niet voldoende onderzocht zou zijn. De
fractie van de pvda steunt het ordevoorstel dan ook niet.
De voorzitter
distilleert uit de gemaakte opmerkingen dat in de raad onvoldoende
draagvlak voor de eb-motie bestaat en zij derhalve als `verworpen'
moet worden bestempeld.
Naar aanleiding van dit raadsvoorstel heeft de heer Rieuwerts het
volgende amendement ingediend.
`De gemeenteraad van Enkhuizen,
in vergadering bijeen op dinsdag 4 december 2001,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders de dato 6 november
2001, nummer 131, besluit:
1. kennis te nemen van alle biedingen met betrekking tot de
verzelfstandiging van de campings;
2. vast te houden aan de bestuursopdracht en de daarin vastgelegde
rand- en procesvoorwaarden, zoals door de raad besloten in zijn
vergadering van 8 mei 2001;
3. de bieding van Vitadome bv gevestigd in De Wilgen als de beste
bieding te beoordelen en, mits de bieder zich bereid verklaart zich
aan te sluiten bij de recron, deze ook te zien als een bieding die
voor de gemeente acceptabel is;
4. mits de bieder zich bereid verklaart zich aan te sluiten bij de
recron definitief te besluiten tot de verzelfstandiging van de
campings door de bieding van Vitadome bv, met de daarin gestelde
voorwaarden, te accepteren;
5. slechts kennis te nemen van de financiële aspecten van deze
transactie in afwachting van een definitieve financiële afwikkeling;
6. de begroting voor het dienstjaar 2002 dienovereenkomstig te
wijzigen;
en gaat over tot de orde van de dag.'
De heer Rieuwerts
(vl/gl) verklaart dat het amendement niet zomaar uit de lucht is
gevallen. Met betrekking tot deze overdracht heeft de vl/gl-fractie in
zowel de commissie wev als de commissie rof haar zorgen uitgesproken
over de behartiging van de belangen van de huidige campinggebruikers.
De gemeente moet in dezen echter geen partij willen zijn en daarom
heeft de fractie haar oog op de recron laten vallen. Deze organisatie
heeft onder andere gedragsregels voor dit soort situaties opgesteld en
bovendien kan men naar een geschillencommissie stappen. Aangezien uit
alle verschenen publicaties mag worden opgemaakt dat de aspirant-koper
van goede wille is, zal deze geen bezwaar hebben tegen de voorwaarde
dat aansluiting bij de recron moet worden gezocht.
De heer Hekkert
(vvd) schetst dat de in het vl/gl-amendement opgenomen voorwaarde te
ver gaat. Alhoewel aansluiting bij de genoemde organisatie zeker ook
in het belang van de exploitant van de campings is, voelt de
vvd-fractie er niets voor dat via de verkoop dwingend voor te
schrijven. Als de gemeente een activiteit privatiseert, moet zij
daarvan ook voldoende afstand nemen.
Ten aanzien van het voorstel als zodanig moet worden opgemerkt dat de
gemeente zelf de procedureregels voor de door haar voorgestane
verzelfstandiging van de campings heeft opgesteld. Tijdens de
procedure hebben zich allerlei zaken afgespeeld die onder het kopje
`voortschrijdend inzicht' kunnen worden begrepen, maar die vallen
buiten het kader van de geformuleerde opdracht. Overigens is over die
zaken, terecht, wèl gesproken. In deze materie is de rol van het sow
niet helemaal zuiver. De combinatie waarvan het samenwerkingsverband
deel uitmaakt, voerde een campagne die mooie plaatjes opleverde, maar
verder buiten de grenzen van dit voorstel viel.
Ten slotte. De fractie van de vvd wil zo nauwkeurig mogelijk de
afgesproken procedure blijven volgen. Mede aan de hand van de
resultaten die daaruit voortkomen, zal gesproken moeten worden over
vragen als: wat met het gebied buiten de campings moet gebeuren, hoe
met de buren en de bestaande voorzieningen dient te worden omgegaan
enzovoort.
De heer Hæntjens
(vvd) richt zich vooral op de ruimtelijkeordeningsaspecten. De
ontwikkeling van het Recreatieoord Enkhuizer Zand staat of valt met de
te volgen procedure. Over de verzelfstandiging van de campings heeft
het college op 28 november een toelichting geschreven. Daarin wordt in
het licht van de herinrichting ook de rol van het sow aangestipt.
Burgemeester en wethouders schrijven:
`Het heeft ons bevreemd dat het sow als verlengd lokaal bestuur zich
als partner heeft gebonden aan een ontwikkelingsmaatschappij.'
Waarom is dat vreemd? De historie leert dat het sow steeds partner van
de gemeente is geweest. In 1990 besloot de raad het rez aan het sow te
verkopen, omdat met name de pvda-fractie meende dat de gemeente
feitelijk dubbel betaalde. In 1992 verscheen het trap waarin veel
aandacht aan de ontwikkeling van het rez werd besteed. Vorig jaar werd
door het sow en de gemeente een gemeenschappelijk spoor uitgezet onder
de noemer `Streekstrandpark, ontwikkelingsmodel fase 1'. Deze fase,
onder meer de aanleg van een strand en een golfbreker omvattend, is nu
achter de rug. Tijdens fase 1 is al overleg gevoerd met een
architectenbureau over de ontwikkeling van het rez. Met het oog op de
daaraan verbonden uitgaven is een combinatie gevormd om een
kostendrager te vinden.
Deze zaak is in een stroomversnelling geraakt door het voornemen de
campings te verzelfstandigen. Opeens blijkt sprake te zijn van twee
sporen:
* de ruimtelijke ordening, in dit geval de herinrichting van het
Recreatieoord Enkhuizer Zand. Tot nu toe is slechts een
voorbereidingsbesluit genomen;
* de verzelfstandiging van de campings als uitkomst van de
kerntakendiscussie.
De fractie van de vvd heeft altijd gesteld dat de privatisering van de
campings de verdere ontwikkeling van het rez niet in de weg mag staan.
De fractie wenst één totaalvisie op het gehele recreatiegebied
`Enkhuizer Zand'. Voorts zij nog eens gewezen op de procesvoorwaarden
die aangeven dat de communicatie van belang is om tijdens het proces
geen problemen te ontmoeten.
Uit het voorgaande moet worden opgemaakt dat een tweesporenbeleid
wordt gevoerd. De trein op het spoor van de ruimtelijke ordening is
als eerste vertrokken. Voorkomen moet worden dat die trein in botsing
komt met de trein die het verzelfstandigingstraject aflegt. Dit leidt
tot een drietal vragen.
* Door in te stemmen met de bieding van Vitadome neemt de gemeente
de inspanningsverplichting op zich de noodzakelijke
ruimtelijkeordeningsprocedure te voeren om maximaal 100
recreatiewoningen ter plekke mogelijk te maken. Betekent dit dat
de ruimtelijkeordeningsprocedure buiten de raad om zal worden
gevoerd of is in de procedure ruimte voor inspraak?
* Hoe moet met het oog op de verdere ontwikkeling van het rez de
stellingname van het sow worden beoordeeld?
* De fractie van de vvd heeft vernomen dat tussen het sow en de
gemeente Enkhuizen overleg is gevoerd. Kan iets over het resultaat
daarvan worden meegedeeld?
De heer Wiersma
(cda) gaat allereerst op het vl/gl-amendement in. Ook de fractie van
het cda heeft moeite met de gedachte dat tijdens een lopend gesprek
opeens de voorwaarden worden veranderd. Vanzelfsprekend is aansluiting
bij de recron verstandig, want die organisatie heeft ongetwijfeld al
heel veel situaties uitgezocht en geregeld. Het lidmaatschap voorkomt
dat men zelf opnieuw het wiel moet uitvinden.
Waartoe besluit de raad vanavond precies? In het ontwerpbesluit staat
onder andere:
`4. definitief te besluiten tot de verzelfstandiging van de campings
door de bieding van Vitadome bv, met de daarin gestelde voorwaarden,
te accepteren;
5. slechts kennis te nemen van de financiële aspecten van deze
transactie in afwachting van een definitieve financiële afwikkeling;'
Voordat de definitieve financiële afwikkeling aan de orde komt, is het goed dat het college met Vitadome over aansluiting bij de recron spreekt, nagaat welke problemen daaraan mogelijk kleven, of sprake is van financiële consequenties en, zo ja, hoe die in de financiële afhandeling tot uitdrukking zullen komen. Commissie en/of raad zouden daarvan kennis moeten nemen om vervolgens een standpunt te kunnen bepalen. Dat is beter dan nu het amendement te aanvaarden.
De heer Jans
(Lijst Jans): Denkt de cda-fractie echt dat de gemeente na de
aanvaarding van dit raadsvoorstel nog terug kan?
De heer Wiersma
(cda): In punt 5 staat duidelijk dat nog een definitieve financiële
afwikkeling op tafel zal komen.
De heer Jans
(Lijst Jans): Jawel, maar in punt 4 wordt expliciet gesteld dat de
gemeente de bieding van Vitadome accepteert en dus is een overeenkomst
ontstaan waar het gemeentebestuur niet meer onderuit kan.
De heer Wiersma
(cda): Het amendement heeft niet als strekking onder de bieding uit te
komen, althans dat is niet gebleken, maar kan worden opgevat als een
toevoeging - lidmaatschap recron - aan de verdere uitwerking.
De heer Hart
(eb): Als de heer Wiersma níét onder de bieding uit wil komen, wat wil
hij dan wèl?
De heer Wiersma
(cda): De definitieve financiële afwikkeling moet nog plaatsvinden,
dan zal duidelijk worden wanneer de bieder hoeveel betaalt.
De heer Boland
(d66): Hopelijk kan de wethouder straks precies aangeven wat onder
`een definitieve financiële afwikkeling' moet worden verstaan.
De heer Wiersma
(cda): Bovendien moet in de financiële afwikkeling naar de twee sporen
worden gekeken, opdat de raad de financiële consequenties van één en
ander kan overzien.
Ten aanzien van het collegevoorstel zoals dat nu voorligt, kan worden
meegedeeld dat de fractie van het cda hiermee in beginsel akkoord
gaat.
In de commissie werd veel waardering getoond voor het plan van het
sow, zij het dat de uitwerking daarvan te veel tijd in beslag zou
nemen. Verder had meer voorbereidend werk moeten worden gedaan; zo had
men bijvoorbeeld met betrekking tot de indijking van een stukje van
het IJsselmeer de hogere overheden moeten polsen. Overigens kan het
gedeelte dat expliciet door het sow wordt genoemd later alsnog in
ontwikkeling worden genomen.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp) betoogt dat dit raadsvoorstel zonder meer zou kunnen worden
aangenomen, ware het niet dat nogal wat zaken die met de overdracht
aan Vitadome samenhangen om verheldering vragen.
In de toelichting bij het advies van burgemeester en wethouders de
dato 1 november is terecht gesteld dat een visie dient te bestaan op
de ontwikkeling van het recreatieoord. Het college noemt de visie van
Vitadome `een groeimodel', waarbij op voorhand niets vaststaat. Tevens
schrijft het college van burgemeester en wethouders in diens
toelichting van 28 november dat het niet buiten de huidige gebruikers
om tot een visie kan en wil komen.
In de niet ondertekende brief, de dato 28 november, van Vitadome
staat:
`Wij huiveren er echter voor ons overleg inzake de overname van de
campings te verstoren door hierover nu reeds vergaande voorstellen in
te dienen. Als de behoefte hiertoe ontstaat, dan vernemen wij dat
echter graag en zullen wij in een aanvullend, constructief overleg met
u een totaalvisie ontwikkelen op het betrokken gebied en voorstellen
doen voor een verantwoorde invulling.'
Worden ook de huidige gebruikers hierbij betrokken? In hoeverre kan
het gemeentebestuur zekerheden afdwingen? Nog een citaat:
`Ten aanzien van de aspecten van meer morele aard zou ik het volgende
met u willen delen. Vanuit onze achtergrond van maatschappelijk
ondernemen, werken wij met een stelsel van normen en waarden, dat is
gebaseerd op wederzijds respect, eerlijkheid, loyaliteit en
betrouwbaarheid. Dit vertaalt zich in een personeelsbeleid dat is
gericht op het creëren van een prettige werksfeer, waarbinnen iedereen
helder heeft wat de doelstelling van de onderneming is en deze
doelstelling in het handelen centraal stelt.'
