Partij van de Arbeid
Den Haag, 29 januari 2002
BIJDRAGE VAN MARIËTTE HAMER (PvdA) AAN HET ALGEMEEN OVERLEG OVER DE
VOORTGANG VAN HET WETENSCHAPSBELEID
Algemeen
Bij de behandeling van de begroting heeft de PvdA het uitblijven van een
beleidsvisie van minister Hermans op het gebied van het wetenschappelijk
onderzoek betreurd. Ook uit de nu voorliggende verzamelingen van brieven
ontbreekt een lange termijn visie. Het ontbreken van deze lange termijnvisie
op het wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten staat haaks op de
ambitie om bij de top van de mondiale kenniseconomie te willen horen.
Hermans ziet als belangrijke uitdagingen voor de toekomst het vasthouden van
de hoge wetenschappelijke kwaliteit en het bieden van ruimte aan nieuwe
ideeën. Maar hoe hij dit precies wil realiseren wordt niet duidelijk.
Voortgangsrapportage wetenschapsbeleid
Het afgelopen jaar zijn er een groot aantal rapporten, adviezen en
evaluaties verschenen over het Nederlandse wetenschapsbeleid. Uit al deze
documenten komen adviezen naar voren hoe het wetenschapsbeleid de komende
jaren moet worden ingericht, zodat we de kwaliteit die nu wordt geboden in
stand kan worden gehouden. In de voortgangsrapportage vermeldt de minister
de belangrijkste conclusies uit de documenten en geeft aan welke
initiatieven hij neemt voor de versterking van het wetenschappelijk
onderzoek.
De fractie van de PvdA vindt het belangrijk dat er initiatieven
worden genomen om de positie van het wetenschappelijk onderzoek te
versterken. Welke zijn dit en hoe gaat de minister deze stimuleren.
Hoe staat de minister in dit opzicht tegen het manifest waarin VNO-NCW, KNAW, VSNU, TNO en NWO pleiten voor een investering van jaarlijks 100 MEuro in wetenschap, te besteden via NWO en langs de lijnen van de NWO-strategienota? In dat manifest beloven de kennisinfrastructuur en het bedrijfsleven dat ze meer zullen investeren in het verder versterken van hun onderlinge netwerken. Gaat de minister ze daarin ondersteunen?
Een groot probleem dreigt voor de universiteiten als het gaat om
onderzoek en onderwijs. Dat is de vergrijzing. De minister heeft destijds de
vernieuwingsimpuls ingesteld om meer jonge onderzoekers aan te trekken. Maar
we weten inmiddels dat dit alleen, het probleem niet zal oplossen. Is de
minister in gesprek met de universiteiten hierover en wat kan hij ons
daarover melden?
Meer interactie bedrijfsleven en universiteiten
De afgelopen tijd was de minister van EZ meer in het nieuws met het
wetenschappelijk onderzoek dan de minister van OCW. Zij uitte nogal wat
kritiek op de universiteiten.
Kort door de bocht vindt de minister van EZ dat de universiteiten
weliswaar wetenschappelijk onderzoek van uitstekend niveau doen, maar dat er
in het bedrijfsleven met de resultaten van dat onderzoek onvoldoende
gebeurt. Zij wijt dit aan de te isolationistische houding van de
universiteiten, het ivoren toren argument. Ze vindt dat het afgelopen moet
zijn met de vrijheid van onderzoek en dat het bedrijfsleven veel meer en
dwingend te zeggen moet krijgen over de richting van het wetenschappelijk
onderzoek aan de universiteiten.
Wat dit betreft zijn een paar vragen interessant.
1. Is het zo dat de benutting van resultaten van wetenschappelijk onderzoek in Nederland achterblijft bij die in relevante buitenlanden?
Het CPB adresseert o.m. deze vraag in zijn nieuwste boek 'De pijlers onder de kenniseconomie' (waar overigens ook veel over te zeggen zou zijn, en niet alleen maar positief). Het CPB komt tot de conclusie dat die vraag op grond van de bestaande gegevens moeilijk te beantwoorden is. Beschikbare cijfers geven hooguit indirecte aanwijzingen en dan wijzen sommige cijfers erop dat die benutting in Nederland inderdaad minder is, terwijl andere juist de andere kant op wijzen. Het CPB onthoudt zich van een harde conclusie, maar heeft wel de indruk dat per saldo de benutting toch iets achterblijft bij de ons omringende landen. Deelt de minister deze opvatting?
3. Met wat voor soort maatregelen kan de benutting van resultaten van wetenschappelijk onderzoek het best gestimuleerd worden?
Als er dan al sprake zou zijn van een geringere benutting en als dat
al zou liggen aan de universiteiten, dan is nog steeds de vraag of
maatregelen zoals voorgesteld door Jorritsma (met name vraagsturing) het
meest effectief zijn. Zelfs het CPB, toch niet onze minst EZ-georiënteerde
institutie, gaat niet mee met het pleidooi van Jorritsma voor meer directe
vraagsturing en voor het bedrijfsleven aan het roer van de universiteiten.
