Ministerie van Algemene Zaken
Toespraak dinsdag 29 januari bij de opening van de
tentoonstellingen `Politieke Prent in 2001' & `Alledaagse
Getuigen', Statenpassage van de Tweede Kamer: 16.30 uur
---
Een niet onbelangrijk bestanddeel van het begin van de dag
bestaat ook voor mij uit de krant. Daarbij zal ik de politieke prent
in de krant niet gauw overslaan. Je ogen glijden er automatisch
naar toe en soms veer je even op.
Al die politieke prenten - in ochtend- en avondkranten, in
opiniebladen, of waar je ze ook ziet - het zijn in zekere zin de
peilstokjes van de samenleving.
Politieke tekeningen geven opvattingen weer. Ze kunnen
appelleren aan sluimerende emoties of aanhaken bij gangbare
opvattingen, maar ze kunnen ook een verrassende kant laten
zien van een actuele kwestie.
Politieke tekeningen kunnen vergaande interpretaties geven en
daarmee zowel figuurlijk als letterlijk een karikatuur maken van
de werkelijkheid. Maar een tekening kan ook een klein
kunstwerk dat beter in staat is om de werkelijkheid van een
commentaar te voorzien dan woorden. Want dat alles is het
natuurlijk ook:
een commentaar zonder woorden.
De politieke prent kent een lange geschiedenis en heeft vele
facetten, maar altijd gold dat een goede tekening voor lezers
meer duidelijk maakte dan een politieke verhandeling.
Tekenaar L.J. Jordaan zei over zijn vakgenoten uit het begin
van de vorige eeuw dat van hen voor alles `ruigheid' werd
verwacht en "heftigheid en strijdvaardigheid".
Aan het begin van de vorige eeuw waren de prenten zoals die
van Albert Hahn in de Notenkraker een niet mis te verstaan
commentaar op de politieke en maatschappelijke verhoudingen
van die tijd
Het beeld van de antirevolutionaire politicus Kuyper zoals Hahn
dat schetste is een vast nummer in onze geschiedenisboeken.
En het werd daarmee een beeld in het collectieve geheugen.
Niet alle tekeningen blijven je bij. Er kleeft ook vaak de
vluchtigheid van een dag aan, en veel prenten raken vergeten.
Maar wie de kranten van veertig jaar geleden zou openslaan,
zou via de politieke prenten al snel een overzicht krijgen van de
spraakmakende politici, de belangrijkste gebeurtenissen en de
overheersende emoties.
En dat verandert niet, de politieke prent is blijkbaar
springlevend.
Nog altijd publiceren kranten regelmatig een politieke prent en
nog altijd is het een beeldend commentaar op de wereld om
ons heen, waarin de lezer al dan niet zijn of haar gelijk
bevestigd ziet.
Maar het gaat - ik wees daar al op - niet altijd om een analyse
of een opvatting of om een gelijk.
Je kunt ook gewoon lachen om een tekening. Eerlijk is eerlijk,
een karikatuur is soms goed getroffen. En de karikatuur, de
overdrijving, is een essentieel element in een politieke tekening.
Wat mijzelf betreft?
Heel af en toe denk ik toch wel eens: moet dat nou zo?
Of ben ik verrast: hé zo kun je het kennelijk ook zien.
En ik moet eerlijk zijn: er zijn af en toe ook momenten dat ik
denk: feilloos in één pennenstreek zijn mijn gevoelens hier
neergezet.
Maar over het algemeen geldt hier voor een politicus, en dus
ook voor mij: even stilzitten als je geschoren wordt, en vooral
geen au! roepen.
Met die spot, met dat kritische commentaar is de politieke
tekening een belangrijk en niet weg te denken onderdeel van
een democratische politieke cultuur. In een dictatuur is de
spotprent vaak een eerste zichtbare vorm van verzet, in een
democratie is de spotprent een onderdeel van de publieke
controle. En ze gaan als peilstok van de openbare
opinievorming niet onopgemerkt aan politici voorbij.
Dat Nederland een aantal goede politieke tekenaars heeft voortgebracht is vandaag op deze tentoonstelling weer te zien. Het doet mij goed dat daarbij extra aandacht wordt besteed aan Opland, de vorig jaar overleden tekenaar Rob Wout, die decennia lang - ook dus de periode waarin ikzelf mij op het publieke terrein begaf - op een onmiskenbaar eigen manier de politieke prent in Nederland gestalte gaf. Met het vrouwtje dat een raket wegschopt maakte hij een tijdperk herkenbaar.
Maar het meest bekend is hij toch wel om de Haagse politici die hij bijna onveranderlijk in Hollandse binnenhuisjes op dorpsniveau liet acteren. Ik miste de afgelopen weken zijn winterprenten, met de politieke schaatsers, de vele wakken onderweg en het bordje dat in het donkere en koude landschap de weg naar de finish wijst. Maar ik moet oppassen, want was het niet Opland zelf die over de loftuitingen van politici eens opmerkte. «Vroeger gooiden ze politieke tekenaars in het cachot. Ze huldigen ze nu weg, en dat is veel gevaarlijker"
Deze tentoonstelling bewijst dat de politieke tekening in
Nederland nog volop leeft, met nieuwe vormen, een ander
lijnenspel, maar altijd met een eigenzinnig commentaar en ik
hoop dat u bij het bekijken van de prenten op z'n minst een
paar keer kunt glimlachen en het is daarom ook dat ik deze
tentoonstelling met veel genoegen open.