De cu/sgp-fractie mist hierin het ook zonodige morele overleg met de
gebruikers.
De diverse brieven van gebruikers maken duidelijk dat veel onrust
heerst. Vooral wordt als `verontrustend' ervaren dat in het voorstel
de belangen van de huidige bewoners niet worden genoemd. Het feit dat
de huidige gebruikers massaal hebben gereageerd, doet veronderstellen
dat er vuur is daar waar het rookt. Naar de mening van de
cu/sgp-fractie is de verzelfstandiging van de campings, waarvan ook de
fractie een voorstandster is, niet de kern van de discussie, maar de
onduidelijkheid, ingegeven door onbeantwoorde vragen.
De fractie van de cu/sgp lijkt het zuiverder en voor de gebruikers positiever de directie van Vitadome eens uit te nodigen zich voor te stellen aan diegenen die geacht worden een verantwoorde en weloverwogen beslissing te nemen. De fractie vraagt het collegevoorstel terug te nemen en níét uit te varen bij mist.
De heer Hart
(eb) vult het betoog van de heer Van Pijkeren met de volgende
opmerkingen aan.
Op het te verkopen deel van de camping is een midgetgolfbaan gevestigd
die mogelijk moet verdwijnen. Hierover is in het onderhandelingsproces
niet gesproken. Met het desbetreffende bedrijf heeft geen enkele vorm
van communicatie plaatsgevonden.
Het sow heeft een plan voor de verbetering van het recreatieoord
ingediend. Heeft de voorzitter van deze raad in overleg met de overige
12 West-Friese gemeenten nimmer helderheid over het Recreatieoord
Enkhuizer Zand verkregen?
De cu/sgp-fractie merkte daarstraks terecht op dat nimmer een
behoorlijk overleg met de gebruikers van de camping werd gevoerd. De
fractie van Enkhuizer Belang onderschrijft deze opmerking ten volle en
verzoekt daarom het raadsvoorstel terug te nemen.
De heer Jans
(Lijst Jans) begint zijn speekbeurt met de mededeling dat hij vóór
verkoop van de campings is. Het is immers geen kerntaak van de
gemeente een camping in stand te houden en de eventuele daaruit
voortvloeiende tekorten te dekken. Aan de andere kant is het ook zo
dat, wanneer een besluit moet worden genomen, dat zorgvuldig dient te
gebeuren. Hij heeft niet de indruk dat momenteel een weloverwogen
beslissing kan worden genomen. De raadsleden hebben op het laatste
moment allerlei aanvullende informatie gekregen; de reikwijdte daarvan
kan hij niet geheel overzien. Het is dan ook verstandig het advies van
de cu/sgp-fractie op te volgen. Dat biedt de mogelijkheid nog eens
goed naar alle `ins' en `outs' te kijken en vervolgens een zorgvuldige
beslissing te nemen. Zodoende kan worden voorkomen dat achteraf moet
worden gezegd: `Hadden we maar . . .'
De heer Boland
(d66) ontkomt niet aan de indruk dat het gemeentebestuur vastloopt,
omdat het vasthoudt aan de afgesproken procedure voor de
verzelfstandiging. Overigens meent ook de d66-fractie dat tot
verzelfstandiging van de campings moet worden overgegaan. De daarvoor
afgesproken procedure heeft twee nogal verrassende plannen opgeleverd,
te weten één van Vitadome en één van de Ontwikkelingscombinatie
Enkhuizer Zand. Als gevolg van de tijdsdruk die het gemeentebestuur in
de procedure zichzelf heeft opgelegd, dreigt nu een situatie te
ontstaan waarin geen van beide plannen voldoende zijn besproken of
beoordeeld. Tegen deze achtergrond is het wellicht verstandig te
besluiten op de eigen schreden terug te keren en een eind aan de
procedure te breien. Vervolgens zou met alle betrokkenen moeten worden
gediscussieerd over een visie op het totale gebied en de vraag hoe die
het beste kan worden gerealiseerd.
Met betrekking tot Vitadome heeft de d66-fractie in de commissie een
behoorlijk aantal vragen gesteld, maar de beantwoording daarvan is wat
teleurstellend. Zo is op grond van informatie van betrokkenen aan de
wethouder gevraagd de betrouwbaarheid van de partner te controleren.
Daarop is geantwoord dat de partner heeft laten weten bijzonder
betrouwbaar te zijn; niet erg overtuigend! Het had voor de hand
gelegen een gespecialiseerde derde in te schakelen om de solvabiliteit
en kredietwaardigheid na te gaan.
De rol van het sow geeft reden om een concrete vraag te stellen. Wat
heeft de Enkhuizer vertegenwoordiger in het sow-bestuur nagelaten,
waardoor deze gemeente in de rare situatie is terechtgekomen dat zij,
nota bene lid van het sow casu quo het recreatieschap West-Friesland,
via een brief aan die instanties haar mening kenbaar moet maken?
Na de behandeling in de commissie hebben betrokkenen bepaalde zaken genoemd, bijvoorbeeld de mogelijkheid mobiele bungalows te plaatsen. Welke voor- en nadelen daaraan kleven, zijn op dit moment niet duidelijk. In dit licht kan men zich net als de cu/sgp-fractie afvragen of het wel verstandig is nu een besluit te nemen, want dat bergt immers het risico in zich dat later met spijt moet worden geconstateerd dat het resultaat niet bevredigend is.
De fractie van d66 zal het vl/gl-amendement steunen. Enerzijds kan men
zeggen dat met de aanvaarding van het amendement wordt ingegrepen in
de bedrijfsvoering van de koper. Anderzijds is het zo dat met
betrekking tot de overname van het personeel wèl eisen zijn gesteld en
ook daarmee wordt feitelijk in de bedrijfsvoering ingegrepen. Het is
daarom niet meer dan consequent voor zowel het personeel als de
huidige gebruikers op te komen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) spreekt namens de meerderheid van de vl/gl-fractie. Vanavond
gaat het niet om de vraag of de campings al dan niet moeten worden
verzelfstandigd, want daartoe heeft de raad al besloten. Nu is aan de
orde aan wie de campings worden verkocht en op welke wijze.
In de commissie zijn veel vragen gesteld. De antwoorden hebben een
inzicht in de financiële kant van de zaak opgeleverd dat weliswaar
niet voor 100 % bevredigend is, maar zeker geen reden vormt om dit
raadsvoorstel af te wijzen.
Helaas is het college er niet in geslaagd de onzekerheid over het
sociale gezicht van de aspirant-koper weg te nemen. Volgens het
college en de heden verschenen krant hecht Vitadome veel waarde aan
goed overleg, ook met de huidige gebruikers. Mede naar aanleiding
hiervan is het amendement ingediend. De gemeente heeft ten aanzien van
het personeel haar verantwoordelijkheid genomen en behoort dat ook ten
opzichte van de huidige gebruikers te doen.
De heer Lok
(vl/gl) verwoordt het minderheidsstandpunt van de vl/gl-fractie. Op 8
mei werd besloten tot verzelfstandiging van de gemeentelijke campings
over te gaan. Aan dat besluit was een bestuursopdracht toegevoegd,
waarin expliciet was opgenomen waaraan de ten opzichte van de
gegadigden te volgen procedure diende te voldoen. In die
bestuursopdracht wordt onder punt 5 gezegd:
`De aspirant-koper moet ervan uitgaan dat het eventueel realiseren van
recreatiewoningen of iets dergelijke niet zal worden toegestaan.'
Na deze hoofdzin is een `tenzij' opgenomen. In de loop van het proces
heeft dat `tenzij' wel bijzonder veel nadruk gekregen. Het is
begrijpelijk dat dan uiteindelijk financiële motieven de doorslag
geven, maar ook andere ontwikkelingen, minder grootschalig, zijn
denkbaar. Spreker heeft zich in het verleden altijd verzet tegen elke
vorm van woningbouw in het recreatieoord en dit standpunt is niet
veranderd. Hij is dan ook tegen het collegevoorstel. Zijn voorkeur
ging en gaat uit naar overdracht van de campings op basis van erfpacht
- de gemeente heeft dan zeggenschap over toekomstige ontwikkelingen -
aan een natuurlijke partner op het Enkhuizer Zand. Op het Enkhuizer
Zand zijn meer natuurlijke partners te vinden waarbij de belangen van
de huidige gebruikers (beter) zijn gegarandeerd. Weliswaar zouden die
niet de allerhoogste prijs hebben betaald, maar wel de beste indien
àlle factoren in ogenschouw waren genomen.
Van de kant van de gemeente Enkhuizen is gesteld en in stukken
vastgelegd dat de mogelijk door Vitadome te bouwen recreatiewoningen
beslist niet gedurende het gehele jaar mogen worden bewoond. Het is
dan ook verbazingwekkend ergens anders te moeten lezen dat Vitadome
juist streeft naar recreatiewoningen die permanent mogen worden
bewoond. Dat kan niet de bedoeling zijn!
De heer Domburg
(pvda) onderschrijft de stelling dat het beheren van een camping geen
gemeentelijke kerntaak is, vandaar dat in december 1999 is
uitgesproken dat een traject naar verzelfstandiging zal worden
gevolgd. Daartoe zijn in een bestuursopdracht 15 randvoorwaarden en 7
procesvoorwaarden geformuleerd. Nadien heeft een groot aantal
gebruikers in commissievergaderingen standpunten kenbaar gemaakt. De
meeste gebruikers begrijpen dat de gemeente tot verzelfstandiging wil
overgaan, maar hebben problemen met het gekozen bedrijf, namelijk
Vitadome, en de belofte die wethouder Van Doornik zou hebben gedaan,
te weten dat in de komende tien jaar niets zou veranderen. In de
notulen is die belofte echter niet terug te vinden.
Veel brieven, krantenstukken en uitspraken van insprekers zijn niet op feitelijkheden gebaseerd, maar zijn vanuit gevoelens, die op zich begrijpelijk zijn, tot stand gekomen. Wie een mooi plekje heeft, voelt er vanzelfsprekend niets voor dat te moeten afstaan. Ook prijsverhogingen worden doorgaans níét toegejuicht! Toch moet er iets gebeuren. Iemand heeft al opgemerkt dat nog een brief van Vitadome is binnengekomen. Er is wel degelijk naar de financiële draagkracht en achtergrond van het bedrijf gekeken. Toegezegd is dat met de huidige gebruikers zal worden gesproken, het is zelfs de bedoeling een zogenaamd oezo op te zetten. Hoe dan ook, de pvda-fractie heeft niet de indruk dat Vitadome onbetrouwbaar is, integendeel.
De heer De Geus
(cu/sgp) Niemand heeft gezegd dat Vitadome onbetrouwbaar is. Wel heeft
de fractie van de cu/sgp voorgesteld een vertegenwoordiging van dat
bedrijf uit te nodigen zich in Enkhuizen te presenteren.
De heer Domburg
(pvda): Ik heb voornamelijk gedacht aan uitspraken die in de commissie
door burgers zijn gedaan. Misschien werd het woord `onbetrouwbaar'
niet gebruikt, maar dat was wel de strekking van veel opmerkingen. In
ieder geval is het juist dat de cu/sgp-fractie dat woord niet in de
mond heeft genomen.
De heer Hart
(eb): Wie heeft dat woord wel gebruikt?
De heer Domburg
(pvda): Ik weet niet meer of dat woord echt werd uitgesproken, maar de
toonzetting van veel uitspraken kwam daar wel op neer.
Dan het vl/gl-amendement inzake aansluiting bij de recron. De
achterliggende gedachte is zonder meer goed, maar toch heeft de
pvda-fractie moeite met het amendement. Als de gemeente het
lidmaatschap van de recron belangrijk achtte, had dat vooraf aan
Vitadome kenbaar moeten worden gemaakt. Het is wel denkbaar dat in het
eerstvolgende contact met Vitadome wordt geadviseerd aansluiting bij
de recron te zoeken.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp) Niet alleen het lidmaatschap van de recron had in een eerder
stadium aan de orde moeten komen; er zijn meer zaken onduidelijk en
dit verklaart waarom hier zo veel mensen aanwezig zijn.
De heer Domburg
(pvda): In ieder geval hadden dit soort randvoorwaarden op een eerder
moment in het proces aan de bieders bekend moeten zijn. Naar de mening
van de pvda-fractie kan nu hoogstens sprake zijn van een advies.