Het CPB schrijft in Pijlers onder de Kenniseconomie onder meer: "Dit vraagt
om terughoudendheid bij het voorschrijven van de
onderzoeksagenda. Ook past terughoudendheid bij het stellen van extra eisen
rond benutting en samenwerking."
Hoe kijkt de minister hier precies tegen aan?
Wetenschappelijke netwerken
De PvdA wil niet alleen maar bezwaren opwerpen maar vooral kijken
hoe het beter kan met de benutting van dat onderzoek zonder overigens het
zwarte pieten spel te spelen van de minister van EZ. Ik heb in 1999 al een
motie ingediend om te komen tot een overleg tussen bedrijfsleven en
universiteiten om per sector vast te stellen welke onderzoeksbehoeften er
zijn. Deze motie is bij mijn weten nooit op die manier uitgevoerd door de
Minister omdat hij bang was dat dit door zijn procedures van NWO en de
sectorraden heen zo lopen. Ik was dan ook bijzonder verheugd te vernemen dat
de Universiteiten en NWO nu zelf een dergelijk initiatief hebben genomen.
Zo heeft NWO initiatief om samen met EZ, VROM, de universitaire
onderzoekers en het chemische bedrijfsleven gezamenlijk te investeren in
katalytisch onderzoek t.b.v. duurzame productieprocessen. De gezamenlijke
investering is natuurlijk mooi, maar daaromheen wordt een netwerkstructuur
gecreëerd die ervoor zorgt dat onderzoekers en toepassers elkaar ook blijven
ontmoeten, zodat de kans op benutting van de resultaten zo groot mogelijk
wordt. VNO, KNAW, VSNU, TNO en zijj zijn nu bijvoorbeeld bezig een workshop
te organiseren om de netwerkvoorbeelden uit de chemie als een soort 'best
practices' te presenteren, zodat ze ook in andere disciplines navolging
kunnen krijgen.
Andere voorbeelden zijn de integratie tussen ZorgOnderzoek Nederland
en het NWO-onderdeel Medische Wetenschappen, waardoor op dit terrein het
gehele spectrum van fundamenteel onderzoek tot aan de zorg wordt bereikt en
men rechtstreeks kan bevorderen dat wetenschappelijke doorbraken hun weg
vinden in de zorgpraktijk. En tenslotte het recent bij NWO opgerichte
Regieorgaan Genomics, waar de opdracht luidt om zowel fundamenteel onderzoek
te stimuleren als de maatschappelijke en bedrijfsmatige toepassing van de
onderzoeksresultaten te bevorderen.
De PvdA gelooft veel meer in deze netwerkvorming als instrument om
kennis te verspreiden dan het bedrijfsleven simpelweg bij de universiteiten
aan het roer te zetten. En wij zijn niet de enigen, ook VNO-NCW vindt dat er
(via een budgetuitbreiding van NWO) extra in wetenschap geïnvesteerd moet
worden, maar vindt dat het bedrijfsleven absoluut niet de onderzoeksagenda
moet opstellen, maar dat de onderzoekers dat vooral zelf moeten doen. Is de
minister bereid deze netwerkvorming verder te stimuleren?
Vrouwen en Wetenschap
De PvdA was bij de behandeling van de begroting blij met de specifieke
impulsen van Hermans voor het aantrekken van vrouwelijke wetenschappers. Dat
er extra geld kwam voor het aantrekken van vrouwen was ook wel hard nodig.
Op dit moment zijn er in Nederland procentueel gezien nog steeds minder
vrouwelijke hoogleraren dan in ons omringende landen. De leden van de PvdA
juichen het initiatief tot oprichting van het expertisecentrum "Vrouwen in
de Wetenschap" dan ook enorm toe. Graag vernemen we op welke termijn de
minister verwacht een besluit te nemen over dit centrum. De leden van de
PvdA verwachten echter niet dat met het instellen van een expertise centrum
alleen de achterstand op korte termijn kan worden weg gewerkt.
Daarnaast vragen de leden van de PvdA zich welke (aanvullende)
maatregelen de minister nog zal nemen.
Uit recente onderzoeken komt (L. Wesseling in Geleerde moeders) naar
voren dat de carrière van vrouwen in de wetenschap niet zozeer wordt
belemmerd door de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van kinderen, maar
vooral door aspecten van de universitaire organisatiecultuur. Kan de
minister aangeven of, en zo ja welke de uitkomsten van dit onderzoek van
invloed zijn op zijn beleid en welke veranderingen we in dat geval mogen
verwachten? De PvdA betreurt het dat wij bij dit overleg nog niet de
antwoorden hebben op de vragen van mevrouw Bussemaker en mij die wij
hierover - naar aanleiding van de situatie in Leiden - op 15 januari hebben
gesteld?
