Gezondheidsraad
PERSBERICHT
---
Stralingsgevaar mobiele telefoon niet gebleken
Het elektromagnetisch veld van een mobiele telefoon is, naar de
huidige stand van de wetenschap, niet gevaarlijk voor de gezondheid.
Er zijn dan ook geen redenen de blootstellingslimieten te herzien. De
Gezondheidsraad schrijft dit in een vandaag verschenen advies aan de
bewindslieden van VWS, VROM, EZ, V&W en SZW.
Meer dan de helft van de Nederlandse bevolking heeft tegenwoordig een
mobieltje. Met de sterke toename van het GSM-gebruik groeide de
bezorgdheid over mogelijk schadelijke gevolgen van blootstelling aan
de elektromagnetische velden (`straling') die mobiele
telefoontoestellen uitzenden. Uit volgens de regelen der kunst
uitgevoerd onderzoek is echter niets gebleken van een verband tussen
veelvuldig gebruik van een mobieltje en het optreden van hoofdpijn,
duizeligheid of een verhoging van de kans op een hersentumor.
In sommige experimentele onderzoeken zijn effecten op bepaalde
biologische systemen gevonden, zoals een geringe beïnvloeding van
natuurlijke hersengolfpatronen tijdens de slaap of, een enkele keer,
een lichte verhoging van de reactiesnelheid. Deze effecten zijn echter
uiterst subtiel, alleen met gevoelige apparatuur te meten en
omkeerbaar. Het gaat hier om invloeden die het lichaam gemakkelijk de
baas kan. Daarom zijn ze niet te aan te merken als schadelijk voor de
gezondheid.
De Gezondheidsraad vindt nader onderzoek gewenst voor een beter
inzicht in vooral de eventuele gevolgen op lange termijn, maar ziet in
de op dit moment beschikbare gegevens geen aanleiding voor herziening
van de blootstellingslimieten die in eerdere adviezen zijn
voorgesteld. Ook is het niet nodig het gebruik van mobiele telefoons
door kinderen zo veel mogelijk te beperken.
De elektromagnetische velden van mobiele telefoons kunnen storingen
veroorzaken in elektronische apparaten. Gaat het om medische
apparatuur, dan kan dat gezondheidsproblemen geven. In de directe
omgeving ervan moet men het mobieltje dus niet gebruiken. De afgelopen
jaren zijn de normen voor de mate waarin dergelijke apparatuur bestand
moet zijn tegen storingen aangescherpt, maar dat zou, volgens de Raad,
nog verder moeten gaan.
Met het oog op de verkeersveiligheid vindt de Raad dat het komende
verbod om een mobieltje zonder handsfree-voorziening te gebruiken
tijdens het besturen van een gemotoriseerd voertuig, moet gelden voor
bestuurders van álle voertuigen. Volgens recente wetenschappelijke
gegevens maakt het voor de verkeersveiligheid echter weinig uit of men
handsfree of niet-handsfree belt tijdens het besturen van een
voertuig. Daarom beveelt de Gezondheidsraad aan om dan geen langdurige
of `moeilijke' gesprekken te voeren.
Het advies is opgesteld door een commissie bestaande uit: o prof. dr
EW Roubos, voorzitter, hoogleraar dierkunde; Katholieke Universiteit
Nijmegen o dr LM van Aernsbergen, adviseur, fysicus; Ministerie van
VROM, Den Haag o prof. dr ir G Brussaard, hoogleraar
radiocommunicatie; Technische Universiteit Eindhoven o dr J Havenaar,
psychiater; Universitair Medisch Centrum Utrecht o drs FBJ Koops,
bioloog; Arnhem o prof. dr ir FE van Leeuwen, hoogleraar epidemiologie
van kanker; Vrije Universiteit Amsterdam o dr HK Leonhard, adviseur,
fysicus; Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Groningen o dr GC van
Rhoon, fysicus; Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam o dr GMH Swaen,
epidemioloog; Universiteit Maastricht o DHJ van de Weerdt, arts,
medisch milieukundige; GGD Zwolle o prof. dr ir APM Zwamborn,
hoogleraar elektromagnetische effecten; Technische Universiteit
Eindhoven o dr E van Rongen, secretaris, radiobioloog;
Gezondheidsraad, Den Haag.
Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt dr E van Rongen, tel. (070)
340 57 30, mobiel 06 55 11 12 95, e-mail e.van.rongen@gr.nl
.
Recent verschenen eerdere adviezen van de Gezondheidsraad over dit
onderwerp zijn de publicaties `GSM-basisstations', nr 2000/16 en
`Elektromagnetische velden: Jaarbericht 2001', nr 2001/14.
Datum: 28 januari 2002
---