Uiteraard zou Vitadome er zeker goed aan doen daarmee aan de slag te
gaan. Overigens kent spreker de recron niet en ook de voorwaarden et
cetera van die organisatie zijn hem onbekend, zodat hij de gevolgen
van het lidmaatschap niet kan overzien.
De heer Rieuwerts
(vl/gl): In de vergadering van de raadscommissie rof zijn de twee
pagina's tellende voorwaarden van de recron aan iedereen uitgereikt!
De heer Domburg
(pvda): Ik heb de inhoud van dat stuk niet meer voor de geest. Hoe dan
ook, het is goed de bedoeling van het amendement met een positieve
houding te benaderen, maar het gaat te ver die dwingend op te leggen.
Samenvattend: de fractie van de pvda gaat met het collegevoorstel
akkoord.
De voorzitter
schorst hierna de beraadslagingen voor collegeoverleg.
(Schorsing.)
De voorzitter
heropent de beraadslagingen.
Wethouder Van Doornik
(cda) beantwoordt de gestelde vragen en opmerkingen als volgt.
De heer Hekkert en anderen hebben met betrekking tot de verzelfstandiging van de campings waardering voor de tot nu toe gevoerde, zuivere procedure en de daarbij getoonde inzet uitgesproken. Het resultaat daarvan, overdracht aan Vitadome, ligt nu voor.
Aan het adres van met name de heer Hæntjens is het goed nog eens kort
aan te geven waarom het college voor Vitadome heeft gekozen. Dat
bedrijf heeft een visie voor de komende vijf à tien jaar
gepresenteerd, waarin ook aandacht is besteed aan de relatie met
natuurlijke partners, zoals gemeente, museum, recreatieschap,
Sprookjeswonderland en andere belanghebbenden. Bij de verdere
uitwerking heeft de gemeente Enkhuizen uitdrukkelijk een vinger in de
pap.
Op advies van de commissie heeft nog nader overleg met Vitadome
plaatsgevonden. Van die kant is nadrukkelijk gezegd dat, wanneer de
raad tot overdracht heeft besloten, de gebruikers van de camping bij
de plannen en de uitwerking daarvan zullen worden betrokken. Ook
Vitadome acht het van groot belang dat tussen alle partijen vertrouwen
ontstaat.
Eén van de prangende, in de commissie gestelde vragen betrof de
financiële positie van Vitadome. Vanmiddag is een bankgarantie
afgegeven, zodat over de betaling geen twijfel kan bestaan.
In de richting van de heer Lok kan worden meegedeeld dat de recreatiewoningen niet permanent mogen worden bewoond.
Volgens de heer Hart heeft geen contact met de exploitant van de
midgetgolfbaan plaatsgevonden. Deze stelling moet worden bestreden.
Meermaals is met de exploitant gesproken en daarbij is op alle
(on)mogelijkheden gewezen.
De heer Hart
(eb): Zijn in die contacten afspraken over de toekomstige positie
gemaakt?
Wethouder Van Doornik
(cda): De ruimtelijke visie is kenbaar gemaakt aan
vertegenwoordigingen van zowel de kampeerders als de midgetgolfbaan.
Bovendien zijn de gevolgen van dit raadsvoorstel en de toekomstige
(on)mogelijkheden besproken. Ook heeft de exploitant van de
midgetgolfbaan gebruik gemaakt van de mogelijkheid diens zaak voor de
raadscommissie rof te bepleiten.
De heer Hart
(eb): Zijn aan de heer Wouters toezeggingen gedaan die het
voortbestaan van de midgetgolfbaan garanderen?
Wethouder Van Doornik
(cda): Nee.
De heer Lok
(vl/gl): Volgens de wethouder mogen de recreatiewoningen niet
gedurende het gehele jaar worden bewoond. Hoe verhoudt deze uitspraak
zich tot de tekst:
`Recreatiewoningen beschikbaar gedurende het gehele jaar zullen een
economische spin-off realiseren voor de middenstand van Enkhuizen.'
Het is welhaast onmogelijk te voorkomen dat recreatiewoningen
permanent worden bewoond en daaruit vloeit een problematiek voort die
landelijk genoegzaam bekend is.
Wethouder Van Doornik
(cda): In het overleg met Vitadome is duidelijk gezegd dat de
recreatiewoningen niet permanent mogen worden bewoond. Overigens mag
duidelijk zijn dat, wanneer wel mensen aanwezig zijn, zij allerlei
aankopen in de Enkhuizer binnenstad zullen doen.
De heer Lok
(vl/gl): Dat is niet de essentie van de vraag! De categorie bewoners
die permanent in een recreatiewoning verblijft, draagt op geen enkele
wijze bij aan de kosten die een gemeente maakt. Aangezien
gemeentebesturen geen vinger achter deze problematiek kunnen krijgen,
overweegt de gemeente Apeldoorn of Amersfoort een forensenbelasting in
te voeren. Is ook de wethouder voornemens zo'n belasting in te voeren?
Wethouder Van Doornik
(cda): Nee hoor. Belastingen vallen onder de afdeling financiën en
daar gaat de heer Bode over!
Wethouder Bode
(pvda): De heer Bode kan alleen forensenbelasting invoeren indien de
raad daartoe heeft besloten! Aan de betrokken ondernemer is duidelijk
gemaakt dat het niet de bedoeling is de recreatiewoningen permanent te
laten bewonen. Ongetwijfeld zal dat hier en daar tòch gebeuren. Zodra
dat aan de orde is, zal het gemeentebestuur moeten bezien welk
instrumentarium ter beschikking staat om corrigerend te kunnen
optreden. De suggestie een forensenbelasting in te voeren, zal dan
zeker niet worden vergeten.
Wethouder Van Doornik
(cda): Goed.
Hetgeen zo-even aan het adres van de heer Hæntjens over de visie van
Vitadome is gezegd, moet de heer Van Pijkeren geruststellen. Vitadome
zal de gebruikers van de camping deelgenoot maken van de plannen die
in samenwerking met alle belanghebbenden in het gebied worden
ontwikkeld en uitgevoerd. Gelet op de noodzaak straks
bestemmingsplannen te wijzigen, zal duidelijk zijn dat met name de
gemeente Enkhuizen een zeer belangrijke partner is. Zoals bekend
moeten voor bestemmingsplanwijzigingen procedures worden gevolgd die
waarborgen dat belanghebbenden de mogelijkheid van inspraak hebben,
bezwaar kunnen maken enzovoort.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp): In hoeverre kan het gemeentebestuur zekerheden afdwingen? De
fractie van de cu/sgp blijft moeite houden met praten achteràf.
Wethouder Van Doornik
(cda): De gemeente kan geen zekerheden afdwingen. Zij zal de
voorgeschreven procedures starten, maar kan nimmer de garantie geven
dat die tot de gewenste resultaten zullen leiden. De uitkomst van de
inspraak en/of een mogelijke bezwarenprocedure is immers niet te
voorspellen. Ook Vitadome is hiervan op de hoogte.
De heer Rieuwerts stelt voor het lidmaatschap van de recron dwingend
voor te schrijven. Het college weet niet welke voorwaarden die
organisatie hanteert en derhalve is het niet juist het
vl/gl-amendement te aanvaarden. Wel is het goed Vitadome op het belang
van de recron te wijzen.
De heer Boland
(d66): Waarom kan de gemeente het lidmaatschap van de recron niet als
voorwaarde stellen?
Wethouder Van Doornik
(cda): Op dit moment kan niemand de eventuele gevolgen van die
voorwaarde overzien.
De heer Wiersma
(cda): Daarstraks is gevraagd twee trajecten naast elkaar te leggen,
te weten het traject zoals dat in het raadsvoorstel is beschreven en
een traject waarin het recron -lidmaatschap is opgenomen. De raad kan
dan zien wat het verschil is en welke consequenties daaraan kleven.
Wethouder Bode
(pvda): Als de heer Wiersma bedoelt dat Vitadome en de recron met
elkaar in gesprek moeten worden gebracht, is het college daartoe
bereid. Mocht uit dat overleg blijken dat Vitadome met extra kosten
wordt geconfronteerd, dan is het mogelijk in het kader van de
definitieve financiële afwikkeling te discussiëren over de vraag of de
raad die kosten geheel of gedeeltelijk voor rekening van de gemeente
wil laten komen.
De heer Wiersma
(cda): Dat doet onvoldoende recht aan het verzoek de belangen van de
kampeerders te beschermen. Het tweede traject zou duidelijk moeten
maken welke consequenties aan de orde zijn indien Vitadome verplìcht
wordt zich aan te sluiten bij de recron.
Wethouder Bode
(pvda): Volgens het raadsvoorstel bedraagt de verkoopprijs circa
f 4 miljoen. Als Vitadome wordt verplicht de recron-voorwaarden
te hanteren - het college kent die organisatie trouwens niet, maar
neemt zonder meer aan dat zij goed werk doet -, kan het zijn dat
Vitadome als gevolg van die nieuwe eis de verkoopprijs in
heroverweging zal nemen. In het kader van de financiële afwikkeling
van de verkoop kan de raad dan met een eventueel `gat' worden
geconfronteerd.
De heer De Geus
(cu/sgp): Voor alle duidelijkheid is het misschien wenselijk te
vermelden dat de recron voor kampeerexploitanten dezelfde rol vervult
als de bovag voor garages. Bovendien is het goed te weten dat de
recron-voorwaarden uitsluitend kunnen worden gewijzigd in overleg met
de Consumentenbond en de anwb. Dat maakt een bijzonder positieve en
betrouwbare indruk.
Het heeft spreker enigszins bevreemd dat een aantal bieders, afkomstig
uit vijf verschillende hoeken, weinig connecties met
campingactiviteiten heeft. Mede gelet hierop acht de fractie van de
cu/sgp het waardevol de voorgestelde bepaling alsnog op te nemen.
Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd): Wie in Enkhuizen een winkel koopt, kan níét worden verplicht
zich bij het mkb of Winkelhart Enkhuizen aan te sluiten.
Het college kent de voorwaarden enzovoort van de recron niet. Mag
hieruit worden afgeleid dat ook deze gemeente, exploitante van de
camping `Enkhuizer Zand', géén lid van de recron is? Zo nee: op welke
wijze worden in de huidige situatie de belangen van de kampeerders
gewaarborgd?
Wethouder Van Doornik
(cda): Zeer waarschijnlijk is de gemeente Enkhuizen geen lid van de
recron . . . O, het antwoord is volmondig: nee.
Wethouder Bode
(pvda) voegt de volgende opmerkingen aan de beantwoording van
wethouder Van Doornik toe. Over de ruimtelijke ordening kan nog worden
gezegd dat de raad een ruimtelijke visie heeft vastgesteld. De verkoop
van de camping past in dat kader. Overigens is de huidige visie
beperkt, het is de bedoeling op termijn een visie op de toekomst van
het gehéle gebied te ontwikkelen, dus inclusief zwembad,
Sprookjeswonderland, parkeerterreinen et cetera. Zo spoedig mogelijk
na de verkoop van de campings zal hierover met alle belanghebbenden
overleg worden gevoerd. Vanzelfsprekend zullen de normale procedures
in acht worden genomen - denk aan mogelijke bestemmingsplanwijzigingen
- en zal alles in commissie en raad worden besproken.
De heer Hæntjens
(vvd): De gemeente heeft de inspanningsverplichting op zich genomen de
noodzakelijke ruimtelijkeordeningsprocedure te voeren. In dat geval
kunnen echter twee wegen worden bewandeld, te weten de procedure
* die ruimte aan inspraak geeft en goedkeuring door de gemeenteraad
voorschrijft;
* volgen waarin inspraak en goedkeuring door de raad worden omzeild.
Is het de bedoeling de eerste mogelijkheid te kiezen, zodat de raad
grip op deze zaak kan houden?
Wethouder Bode
(pvda): Dat bepaalt de raad zelf.
De heer Hart
(eb): De heer Wiersma heeft meerdere keren gesteld dat deze zaak nog
opnieuw aan de raad zal worden voorgelegd. Is dat echt zo?