AWT
Begin december 2000 is de Tijdelijke Evaluatiecommissie ingesteld
met het verzoek de Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT)
te evalueren. De evaluatiecommissie is gevraagd zowel de adviestaak als de
verkenningentaak van de Raad te beoordelen. Een van de voornaamste
conclusies van de commissie was dat de adviezen van de AWT enthousiast
onthaald worden door ministeries en intermediaire en andere organisaties.
Maar dat er aan de positie van AWT nogal wat te verbeteren is. Dat blijkt
ook uit de aanbevelingen. In de kabinetsreactie wordt volgens de leden van
de PvdA hierop onvoldoende terug gekomen. Ik verzoek de minister hier nog
kort op te reageren en aan te geven hoe de aanbevelingen nu in beleid worden
omgezet? Bijvoorbeeld gaat de communicatie van AWT met de departementen nu
verbeteren?
Genomics gelden
Naar aanleiding van het advies van de commissie Wijffels heeft het
kabinet besloten om 320 miljoen gulden uit te trekken voor het onderzoek
naar genomics. Van die 320 miljoen wordt een bedrag van 170 miljoen
opgebracht door vijf departementen (OCW, EZ, VWS, LNV en VROM). Ieder
departement draagt in 2001 10 miljoen en in 2002 20 miljoen bij. EZ doet
daarnaast na 2002 nog eens 20 miljoen.
OCW is er echter niet in geslaagd die 20 miljoen voor 2002 op de
eigen begroting te vinden en heeft daarom besloten eerst 20 miljoen te
korten op het NWO-budget en daarna geoormerkt voor genomics weer aan NWO toe
te wijzen.
De minister van OCW heeft het NWO vanaf de start laten weten dat het
een tijdelijk probleempje betrof en dat hij zou repareren door een
incidentele toewijzing van 20 miljoen aan NWO. Tot dusverre heeft hij geen
kans gezien de toezegging na te komen. Eerst werd het NWO beloofd dat het
bedrag via de najaarsnota van 2001 zou worden voldaan, toen bleek dat de
minister daar geen geld voor kon vinden beloofde hij het NWO via de
voorjaarsnota het bedrag te compenseren, (zie ook 'Onderzoek Nederland' van
16 november jl., 'Hermans bekent'). Deze belofte was het gevolg van
kamervragen die wij de minister bij de begroting hierover stelden. De
minister heeft nu het NWO laten weten dat het ook bij voorjaarsnota niet zal
lukken het bedrag vrij te maken.
De fractie van de PvdA vindt dat de minister zich aan de afspraken
met het NWO moet houden en 20 miljoen gulden moet vrijmaken voor het NWO
zoals hij meerdere malen heeft toegezegd. De fractie vraagt zich daarom af
waarom de minister bij de voorjaarsnota wederom niet het beloofde bedrag aan
het NWO doet toekomen en roept de minister op alsnog met het beloofde bedrag
over de brug te komen.
Motie Melkert
De overige 150 miljoen zijn door Hermans gevonden door voor de
eerste 6 jaar de middelen ingevolge de motie-Melkert geoormerkt aan NWO toe
te wijzen voor Genomics. De motie-Melkert ingediend bij de algemene
beschouwingen in 2000 constateerde dat het fundamenteel onderzoek in
Nederland in de knel dreigde te komen en vroeg de regering een extra bedrag
van 25 Mf/jaar beschikbaar te stellen. Dat bedrag is nu dus voor de eerste 6
jaar geoormerkt aan NWO toegewezen voor Genomics.
De bedoeling van de motie was echter extra ondersteuning voor het
fundamenteel onderzoek in den brede, iets waaraan deze wijze van besteding
van de middelen dus niet beantwoordt. Met de bedragen die nu naar het NWO
gaan wordt dus alleen het Genomics onderzoek gesteund. Het NWO pleit er
daarom voor om behalve geld voor genomics ook extra geld vrij te maken voor
fundamenteel, niet-genomics onderzoek.
Zij hebben via onder meer de strategienota 'Thema's met Talent'
plannen gemaakt hoe het wetenschappelijk onderzoek in Nederland gestimuleerd
kan worden. Minister Hermans onderschrijft de plannen, maar geeft ook aan
dat hij er geen geld voor kan vrijmaken.
De fractie van de PvdA vraagt zich af waarom de oorspronkelijke
motie van Melkert, een niet geoormerkt bedrag van 25 miljoen gulden per
jaar, niet is uitgevoerd en waarom alleen het genomics-onderzoek extra geld
heeft verkregen? De PvdA verzoekt de minister, mede vanwege het feit dat de
minister zelf het belang van de versterking van het fundamenteel onderzoek
onderschrijft, om alsnog het beloofde bedrag aan het budget van het NWO toe
te voegen.
Tot slot nog aantal kleine punten
* Inkomsten promovendi: zijn nu alle problemen opgelost?
* Bezuiniging TNO, bij begroting al aangekaart: hoe staat het daar nu
mee, wordt dit opgelost?
* Bilaterale samenwerking: hoe krijgt dit allemaal zijn vervolg?