Wethouder Bode
(pvda): De heer Wiersma is het er mee eens dat de raad tot verkoop van
de campings besluit, en wel binnen de voorwaarden die in de stukken
zijn vastgelegd. Daarnaast is opgemerkt dat in het overleg met
Vitadome het lidmaatschap van de recron - meerderen hebben gezegd dat
de voorwaarden van die organisatie zinvol zijn - zal worden
aanbevolen. Als Vitadome hierop ingaat, maar vervolgens kan aantonen
dat daaraan een ander financieel plaatje hangt dan nu het geval is,
zal de raad moeten zeggen of dat al dan niet acceptabel is.
Wethouder Van Doornik
(cda): Na de verkoop zal de raad in ieder geval nog de definitieve
financiële afwikkeling te zien krijgen. Het totale verkoopbedrag is
mede gebaseerd op de realisering van maximaal 100 recreatiewoningen.
Alvorens die kunnen worden gebouwd, zal de daarvoor geëigende
procedure, die onder andere inspraak- en bezwaarmogelijkheden kent,
moeten zijn gevolgd.
De heer Boland
(d66): Dat kan jaren duren en is trouwens een geheel àndere financiële
afwikkeling dan de wethouder van financiën beschrijft.
Wethouder Bode
(pvda): Ter voorkoming van mogelijke misverstanden lijkt het goed kort
samen te vatten welke twee punten op dit moment de kern van de zaak
vormen.
* Het raadsvoorstel voorziet in verkoop van de campings aan Vitadome
tegen een bedrag van grofweg f 4 miljoen. Daarnaast is sprake
van een bedrag per gerealiseerde bungalow; dit onderdeel kan voor
de gemeente maximaal f 500.000,-- opleveren. Dat kan
vanzelfsprekend pas aan de orde zijn wanneer een voor alle
belanghebbende partijen aanvaardbare visie is ontwikkeld, de in
het geding zijnde bestemmingsplannen zijn gewijzigd en de
bungalows daadwerkelijk zijn gebouwd.
* Vanavond is toegezegd dat in de afronding van deze aangelegenheid
aan Vitadome zal worden gevraagd recron-voorwaarden - nogmaals:
het college kent die niet - te hanteren, omdat een groot deel van
de raad meent dat zodoende de verschillende belangen, vooral die
van de gebruikers, op een goede manier worden behartigd. Als
Vitadome dit verzoek honoreert, kàn blijken dat daaraan financiële
gevolgen zijn verbonden die de koper niet voor diens rekening wil
nemen. Mocht vervolgens de raad besluiten die uit de gemeentekas
te betalen, dan wordt feitelijk de verkoopprijs verlaagd.
De heer Hart
(eb): Als de raad daartoe níét wil besluiten, kan het gemeentebestuur
dan een schadeclaim verwachten?
De heer Boland
(d66): De wethouder maakt met dit verhaal de gemeentelijke
onderhandelingspositie, eufemistisch gezegd, niet sterk! Nu tot
verkoop besluiten en vervolgens moeten afwachten wat het overleg met
Vitadome oplevert, leidt tot de situatie dat de raad uiteindelijk
slechts `ja' of `nee' kan zeggen en in het eerste geval alles dient te
accepteren.
Wethouder Bode
(pvda): Niet ik maar de ráád heeft dit punt ter tafel gebracht!
De heer Jans
(Lijst Jans): Het is verstandig dat het college dit raadsvoorstel
terugneemt en opnieuw met de koper in overleg treedt. Misschien wil
Vitadome helemaal geen lid van de recron worden. In dat geval wordt nu
een overbodige discussie gevoerd.
Wethouder Van Doornik
(cda): Over de financiële afwikkeling kan nog het volgende worden
opgemerkt. Het personeel heeft de garantie dat de bij de gemeente
opgebouwde rechten niet zullen worden aangetast. Als de nieuwe
eigenaar, bijvoorbeeld, de cao voor campingpersoneel van toepassing
verklaart en personeelsleden komen daardoor in een slechtere
(financiële) positie te verkeren, zal de gemeente het verschil
ongedaan maken. Met andere woorden: de financiële afwikkeling kent
momenteel nog een aantal onzekere factoren.
De voorzitter
: Vergelijkbaar daarmee kan het gebeuren dat Vitadome straks zegt geen
bezwaar tegen aansluiting bij de recron te hebben, maar tevens het
daarbij behorende prijskaartje op tafel legt. De raad kan dan
besluiten dat voor rekening van de gemeente te laten komen.
Voor wat betreft het Samenwerkingsorgaan West-Friesland moet een
onderscheid worden gemaakt tussen het sow als bieder - het sow maakt
deel uit van de Ontwikkelingscombinatie Enkhuizer Zand - en als
gemeenschappelijke regeling waaraan 13 gemeenten, inclusief Enkhuizen,
deelnemen. Met de ontwikkelingscombinatie en de eerst
verantwoordelijke gecommitteerde is veel contact geweest, maar de
inhoud daarvan is nog niet in het algemeen bestuur van het sow aan de
orde geweest. Dit betekent dat spreker als lid van het algemeen
bestuur het beleid van het dagelijks bestuur van het sow nog niet
heeft kunnen beoordelen.
Over de rol van het dagelijks bestuur van het sow moet een opmerking
worden gemaakt. Het schreef op een gegeven moment een brief aan
burgemeester en wethouders van Enkhuizen. In dat schrijven werd druk
uitgeoefend met de bedoeling dat de bieding van de
Ontwikkelingscombinatie Enkhuizer Zand zou worden geaccepteerd. Als de
gemeente dat niet deed, moest zij er rekening mee houden dat het sow
zich niet meer verantwoordelijk zou voelen voor het onderhoud en de
verdere ontwikkeling van het gebied. Het college van Enkhuizen
reageerde met de schriftelijke mededeling dat deze opstelling van het
sow als `onzorgvuldig' werd beschouwd en dat hiervan afstand werd
genomen.
De heer Hæntjens
(vvd): Conform het gemeenschappelijke spoor van het sow en de gemeente
is fase 1 van Streekstrandpark gerealiseerd. Voor de rest van het plan
is (nog) geen geld. Het is dan ook wat verbazingwekkend dat het
college is geschrokken van de brief van het sow die bij de gemeente op
17 juli van dit jaar is binnengekomen. In feite constateert het sow
dat de gemeente kennelijk een ander spoor wil volgen en vraagt daarom
hoe het met de rest van het plan zit.
De voorzitter
: Uiteraard stelt de gemeente het op prijs dat het strandje is
opgeknapt en de bosschages `prettig' zijn gesnoeid, maar dit houdt
niet in dat het sow nu van verder onderhoud en investeringen is
gevrijwaard, integendeel.
De heer Hæntjens
(vvd): Mag uit deze woorden worden geconcludeerd dat de gemeente
Enkhuizen en het sow voor het Recreatieoord Enkhuizer Zand géén
ontwikkelingsmodel hebben gemaakt waarvan nu de eerste fase is
uitgevoerd?
De voorzitter
: In het verleden heeft het sow weliswaar allerlei
ontwikkelingsmodellen gepresenteerd, maar tevens gezegd dat de
daarvoor benodigde miljoenen guldens niet beschikbaar zijn.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp) behoeft in de tweede termijn geen lang betoog te houden. Toen
de voorzitter daarstraks de beraadslagingen voor collegeberaad
schorste, had hij de indruk dat burgemeester en wethouders hun
voorstel zouden terugnemen. Het tegendeel blijkt echter waar te zijn.
De beantwoording heeft zijn fractie niet kunnen overtuigen. Alhoewel
zij vóór verzelfstandiging van de campings is, moet toch vanwege de
huidige, mistige situatie met klem worden gevraagd het schip aan de
ketting te laten liggen en níét uit te varen.
De heer Hart
(eb) rapporteert dat ook de fractie van Enkhuizer Belang niet tevreden
is met de antwoorden die het college heeft gegeven. Hij zal dan ook
tegen het collegevoorstel stemmen.
De heer Jans
(Lijst Jans) wil weten hoe groot de afgegeven bankgarantie is. Het is
gebruikelijk dat een dergelijke garantie 10 % of 100 % bedraagt.
Ook hij had zo-even de indruk dat het college, gehoord de roep om
zorgvuldigheid, diens voorstel zou terugnemen, maar dat bleek, helaas,
niet zo te zijn.
Het is een vreemde gang van zaken eerst de overeenkomst met Vitadome
aan te gaan, deze onderneming vervolgens te vragen zich bij de recron
aan te sluiten en daarbij te zeggen dat de gemeente wellicht de
daaraan verbonden kosten zal betalen! Het gemeentebestuur moet eerste
weten of en, zo ja, hoeveel de voorwaarde `aansluiting bij de recron`
kost en kan pas daarna een definitief besluit nemen. Hij zal daarom
het raadsvoorstel niet steunen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) komt terug op het punt `recron'. Eén van de belangrijkste
voorwaarden die deze organisatie hanteert, is de procedure voor
prijsverhogingen en verplaatsingen. Daarnaast kan een beroep op de
geschillencommissie worden gedaan. Vandaar dat het amendement
aansluiting bij de recron beoogt. Een raadsmeerderheid steunt het
amendement helaas niet, maar is het wel met de intentie daarvan eens.
Hij rekent er dan ook op dat het college deze intentie nadrukkelijk
zal inbrengen in de nog met Vitadome te voeren onderhandelingen en het
resultaat daarvan naar commissie en/of raad terugkoppelt.
De heer Lok
(vl/gl) moet vaststellen dat het college en hij van mening blijven
verschillen. Weliswaar is ook hij nog steeds van oordeel dat naar
verzelfstandiging moet worden gestreefd, maar hetgeen voorligt is niet
het bèste bod. Misschien is de prijs die Vitadome biedt de hoogste,
maar dat is iets anders. Een ander bod, dat heel dicht in de buurt van
de taxaties kwam, was alleszins aanvaardbaar en had uiteindelijk een
kleinschalige camping opgeleverd, ongeveer overeenkomend met de
huidige vorm, en dat was spreker heel wat waard geweest.
De heer Domburg
(pvda) handhaaft het eerder door de fractie van de pvda ingenomen
standpunt. Hij meent nog steeds dat Vitadome een geschikte partner is
om het Enkhuizer Zand een goede toekomst te kunnen geven.
Met betrekking tot de Ontwikkelingscombinatie Enkhuizer Zand, waarin
het sow participeert, vormt zich het beeld van een klein kind dat voor
straf in de hoek is gezet en nog wat nastampt om toch diens zin te
krijgen. Daar past zijn fractie voor.
Wethouder Van Doornik
(cda) antwoordt dat de bankgarantie f 2 miljoen omvat en de
infrastructuur, gebouwen en desintegratieschade betreft.
De voorzitter
tekent aan dat de heer Rieuwerts op een voortreffelijke manier onder
woorden heeft gebracht met welke intentie Vitadome tegemoet zal worden
getreden. In dezen zijn de vergelijking met bovag, Winkelhart
Enkhuizen en mkb zonder meer passend. Vitadome zal bijzonder goede
redenen moeten aanvoeren om het college van het tegendeel te kunnen
overtuigen. Wel is het jammer dat deze `nadere voorwaarde' pas op het
allerlaatste moment in discussie is gebracht. Het college zegt toe dat
het de intentie van het amendement nadrukkelijk aan Vitadome zal
voorleggen en het resultaat daarvan aan de commissie rapporteert. Dan
zullen de eventuele financiële en/of andere consequenties onder ogen
moeten worden gezien.
De heer Rieuwerts
(vl/gl): Misschien is de naam recron op het allerlaatste moment om de
hoek komen kijken, maar al in de op 8 mei jongstleden gehouden
raadsvergadering heb ik gevraagd een soort sociale paragraaf in het
traject op te nemen en de eerstverantwoordelijke wethouder heeft
toegezegd dat te zullen bezien.
De voorzitter
: De sociale paragraaf omvatte waarborgen voor het personeel.
De heer Rieuwerts
(vl/gl): Nee, ik doelde op iets anders; zie bladzijde 19 van de
desbetreffende raadsnotulen waar staat:
`De heer Rieuwerts (vl/gl) stemt met het voorstel in. Van deze
gelegenheid maakt hij gebruik aandacht te vragen voor de zorgen die de
huidige campinggebruikers hebben uitgesproken. Wellicht is het
mogelijk in het toekomstige verkoopcontract een sociale paragraaf op
te nemen die rekening houdt met de belangen van de gebruikers.
(. . .)
Wethouder Van Doornik
(cda): Oké, dat zal worden bekeken.'
Met andere woorden: dit punt kan niet als een donderslag bij heldere
hemel zijn gekomen.
De voorzitter
: Het aandachtspunt als zodanig niet, hierover is in de commissie en
met Vitadome trouwens meermaals gesproken, maar het element `recron`
is nieuw.
Wordt het amendement gehandhaafd?
De heer Rieuwerts
(vl/gl): De toezegging van het college dat het de intentie van het
amendement zal uitvoeren, is voldoende waarborg dat serieus met dit
facet van de transactie zal worden omgegaan. Het amendement behoeft
daarom niet in stemming te worden gebracht.
De voorzitter
: Oké.
Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd): Eén opmerking. Een goed ondernemer behoort lid van de recron te
zijn, net zoals de eigenaar van, bijvoorbeeld, een restaurant of café
lid is van Horeca Nederland. Het zou echter een vreemde zaak worden
als zo'n ondernemer de kosten van het lidmaatschap bij de gemeente
Enkhuizen in rekening bracht!
Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders in stemming
gebracht en met 9 tegen 8 stemmen verworpen.
Tegengestemd hebben de heren De Geus, Boland, Van Pijkeren, Jans,
Tesselaar, Hart, Lok en de heer Hæntjens alsmede mevrouw
Dangermond-Hilderink.
Voorgestemd hebben de heren Van Doornik, Van der Veen, Hekkert, Bode,
Domburg, Rieuwerts, Dol en Wiersma.
De voorzitter
schorst vervolgens de vergadering voor vijf minuten.
(Schorsing.)
De voorzitter
heropent de vergadering.
8. Invoering betaald parkeren.
(Voorstel nummer 130, 2001.)
8a. Referendumverzoeken betaald parkeren.
De voorzitter
memoreert dat hij bij de aanvang van deze vergadering heeft
aangekondigd dat het college zal voorstellen deze agendapunten terug
te nemen. Dit ordevoorstel staat nu ter discussie.
De heer Hekkert
(vvd) complimenteert het college met de betoonde grootheid en moed dit
maatschappelijk niet gedragen voorstel terug te nemen. Nog meer
complimenteert de vvd-fractie de ondernemers en hun verenigingen met
de door hen aan de dag gelegde zelfbeheersing gedurende het gehele
proces. De fractie heeft een minder goed gevoel over het feit dat het
college zelfs in de persverklaring, waarin wordt aangekondigd dit
voorstel te zullen terugnemen, het zwaartepunt van het mislukken van
dit plan bij de ondernemers weet te leggen. Dat getuigt niet van
inzicht en zelfkennis. De fractie van de vvd hoopt van harte dat de
toekomstige gesprekken over de regulering van het verkeer op basis van
wat meer wederzijds vertrouwen zullen kunnen plaatsvinden. Voor zover
dit nu kan worden beoordeeld, zal het niet aan de ondernemers liggen.
De heer Wiersma
(cda) verheugt zich eveneens over het feit dat het college dit
voorstel wil terugnemen. Weliswaar is het een goed voorstel, maar het
nodige draagvlak ontbreekt. Terecht wordt van de kant van burgemeester
en wethouders opgemerkt dat in de komende periode moet worden
geprobeerd voldoende draagvlak te creëren en dat zal lukken. In ieder
geval dient op de ingeslagen weg te worden voortgegaan.
De heer De Geus
(cu/sgp) verenigt zich met de schriftelijke verklaring van het
college. Noch de burgers noch de ondernemers in de binnenstad zijn
rijp voor de invoering van betaald parkeren. Bovendien is uit
onderzoek gebleken dat betaald parkeren in de binnenstad een
omzetdaling van 5 à 15 % tot gevolg kan hebben. Vandaar dat ook de
fractie van de cu/sgp het verstandig acht dit raadsvoorstel nu terug
te nemen en vervolgens te bekijken op welke wijze wel draagvlak kan
worden gevonden. Mogelijk kan tevens tot afstemming met de
buurgemeenten worden gekomen, want ook daar spelen problemen op dit
gebied.
Kortom: geen afstel, wel uitstel. Hopelijk kan een rondetafelgesprek -
een suggestie van de cu/sgp-fractie - ertoe leiden dat alle partijen
weer op goede voet met elkaar komen en deze materie opnieuw met elkaar
zullen bespreken.
De heer Hart
(eb) steekt niet onder stoelen of banken dat de fractie van Enkhuizer
Belang blij verrast is met het ordevoorstel van burgemeester en
wethouders. Niet duidelijk is echter welke afspraken met de
ondernemers zijn gemaakt en ook is niet helder of en, zo ja, op welke
termijn het raadsvoorstel opnieuw ter tafel zal worden gebracht.
Verder zij erop gewezen dat in de begroting een bepaald bedrag aan
inkomsten uit betaald parkeren is opgenomen. Hoe wordt dat bedrag nu
verkregen?
De heer Jans
(Lijst Jans) volstaat met de mededeling dat hij hartstikke blij is met
het feit dat het college diens voorstel heeft teruggenomen.
De heer Boland
(d66) begrijpt best dat het ordevoorstel van het college blijdschap
heeft opgeroepen en zelfs dat iemand hiervoor complimenten heeft
uitgedeeld, maar dat is toch wat gemakkelijk. Op 6 december van het
vorig jaar werd lang bij dit onderwerp stilgestaan. De toentertijd
voorliggende startnotitie werd, voorzichtig gezegd, als `mager'
gekwalificeerd. Er moest een jaar worden uitgetrokken om een goed plan
te maken en voldoende draagvlak te creëren. Na een jaar aanmodderen
werd in de laatste week vóór deze vergadering ontdekt dat onvoldoende
draagvlak was te vinden. Een beetje meer zelfkritiek was dan ook het
minste geweest dat men van burgemeester en wethouders had mogen
verwachten.
De heer Lok
(vl/gl) betuigt adhesie aan de opmerking van de heer Boland; er valt
evenwel meer over deze kwestie te zeggen. De fractie van Verenigd
Links/groenlinks stemt knarsetandend met de schriftelijke Verklaring
inzake het betaald parkeren van het college van burgemeester en
wethouders in. Die verklaring heeft wel vragen doen rijzen. Iemand
heeft al gezegd dat consequenties voor de begroting ontstaan. Hoe
denkt het college die op te lossen?
Hoe denken burgemeester en wethouders trouwens over hun eigen rol in
dit gehele proces? Van meet af aan was duidelijk dat de invoering van
betaald parkeren een bijzonder gevoelige materie zou zijn. Daarvoor
moet draagvlak worden gemáákt. In deze zaak is het sleutelwoord, om
met Robert Jasper Grootveld te spreken, `kommunikasie' en hieraan
heeft het volledig ontbroken. Deze kritiek mag het college zich
aantrekken.
In deze operatie is volstrekt ondergesneeuwd waartoe zij dient. Waarom
wil het gemeentebestuur betaald parkeren invoeren, om burgers en/of
middenstanders te pesten? Welnee, betaald parkeren is een middel om
een bepaald doel te bereiken, te weten een meer leefbare binnenstad en
een betere waarborg van het historische karakter daarvan.
Betaald parkeren maakte aanvankelijk onderdeel uit van een veel breder
pakket maatregelen.
* De openstelling van het parkeerterrein achter het gebouw van
openbare werken.
* Extra parkeerplaatsen aan het Apenspel.
* Een gemeentelijke bijdrage aan de zogenaamde `evenementenpot'.
* De `afhechting' van de beiden zijden van de Westerstraat.
Daar stond een bijdrage van de middenstand tegenover. Die inbreng
blijft echter uit. De vl/gl-fractie meent dan ook dat de afgesproken
maatregelen niet tot uitvoering behoeven te worden gebracht. Het kan
immers niet zo zijn dat de gemeente wèl de afgesproken bijdrage levert
en de middenstand diens énige verplichting níét nakomt. Wat denkt het
college van burgemeester en wethouders in deze situatie te moeten
kunnen of doen?
Samenvattend: bij de vl/gl-fractie heerst een aanzienlijke mate van
ontstemming. Hier is sprake van een gemiste kans als gevolg van te
weinig communicatie, ook ìn het college.
De heer Van der Veen
(pvda) kan zich in een aantal door de vorige spreker genoemde
elementen vinden. Ook de fractie van de pvda is nog steeds een
voorstandster van de invoering van betaald parkeren, maar heeft er
alle begrip voor dat het collegevoorstel nu wordt teruggenomen.
Volgens de vvd-fractie verwijt het college in diens schriftelijke
verklaring de ondernemers dat zij verantwoordelijk zijn voor het
mislukken van de invoering van betaald parkeren. Niets in het genoemde
stuk staaft deze bewering.
Net als de heer Lok is de pvda-fractie van mening dat de indertijd
gestelde doelen nog steeds recht overeind staan. Op dit moment is het
echter verstandig opnieuw te proberen gezamenlijk tot een oplossing te
komen. Dit houdt wel in dat ook de andere partij iets moet inbrengen,
want anders is consensus onmogelijk.
De voorzitter
belicht waarom het college dit raadsvoorstel terugneemt. In de
afgelopen dagen kreeg het college de indruk dat dit onderwerp een
ongewenste spanning had veroorzaakt en stelde met het oog daarop de
meermaals genoemde verklaring op. Daarin is de zienswijze van het
college verwoord. In deze discussie blijkt dat behoefte aan de
verdere, indringende gedachtewisseling bestaat, waarin diverse vragen
aan de orde moeten komen. Wat is er intern en in de onderhandelingen
gebeurd? Hoe kijkt de gemeente tegen de ondernemers aan en hoe denken
zij over het gemeentebestuur? In dit verband is het goed te bedenken
dat de heer Mul eens heeft gezegd dat hoe men de zaak ook wendt of
keert, uiteindelijk zullen gemeente en ondernemers gezamenlijk verder
moeten.
Het college wil de komende periode benutten om ambtelijk de
gemeentelijke positie te laten bepalen. Verder zullen per 1 januari
weer vergunningen moeten worden uitgegeven. In de komende vergadering
van de raadscommissie rof zal één en ander aan de orde komen. In de
aanloop naar 6 maart mag immers geen tijd verloren gaan. Het na die
datum te formeren college zal moeten aangeven hoe het op grond van het
dan aanwezige politieke draagvlak met deze discussie verder wil. Gelet
daarop zullen de gesprekken met de ondernemers moeten worden
voorbereid of weer op gang dienen te worden gebracht.
Tot slot adviseert spreker allen de komende weken te gebruiken om alles eens rustig op een rijtje te zetten om in januari/ februari goed voorbereid opnieuw over deze aangelegenheid te kunnen spreken.
De heer Hart
(eb): De vraag over het gat in de begroting is niet beantwoord.
De voorzitter
: Die zal in de commissie van de heer Bode van een antwoord worden
voorzien.
Wethouder Bode
(pvda): Voor alle duidelijkheid: in de begroting zit géén gat. In de
post `nieuw beleid' zijn wel inkomsten uit betaald parkeren opgenomen,
maar de concrete invulling van die post is een zaak waartoe de raad
nog moet besluiten. In dit kader zal uiteraard wel een herbezinning
moeten plaatsvinden en dit geldt ook voor de meerjarenraming.
De heer Lok
(vl/gl) verlangt op korte termijn een discussie, in welke commissie
dan ook, over de status van de overige in de zogenaamde
`doelstellingennotitie' vastgelegde afspraken, omdat nu een essentieel
onderdeel daaruit is verdwenen. Op dit moment zijn die naar zijn
mening van nul en gener waarde geworden.
De voorzitter
: Met de heer Van Doornik is inmiddels afgesproken dat een discussie
over de status van de doelstellingennotitie in eerste instantie in de
raadscommissie wev aan de orde zal komen. Plus zal daar de feitelijke
situatie in beeld worden gebracht, bijvoorbeeld de vergunningen, en
wat zal worden gedaan om geen tijd te verliezen.
De heer Boland
(d66) persisteert bij zijn stelling dat deze kwestie politiek gezien
wel heel gemakkelijk wordt afgewikkeld. Overigens is het juist dat een
inhoudelijke discussie in de commissie moet worden gevoerd. Het is
heel vreemd dat in de commissie de partijen, een meerderheid vormend,
die zich achter het raadsvoorstel hebben geschaard, nu om het hardst
roepen dat het nodige draagvlak ontbreekt; de d66-fractie riep dat al
een jaar geleden.
Van de kant van het college is niet ingegaan op de vraag hoe het de
volgende keer te werk wil gaan om wel het nodige draagvlak te kunnen
creëren.
De wethouder van financiën heeft simpelweg gezegd dat de gemeenteraad
het nu ontstane financiële gat in de begroting maar moet oplossen. De
fractie van d66 heeft met redenen omkleed de door het college
aangeboden begroting 2002 afgekeurd, maar wordt nu wel geacht samen
met andere fracties het financiële probleem te zullen lossen.
De heer Boland
(d66): In de begroting zijn met betrekking tot betaald parkeren géén
opbrengsten opgenomen. In de post `nieuw beleid' en de
beleidsbegroting zijn wel inkomsten uit betaald parkeren
verdisconteerd. Daarover moet de raad nog besluiten nemen.
Vanzelfsprekend is nu de ruimte voor nieuw beleid verkleind.
De voorzitter
: Dat alles zal op een rijtje worden gezet en de consequenties van één
en ander zullen via de voorjaarsnota ter beslissing aan de raad worden
voorgelegd.
De heer Boland
(d66): Dit klinkt al iets beter, want niemand kan ontkennen dat op de
post `nieuw beleid' niet alleen inkomsten maar ook uitgaven zijn
gepland!
De heer Hart
(eb) ondersteunt de woorden van de heer Boland. Als aanvulling daarop
vraagt de fractie van Enkhuizer Belang het verslag van het gesprek dat
vorige week donderdag met het mkb is gevoerd ter inzage te leggen.
De voorzitter
: Van die uitstekende bespreking is geen verslag gemaakt.
De heer Hart
(eb): Hoe bestaat het!
De voorzitter
: Aangezien niemand meer het woord verlangt, mag worden geconcludeerd
dat de punten 8 en 8a van de raadsagenda kunnen worden afgevoerd.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
9. Referendumverzoek grondverkoop Fruittuinen.
(Voorstel nummer 145, 2001.)
De secretaris
zet uiteen welke fase nu aan de orde is. De raad heeft op dit moment
te maken met artikel 7, lid 1, van de Referendumverordening. De
desbetreffende tekst luidt:
`Binnen vier weken na de dag waarop de raad bekend gemaakt heeft dat
op grond van de kennisgeving is besloten dat over het voorgenomen
besluit een referendum kan worden gehouden, kan door kiesgerechtigden
een schriftelijk verzoek tot het houden van een referendum worden
ingeleverd.'
Met andere woorden: de raad moet vanavond bepalen of de
`grondtransactie Fruittuinen' al dan niet referendabel is.
De heer Boland
(d66) stipt aan dat in het raadsvoorstel en het ontwerpbesluit over
méér zaken een uitspraak wordt gedaan.
De voorzitter
erkent dat in het raadsvoorstel niet helder is gemaakt dat éérst een
besluit op grond van artikel 7, lid 1, moet worden genomen.
De heer Lok
(vl/gl) tracht te voorkomen dat hij in dezelfde situatie verzeild
raakt als zich op 8 mei jongstleden heeft voorgedaan. Hij neemt aan
dat het raadsvoorstel, inhoudende het referendumverzoek van de heer
Buis honoreren, namens alle collegeleden is geagendeerd. Mocht dit
niet zo zijn, dan hoort hij graag voorafgaand aan de discussie welke
andere opvattingen in het college van burgemeester en wethouders
leven.
De voorzitter
roept de geschiedenis van dit collegevoorstel in herinnering.
Indertijd was het college van oordeel dat een referendum over deze
grondverkoop geen goede zaak zou zijn. Onder aanvoering van de
d66-fractie werd dat door de meerderheid van de raadscommissie aboz
beschouwd als `tijdens het spel de regels veranderen'. Deze boodschap
werd op de collegetafel gelegd, waarna burgemeester en wethouders een
ander voorstel schreven, alhoewel zij van mening bleven dat:
* verkoop van aan de Fruittuinen gelegen grond eigenlijk geen
onderwerp was waarover de gehele stad zich zou moeten uitspreken;
* de Wet op de Ruimtelijke Ordening een referendum overbodig maakte.
De heer Van der Veen
(pvda) schildert dat het volkomen legitiem is een eerder ingenomen
standpunt te wijzigen, zoals het college met dit raadsvoorstel heeft
gedaan. Bovendien is het juist dat meer op de geest van een wet of
verordening wordt gelet dan op de letter.
In dit geval gaat het om een referendum over een onderwerp, sloop en
vervolgens nieuwbouw, waarbij slechts een beperkte groep mensen direct
betrokken is. Welnu, de raad dient oog te hebben voor het algeméén
belang. Waarom wordt overwogen de woningen aan de Fruittuinen te
slopen en daarna nieuwbouw te realiseren? Renovatie van die kléíne
woningen is niet zinvol, althans niet voor de nog steeds groeiende
groep ouderen, die vaak gebruik maakt van rollators, rolstoelen en
andere hulpmiddelen. Zoals bekend moeten ouderen tegenwoordig zo lang
mogelijk zelfstandig blijven wonen, omdat in de afgelopen jaren het
aantal plaatsen in verzorgingstehuizen enzovoort drastisch is
gereduceerd. Bovendien zal in dit geval renovatie relatief duur
uitpakken, zodat nieuwbouw overblijft. Alleen op die manier kan nieuwe
woonruimte voor ouderen worden gecreëerd, en wel zodanig dat zij lang
zelfstandig kunnen wonen. Mensen die bezwaar tegen de voorgenomen
nieuwbouw hebben, kunnen dat via de normale procedures kenbaar maken
en hebben eventueel ook nog de mogelijkheid beroep aan te tekenen.
Alles overziende zal de fractie van de pvda vanuit de optiek van het algemeen belang tegen een referendum over de grondverkoop stemmen.
De heer Lok
(vl/gl) tilt niet zwaar aan de inhoudelijke kant van de zaak, want op
dit moment gaat het louter om de vraag of de vigerende verordening het
mogelijk maakt een referendum over een voorgenomen grondverkoop te
houden. Daarnaast kan niet worden voorbijgegaan aan de uitspraak die
de kleinst mogelijke meerderheid van de raad op 8 mei jongstleden
heeft gedaan. Besloten werd dat, wanneer zich met betrekking tot de
Fruittuinen een referendabel punt zou aandienen, het referendumverzoek
zou worden gehonoreerd. Met andere woorden: het is nu volslagen
onbelangrijk hoe men persoonlijk over het houden van een referendum
denkt. Zelfs een gloedvol betoog over de bouw van ouderenhuisvesting -
op zich kan dat worden toegejuicht - kan op dit moment geen rol
spelen. Volgens de fractie van Verenigd Links/groenlinks moet, gelet
op de verordening en de gedane raadsuitspraak, aan het
referendumverzoek tegemoet worden gekomen.
De heer Boland
(d66) kondigt aan dat hij vóór het houden van een referendum zal
stemmen.
Hij verbaast zich over de koudwatervrees die de pvda-fractie heeft
tentoongespreid. Van die kant is beargumenteerd dat slechts een
beperkt aantal burgers rechtstreeks bij deze zaak is betrokken, maar
daarin voorziet de verordening. Wanneer te weinig handtekeningen onder
het referendumverzoek worden geplaatst, wordt geen referendum
gehouden; zo eenvoudig is dat. De heer Van der Veen heeft verder
gezegd dat ook overigens goede overwegingen kunnen worden aangevoerd
om met de plannen door te gaan. Welnu, een reden te meer om niet
benauwd te zijn voor een referendum, want de gemeente kan alle goede
argumenten die vóór de grondverkoop, en dus nieuwbouw, pleiten helder
voor het voetlicht brengen.
De heer Jans
(Lijst Jans) haalt naar voren dat in de verordening bepaalde eisen
zijn opgenomen waaraan moet worden voldaan om een referendum mogelijk
te maken. De ingediende aanvraag voldoet daaraan en dus is deze
discussie eigenlijk overbodig. Hij sluit zich dan ook aan bij de
opvattingen van de heren Lok en Boland.
De heer Hart
(eb) beperkt zich tot de mededeling dat hij vóór een referendum is.
De heer Van Pijkeren
(cu/sgp) had een uitgebreid betoog willen houden; het antwoord op de
simpel lijkende vraag kan immers nogal wat hoofdbrekens kosten.
Omwille van de tijd volstaat hij met te zeggen dat de fractie van de
cu/sgp tot de conclusie is gekomen dat het onderhavige onderwerp niet
referendabel is.
De heer Wiersma
(cda) sluit zich bij de conclusie van de heer Van Pijkeren aan.
De heer Hekkert
(vvd) refereert aan de in mei van dit jaar gehouden raadsvergadering.
Toen was een zodanige wijziging van de Referendumverordening aan de
orde dat een referendumverzoek geen kans zou maken. Bovendien had de
heer Buis diens aanvraag te vroeg ingediend. Als het verzoek later
opnieuw zou worden ingediend, zou dat slachtoffer van de gewijzigde
regels worden. De fractie van de vvd beleefde deze gang van zaken als
`het wijzigen van de regels tijdens het spel'. Het voorstel met
betrekking tot de Fruittuinen een uitzondering te maken en zodoende de
mogelijkheid te openen het referendumverzoek volgens de oude criteria
te beoordelen, werd met een nipte meerderheid aangenomen.
Op dit moment is sprake van een geldige referendumaanvraag en de raad dient daarover een oordeel te vellen. Voor de vvd-fractie speelt de vraag welk belang wordt gediend een rol van doorslaggevende betekenis. Gelet op de totale omvang van de bevolking van Enkhuizen wordt in dit geval het belang van slechts een uiterst beperkte groep mensen gediend. Daar komt bij dat deze groep vrijwel geheel overeenkomt met de categorie burgers die straks in de te volgen artikel-19-procedure rechtmatig haar bezwaren en/of zienswijzen kan voorleggen.
Voor de vvd-fractie is één en ander reden het houden van een referendum af te wijzen. Zij doet dit onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de normale artikel-19-procedure zal worden gevolgd.
Wethouder Bode
(pvda) bevestigt dat de normale artikel-19-procedure zal worden
gevolgd, zoals in wet- en regelgeving is voorgeschreven.
De heer Hart
(eb): Is dat de regelgeving die in het geval van de Zilverstraat is
toegepast?
Wethouder Bode
(pvda): De heer Hart doelt waarschijnlijk op de zelfstandige
projectprocedure die aan het college van burgemeester en wethouders is
gedelegeerd. De in het kader van die procedure te zetten stappen
worden overigens wel aan de commissie gemeld en zij heeft te allen
tijde de mogelijkheid iets naar de raad te verwijzen.
Vervolgens wordt het voorstel van burgemeester en wethouders in stemming gebracht en met 10 tegen 7 stemmen verworpen.
Tegengestemd hebben de heren De Geus, Van Pijkeren, Van Doornik, Van
der Veen, Hekkert, Bode, Domburg en Hæntjens, mevrouw
Dangermond-Hilderink alsmede de heer Wiersma.
Voorgestemd hebben de heren Boland, Jans, Tesselaar, Hart, Lok,
Rieuwerts en Dol.
12. Renovatie aula en inrichting tot stiltecentrum op de gemeentelijke
begraafplaats.
(Voorstel nummer 118, 2001.)
De heer Hekkert
(vvd) vangt zijn spreekbeurt aan met de opmerking dat de vvd-fractie
een goed gevoel heeft over het voorstel de aula op de begraafplaats te
renoveren en als stiltecentrum in te richten. Alvorens het
collegevoorstel voluit te steunen, wil de fractie een plausibele
verklaring hebben voor het feit dat de renovatiekosten in de ene
versie van het voorstel f 300.000,-- belopen en in de andere
versie op de helft daarvan, dus f 150.000,--, zijn begroot.
Naast het voorgaande wenst de vvd-fractie nogmaals te onderstrepen dat
het beter ware geweest het al geruime tijd geleden over de
begraafplaats uitgebrachte rapport van de rekeningcommissie
voorafgaand aan de behandeling van het onderhavige collegevoorstel in
de raad zou zijn behandeld.
De voorzitter
illustreert waarom verschillende bedragen zijn opgevoerd. De totale
renovatiekosten bedragen f 300.000,--. Daarvan kan
f 150.000,-- uit de voor dit jaar beschikbare, reguliere
onderhoudsbudgetten worden geput, zodat nog een extra krediet van
f 150.000,-- wordt gevraagd.
De heer Wiersma
(cda) snapt uitstekend hoe deze materie financieel in elkaar zit. Het
was echter duidelijker geweest als het eerste voorstel meteen goed zou
zijn geredigeerd!
De heer De Geus
(cu/sgp) steunt het collegevoorstel, maar het is jammer dat dit
voorstel wordt behandeld op een moment dat het rapport van de
rekeningcommissie nog niet is besproken. In het rapport staan
opmerkingen over het oorspronkelijke voornemen bouw en renovatie in
één keer uit te voeren, maar helaas kan dat blijkbaar niet.
De heer Jans
(Lijst Jans) aanvaardt het collegevoorstel onder de voorwaarde dat de
beschikbare budgetten voldoende moeten zijn en bij meerdere
leveranciers offertes worden aangevraagd. Tot nu toe heeft hij van
slechts één glazenier een prijsopgave gezien.
De heer Lok
(vl/gl) onthult dat hij in commissieverband in overweging heeft
gegeven extra publicitaire aandacht te schenken aan de restauratie van
de betrekkelijk unieke glas-in-loodramen; de ramen zijn in de 30'er
jaren van de vorige eeuw door een relatief bekende glazenier gemaakt.
De voorzitter
betreurt evenals de cu/sgp-fractie dat het nog niet is gelukt
zichtbaar te maken op welke wijzen met de aanbevelingen van de
rekeningcommissie wordt omgegaan, maar dat gebeurt wel degelijk. De
secretaris heeft toegezegd dat de rapportage rond de jaarwisseling op
tafel zal liggen.
Meerdere offertes aanvragen is een vanzelfsprekendheid, maar dit geldt
niet voor de glas-in-loodramen, omdat slechts weinigen dit zeer
specialistische werk kunnen doen. De suggestie van de heer Lok daaraan
straks extra aandacht te besteden, zal zeker worden uitgewerkt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
13. Ecolint.
(Voorstel nummer 123, 2001.)
De heer Domburg
(pvda) staat positief tegenover het voorgestelde ecolint. Als in
verband hiermee bij de Iepenlaan een herinrichting of opwaardering
moet plaatsvinden, is het goed met name naar de kruising
Lindenlaand/Gerard Brandtweg/Drechterlandseweg te kijken. Op dat
gevaarlijke punt komen vijf fietspaden bij elkaar waarvan veel
scholieren gebruik maken. Even verderop, bij het Rode Paard, moet ook
iets gebeuren; daar is een (fietsers)oversteek gesitueerd, terwijl het
binnenweggetje aldaar is afgesloten. Spreker heeft van de situatie een
schetsje gemaakt dat hij aan de heer Dol zal geven.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) toont zich ingenomen met dit raadsvoorstel. Over dit onderwerp
heeft wèl voldoende communicatie met alle belanghebbenden
plaatsgevonden, hetgeen in een zeer breed draagvlak heeft
geresulteerd.
De heer Jans
(Lijst Jans) signaleert dat het ecolint ook een deel van het
Schootsveld omvat. In hoeverre kan het gemeentebestuur de invulling
daarvan bepalen?
De heer De Geus
(cu/sgp) accordeert het collegevoorstel.
Wethouder Dol
(vl/gl) geeft de volgende antwoorden.
Eén van de eerste situaties die in het kader van de herinrichting zal
worden aangepakt, wordt gevormd door het punt waar de bedoelde
fietspaden bij elkaar komen en de oversteek bij het Rode Paard. Eén en
ander zal hij met zijn collega van verkeer kortsluiten.
Het Schootsveld is slechts gedeeltelijk eigendom van de gemeenten, de
rest is van particulieren. Ten aanzien van gewenste ontwikkelingen
aldaar is de gemeente net zo afhankelijk van de vigerende
bestemmingsplannen als wie dan ook. Wellicht kan voor de delen die
gemeentelijk eigendom zijn, al dan niet verpacht, een aantrekkelijk
herinrichtingsplan worden gemaakt waarbij ook particulieren willen
aansluiten.
De heer Jans
(Lijst Jans): Momenteel ligt de zaak er nogal slordig bij.
Wethouder Dol
(vl/gl): U weet dat het herfst is . . . Vanuit de adviesgroep milieu
onderzoekt een werkgroepje momenteel welke mogelijkheden het
Schootsveld biedt.
De heer Rieuwerts heeft zich complimenteus over het raadsvoorstel
uitgelaten, dank daarvoor.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
15. Grondverkoop De Oksel.
(Voorstel nummer 125, 2001.)
De heer Jans
(Lijst Jans) becommentarieert het raadsvoorstel als volgt. Het
uitgangspunt dient te zijn dat de gemeente grond tegen de marktprijs
verkoopt. In dit geval is dat niet gebeurd, maar daaraan liggen heel
wat redenen ten grondslag. Hij heeft er dan ook vrede mee dat de
gemeente wat water in de wijn heeft gedaan.
De heer Boland
(d66) poneert de stelling dat in deze zaak gedurende een groot aantal
jaren een falend onderhandelingsbeleid is gevoerd. De gemeente heeft
altijd met slechts één ondernemer gesproken en andere gegadigden
afgewezen. Uiteindelijk is een volgens de raad veel te lage prijs op
tafel gekomen. Nu zegt het college in wezen: `Wij hebben nader
onderhandeld en zijn op een iets hogere prijs uitgekomen.' Ook de
nieuwe prijs ligt ver onder wat als `een marktconforme prijs' kan
worden aangemerkt. Voor een zichtlocatie op Schepenwijk wordt
f 170,-- gevraagd, terwijl voor de onderhavige top A-locatie een
aanzienlijk lager bedrag aan de orde is.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) verzucht dat deze transactie een lange weg is gegaan. Op een
gegeven moment lag een prijs op tafel die voor de raad onacceptabel
was. Het nu voorgestelde verkoopbedrag is, gerelateerd aan de huidige
grondprijzen, nog steeds geen marktconforme prijs, maar uitgaande van
het jaar waarin de gesprekken zijn gestart, 1998, is dat wel het
geval. In dit licht heeft de fractie van Verenigd Links/groenlinks dan
ook geen bezwaar tegen deze grondverkoop.
In de commissie is al nadrukkelijk gezegd dat de fractie instemt met
de gròndverkoop, maar zeker niet akkoord gaat met de tot nu toe
gepresenteerde bouwplannen voor die locatie. Het bouwmodel `an sich'
zal nog aan de orde moeten komen.
De heer Van der Veen
(pvda) attendeert erop dat dit onderwerp een voorgeschiedenis van 17
jaar kent. In vijf zittingsperioden is het met enige regelmaat in
college, commissies en raad aan de orde geweest, zodat moeilijk kan
worden gezegd dat de gemeente over één nacht ijs is gegaan!
Wat is marktconform? Wat men gisteren heeft afgesproken, kan vandaag volledig achterhaald zijn. De heer Rieuwerts zegt dan ook terecht dat moet worden gekeken naar het moment waarop de onderhandelingen zijn gestart. De fractie is tevreden met deze uitkomst.
Evenals de heer Rieuwerts meent de fractie van de pvda dat deze grondverkoop losstaat van het later te realiseren bouwplan.
De heer Hekkert
(vvd) vat het standpunt van zijn fractie in een korte stemverklaring
samen. De fractie van de vvd is blij dat na jaren onderhandelen de
verkoop van de grond aan De Oksel kan worden afgerond. Deze blijdschap
geldt ook de aanpassing van de grondprijs.
Met betrekking tot het gepresenteerde bouwplan zij opgemerkt dat het
aan de inzichten van deze tijd moet worden aangepast.
De heer Wiersma
(cda) behoort tot degenen die de voorgestelde grondverkoop steunen.
Over de hoogte van het verkoopbedrag kan wel nog een opmerking worden
gemaakt. Iemand die aan een (bouw)project begint, doet dat op basis
van een prijs die de gemeente voor de gewenste grond vraagt. Die
vraagprijs moet voor een gelimiteerde periode, bijvoorbeeld een jaar,
gelden. Mocht na die periode geen duidelijkheid over de doorgang van
het project bestaan, dan moet de zaak worden afgeblazen of een nieuw
onderhandelingstraject worden gestart om te voorkomen dat een zaak
zich veel te lang - 17 jaar slaat uiteraard helemaal nergens op -
voortsleept.
De heer De Geus
(cu/sgp) conformeert zich aan het collegevoorstel. Weliswaar is de
inmiddels aanzienlijk gestegen prijs nog steeds niet marktconform,
maar dat is op commissieniveau al voldoende beargumenteerd en
besproken.
De heer Hart
(eb) zou graag hebben gezien dat de gemeente een hoger bedrag per
vierkante meter had ontvangen. Deze transactie heeft veel te lang
geduurd. Alles overziende gaat de fractie van Enkhuizer Belang toch
akkoord met dit collegevoorstel.
De voorzitter
concludeert dat met uitzondering van de d66-fractie de raad de
voorgestelde grondverkoop accordeert. Er is al toegezegd dat commissie
en/of raad bij de verdere ontwikkeling van het concrete bouwplan
zullen worden betrokken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard, onder aantekening dat de heer Boland geacht
wil worden te hebben tegengestemd.
20. Najaarsnota.
(Voorstel nummer 134, 2001.)
De heer Jans
(Lijst Jans) bespeurt een tegenstrijdigheid. Op bladzijde 4 staat met
betrekking tot de chartervaart dat de opbrengsten zijn teruggelopen,
terwijl volgens een later ontvangen schema méér charterschepen de
haven binnenlopen. Meer klanten leveren toch meer geld op, of niet?
Op bladzijde 5 zijn de kosten van renovatie van het schoolschipmodel
`Kaatje' bij taakveld 480.10, voortgezet onderwijs, ondergebracht. Een
rubricering die spreker niet kan volgen.
De voorzitter
vermoedt dat meer van dit soort detaillistische vragen en opmerkingen
naar voren zullen komen, omdat de nota alleen in de raadscommissie rof
is behandeld. Het lijkt hem dan ook beter nu te besluiten de
Najaarsnota alsnog in de overige vakcommissies te behandelen en voor
de volgende raadsvergadering opnieuw te agenderen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
21. Verordening op de heffing en invordering van haven- en liggelden
Enkhuizen 2002.
(Voorstel nummer 135, 2001.)
De heer Hekkert
(vvd) billijkt de voorgestelde overstap naar tarieven die op
scheepslengten in plaats van scheepsoppervlakten zijn gebaseerd, zij
het met inachtneming van enkele opmerkingen.
Voor boten tot 9 meter lengte geldt een overgangsregeling en die is
nodig, want anders lopen de betrokken eigenaars als gevolg van de
systeemwijziging tegen een verhoging van meer dan 75 % op. Volgens het
collegevoorstel vallen uitslúítend de huidige ligplaatshouders met een
jáárabonnement onder de overgangsregeling. Is dit redelijk ten
opzichte van de seizoenkaarthouders? Zij zullen met een verhoging van
ruim 76 % worden geconfronteerd, indien de overgangsregeling niet op
hen van toepassing wordt verklaard.
De raad heeft eerder uitgesproken dat voor boten die aan de Zuider
Havendijk liggen havengeld dient te worden betaald, maar om
onduidelijke redenen is hieraan nog steeds geen uitvoering gegeven.
Mocht dat op korte termijn alsnog gebeuren, dan vallen ook de
eigenaars van die boten niet onder de overgangsregeling. Volgens de
vvd-fractie zou dat wel het geval moeten zijn.
De tarieven voor de charterschepen worden in één klap met 7,5 %
verhoogd, alhoewel eerder is afgesproken dat die tarieven in de
eerstkomende jaren niet meer dan trendmatig, te weten 3 %, zullen
worden verhoogd.
Tot slot. Naar de mening van de fractie moeten de lengtematen vrij
strikt worden gehanteerd. Klakkeloos tot op een heel aantal meters
naar boven afronden zou niet mogen voorkomen. Met andere woorden: voor
een bootje met een lengte van, bijvoorbeeld, 3,05 meter mag niet het
tarief voor 4 meter lengte in rekening worden gebracht.
De heer Jans
(Lijst Jans) waardeert dat het college een aangepast raadsvoorstel
heeft gemaakt. Is dit aangepast stuk ook door de havenadviescommissie
behandeld?
In de derde alinea van pagina 1 staat een zin die bij spreker
bevreemding heeft gewekt.
`De charterschepen hebben een eigen haven gekregen waardoor het ter
plaatse aanwezig zijn van een havenmeester niet noodzakelijk is.'
Ook ten aanzien van die schepen heeft de havenmeester een
coördinerende taak en dient deze functionaris de veiligheid in het oog
te houden.
Eigenaars van kleine schepen in de Oosterhaven betalen relatief meer
dan de eigenaars van grotere schepen. Geldt dit ook voor het
wintertarief en, zo ja, waar is dat aangegeven?
In het raadsstuk wordt gesteld dat de inkomsten in 2002 gelijk zullen
zijn aan die in 2001. Ergens is vermeld dat minder charterschepen naar
Enkhuizen komen, zodat de vraag rijst of desondanks de inkomsten
inderdaad op hetzelfde peil blijven. Bovendien kan niet worden
uitgesloten dat de kosten zullen stijgen. Mogelijk ontstaat daardoor
nòg een gat in de begroting.
De heer Boland
(d66) weet dat dit raadsvoorstel wel degelijk in de havenadviesgroep
is besproken. Haar advies en de adviezen vanuit de vakcommissies
hebben er zelfs toe geleid dat een gewijzigd raadsvoorstel is
aangeboden. Hopelijk wordt hieruit de les getrokken dat het verstandig
is te overleggen met mensen die kennis van zaken hebben en dan niet op
het allerlaatste moment.
Globaal ligt een goede verordening op tafel. Als blijkt dat die niet
tot in alle details voldoet, moet volgend jaar een `bijslijpoperatie'
plaatsvinden.
De heer Hekkert maakte terecht een opmerking over de tarieven voor de
charterschepen. Vooralsnog neemt de fractie van d66 aan dat bedoeld is
de tarieven met 3 % te verhogen, zoals in het raadsstuk staat. Mocht
de tarieventabel hiermee niet in overeenstemming zijn, dan moet die
worden aangepast.
Wethouder Dol
(vl/gl) verheelt niet dat zijn inziens meerdere vragen en opmerkingen
in de commissie naar voren hadden moeten worden gebracht.
Voor de bezitters van bootjes in de Oosterhaven zal iets worden geregeld, althans voor zover de betrokkenen een jaarabonnement hebben.
Welke liggelden de eigenaars van boten aan de Zuider Havendijk zullen
moeten betalen, is nog onderwerp van studie. Duidelijk is dat rekening
moet worden gehouden met het feit dat aldaar bepaalde voorzieningen,
zoals water en elektriciteit, niet aanwezig zijn. Het college zal
laten onderzoeken of voor deze categorie dezelfde tarifering kan
gelden als voor de bootjes in de Oosterhaven.
Nagegaan wordt of de tarieven voor de charterschepen correct zijn. Zo
niet, dan zullen die in de commissie aan de orde komen en eventueel
worden aangepast.
De heer Boland
(d66): Is de wethouder het eens met de veronderstelling dat de tekst
van het raadsvoorstel, te weten een stijging van 3 % doorvoeren, juist
is?
Wethouder Dol
(vl/gl): Ja.
De voorzitter
schorst hierna de beraadslagingen voor enkele ogenblikken om overleg
met de ambtelijke staf te kunnen voeren.
(Schorsing.)
De voorzitter
heropent de beraadslagingen.
Wethouder Dol
(vl/gl) verduidelijkt zijn antwoordt als volgt. Passanten betalen
volgend jaar e 0,70 per meter en dit tarief komt overeen met het
huidige tarief van f 1,50. De abonnementhouders zullen met een
stijging van 3 % worden geconfronteerd. Op basis hiervan zal de
tarieventabel even worden nagerekend. Overigens moet de verordening
wel vanavond worden vastgesteld om te voorkomen dat de nieuwe tarieven
niet per 1 januari kunnen worden ingevoerd.
De heer Hekkert
(vvd): Daarmee heeft de vvd-fractie geen moeite, mits nog wel naar de
diverse, positief bedoelde hints wordt gekeken om onnodige commotie te
voorkomen.
Wethouder Dol
(vl/gl): Uiteraard.
Het is jaren gewoonte de lengtematen naar boven af te ronden.
De heer Hekkert
(vvd): Dus 1,05 meter wordt 2 meter!
Wethouder Dol
(vl/gl): Ja.
De heer Hekkert
(vvd): Wanneer oppervlaktematen naar boven worden afgerond, is het
afrondingseffect veel kleiner dan in het geval van lengtematen.
Wethouder Dol
(vl/gl): Dat kan zo zijn, maar er moet ook een zekere veiligheidsmarge
in acht worden genomen. Die leidt ertoe dat aan een kade altijd een
aantal onrendabele meters ontstaat.
De heer Hekkert
(vvd): Het argument `een extra metertje voor de veiligheid' is wat
flauw als in de verordening expliciet staat dat de lengte van een
vaartuig bepalend is voor de heffing.
Wethouder Dol
(vl/gl): Het is geen hoofdargument maar een nevenargument net zoals de
overweging dat afronding op een heel aantal meters voor iedereen
helder is.
De heer Boland hoopt dat de havenadviesgroep voortaan tijdig zal
worden ingeschakeld. Deze keer werden zó veel voorzetten gegeven dat
die niet allemaal voor de volle 100 % op hun merites konden worden
beoordeeld. Overigens zal in het komend jaar moeten blijken of de
voorliggende verordening helemaal waterdicht is.
Voor de goede orde moet in herinnering worden geroepen dat de havenadviesgroep een adviesorgaan van de portefeuillehouder havens is en niet van de raadscommissie hos of de raad. Wel zullen de verslagen en adviezen van de havenadviesgroep aan die commissie worden toegezonden. Deze keer is de havenadviesgroep pas in een laat stadium bijeengeroepen. Daarvoor heeft spreker verantwoording afgelegd en beloofd volgend jaar een eerder tijdstip te zullen kiezen.
De heer Boland
(d66) betwijfelt geenszins dat de havenadviesgroep een adviesorgaan
van het college casu quo de wethouder havens is. Bij de instelling van
die groep is echter gezegd dat haar adviezen ook ter kennisgeving aan
de gemeenteraad moeten worden toegezonden, maar dit heeft
vanzelfsprekend alleen zin indien dat gebeurt vóór de vergadering
waarin het onderwerp wordt behandeld waarop het advies betrekking
heeft.
Wethouder Dol
(vl/gl): Ik heb niets toe te voegen aan hetgeen ik zojuist heb gezegd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.
27. Onderzoeksopdracht aan de rekeningcommissie
naar efficiëntie en effectiviteit van het gemeentelijke
subsidiebeleid.
De heer Wiersma
(cda) zou graag vanuit de raad willen horen waarom het subsidiebeleid
moet worden onderzocht.
De voorzitter
doet de suggestie dit verzoek te herhalen in de vakcommissie die
subsidies behandelt, namelijk de commissie van de heer Van Doornik,
zodat voor iedereen helder is wat het onderzoek van de
rekeningcommissie zal omvatten.
De heer Wiersma
(cda): Prima.
De heer Boland
(d66) voelt er niet voor op dìt moment een dergelijke opdracht aan de
rekeningcommissie te verstrekken. De raad heeft nog een rapport van
die commissie af te wikkelen en daarna komen de verkiezingen in zicht.
Men mag aannemen dat als gevolg daarvan de samenstelling van de
rekeningcommissie zal veranderen. Als op dat moment het onderzoek naar
het subsidiebeleid gaande is, ontstaat de onhandige situatie dat de
nieuwe leden van de commissie zich eerst met de materie vertrouwd
moeten maken. Kortom: de d66-fractie is het inhoudelijk met de
onderzoeksopdracht eens, maar die dient op een later moment te worden
gegeven.
De heer Hekkert
(vvd) ontgaat de relevantie van hetgeen de heer Boland aanvoert. Ook
de nieuw samengestelde rekeningcommissie zal ongetwijfeld uit capabele
mensen bestaan.
De heer Boland
(d66) twijfelt geenszins aan de capaciteiten van de in de toekomst te
benoemen commissieleden. Toch zal het ook voor hen niet eenvoudig zijn
zich halverwege de rit in het onderzoeksproces in te graven; in ieder
geval is dat niet efficiënt.
De voorzitter
veronderstelt dat de voorzitter van de rekeningcommissie deze
opmerkingen in het achterhoofd zal houden. Hoe dan ook, de verdere
gedachtewisseling over deze aangelegenheid zal in de raadscommissie
wev plaatsvinden.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
De heer Jans
(Lijst Jans) meldt in zijn hoedanigheid van voorzitter van het
stembureau desgevraagd welk resultaat de tijdens de schorsing gehouden
stemmingen hebben opgeleverd.
5. Benoeming bestuursleden rsg.
(Voorstel nummer 137, 2001.)
Bij de stemming zijn 17 stembiljetten ingeleverd. Op de heer J.
Leegwater zijn 17 stemmen uitgebracht en op de heren J.J.O.A. van de
Berg en C.S. Jasper 16 stemmen, terwijl 2 stemmen blanco zijn, zodat
allen zijn benoemd tot lid van het bestuur van de Stichting Bestuur
Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen.
6. Benoeming en ontslag bestuursleden stichting oowo.
(Voorstel nummer 143, 2001.)
Bij de stemming zijn 17 stembiljetten ingeleverd. Op mevrouw J.
Sevenhuysen zijn 17 stemmen uitgebracht, zodat zij is benoemd tot lid
van de Stichting Openbaar Onderwijs West-Friesland Oost.
De voorzitter
ontbindt hierna het stembureau onder dankzegging voor de verrichte
werkzaamheden.
28. Rondvraag.
· De heer Hekkert (vvd) benut de rondvraag om het volgende onder de
aandacht te brengen. Op verschillende fronten heeft de gemeente
Enkhuizen contacten met hetzelfde bouwbedrijf dat als hoofdaannemer
heeft gefungeerd van de nieuwe schouwburg te Hoorn. Uit publicaties is
gebleken dat dit bedrijf het niet zo nauw met de overeengekomen
bestekken en dergelijke heeft genomen. Voor de gemeente Hoorn is dit
aanleiding geweest om volledig afscheid van het desbetreffende bedrijf
te nemen. Is één en ander voor burgemeester en wethouders van
Enkhuizen een reden om de bestaande relaties te heroverwegen?
De voorzitter
repliceert dat het niet zorgvuldig zou zijn als over deze materie
tijdens de rondvraag een standpunt werd ingenomen.
Wethouder Van Doornik
(cda) haakt op de woorden van de heer Hekkert in met de stelling dat
diens woorden, indien die niet worden weersproken, onterecht een
negatieve indruk achterlaten. Met het desbetreffende bedrijf, namelijk
Heddes, is uitvoerig gesproken. Het bedrijf is in beeld voor de
realisering van een project op de Gependam en zal er alles aan doen om
dat waar te maken. De financiële positie vormt in ieder geval géén
beletsel. Het college heeft alle vertrouwen in het bedrijf.
De heer Lok
(vl/gl) onderstreept dat deze discussie niet van zorgvuldigheid
getuigt.
De voorzitter
adviseert dit onderwerp in het fractievoorzittersoverleg verder te
bespreken.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
29. Sluiting.
De heer Hart
(eb) hecht eraan als raadsnestor het volgende naar voren te brengen.
Als zich geen bijzondere situaties voordoen, is dit de laatste
raadsvergadering in het jaar 2001 geweest. Een goede gelegenheid om
namens de gehele raad dank uit te spreken aan het adres van de
raadsnotulist, de schrijvende pers en alle ambtenaren die de raad in
het nu bijna afgelopen jaar hebben ondersteund. Spreker verzoekt de
gemeentesecretaris deze dank aan de ambtenaren over te brengen.
Tot slot spreekt hij de hoop uit dat iedereen morgen met veel pakjes zal worden verblijd en wenst hij allen gezegende kerstdagen toe.
De voorzitter
sluit vervolgens de vergadering en wenst allen wel thuis toe (23.45
uur).
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Enkhuizen op dinsdag 5 februari 2002.
De secretaris, De voorzitter,
(J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)