Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Stand van zaken overige Raadsformaties
Uitbreiding EU
Prioriteiten conflictpreventie
Gemeenschappelijke strategieën
Afghanistan
Midden Oosten vredesproces
Westelijke Balkan
India en Pakistan
Zimbabwe
En marge: Associatieraad met Tunesië
En marge: Samenwerkingsraad met Oezbekistan
Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie
voor Europese Zaken en van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie
Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 21 januari 2002 Auteur G.A. Beschoor Plug
Kenmerk DIE/27/02 Telefoon 070-3485005
Blad 1/6 Fax 070-3484086
Bijlage(n) - E-mail die@minbuza.nl
Betreft Geannoteerde agenda Algemene Raad van 28 en 29 januari 2002
Zeer geachte Voorzitter,
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij de geannoteerde
agenda van de Algemene Raad van 28 en 29 januari 2002 aan te bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Geannoteerde agenda van de Algemene Raad van 28 en 29 januari 2002
Het Spaanse voorzitterschap heeft aangekondigd het Belgische initiatief te
vervolgen om dit agendapunt op elke Algemene Raad te laten terugkeren.
Hiermee beoogt het voorzitterschap - mede met het oog op de voorbereiding
van Europese Raden - het overzicht te bewaren over de werkzaamheden van de
andere Raadsformaties.
Het voorzitterschap is voornemens vast te houden aan de road map voor de
uitbreiding. Dit betekent dat in het komende halfjaar wordt gestreefd naar
voorlopige afsluiting van de drie onderhandelingshoofdstukken met de
grootste financiële implicaties - regionaal beleid, gemeenschappelijk
landbouwbeleid en begroting - met daarvoor in aanmerking komende
kandidaat-lidstaten. Ook staat het hoofdstuk 'institutionalia' op de agenda.
Voorts zal er aandacht zijn voor de voorlopige afsluiting van hoofdstukken
die onder eerdere voorzitterschappen werden geopend, maar nog niet konden
worden afgerond.
De onderhandelingen met Bulgarije en Roemenië zijn minder vergevorderd. Het
is de bedoeling in het komende halfjaar met deze landen in ieder geval alle
onderhandelingshoofdstukken te openen.
Het Spaanse voorzitterschap zal bijzondere aandacht besteden aan de derde
groep toetredingscriteria, overname van het acquis communautaire. De
Commissie zal in juni aan de Europese Raad van Sevilla rapporteren over de
implementatie van het Action Plan voor versterking van de administratieve en
juridische capaciteit in de kandidaat-lidstaten. Hierdoor zal deze Europese
Raad een eerste integrale beoordeling kunnen geven van het vermogen van de
kandidaten om het acquis over te nemen en te implementeren.
Het Spaanse voorzitterschap zal zich inzetten voor het vinden van een oplossing voor het Cypriotische conflict. Ook staat de vormgeving van de nieuwe fase van de pre-accessiestrategie met Turkije op de agenda.
De Europese Raad in Gotenburg heeft het Europees Programma inzake
Conflictpreventie vastgesteld, op basis waarvan aan het begin van elk
voorzitterschap de prioriteiten moeten worden vastgesteld van het EU beleid
ten aanzien van conflictpreventie.
De Raad zal op basis van presentaties van Hoge Vertegenwoordiger Solana en
van de Commissie over huidige en potentiële crisishaarden, de prioriteiten
voor het eerste halfjaar 2002 vaststellen. Hierbij zal worden gekeken welke
vraagstukken, regio's en landen de aandacht verdienen in het kader van het
streven van de EU naar grotere effectiviteit op het terrein van
conflictpreventie.
Nederland is van mening dat een zo operationeel mogelijke benadering moet
worden gevolgd, met concrete actiepunten zoals tijdens de Algemene Raad van
juli 2001 is geschied ten aanzien van Indonesië.
De Raad zal op basis van een presentatie van HV Solana spreken over het
functioneren van de Gemeenschappelijke Strategieën. Deze discussie vindt
plaats in het kader van het streven de effectiviteit van de Raad en de
coherentie in het externe optreden van de Unie te verbeteren. De EU heeft
tot dusver drie Gemeenschappelijke Strategieën vastgesteld: Rusland,
Oekraïne en de Middellandse Zee-regio.
Zoals bekend heeft de Raad in februari 2001 op basis van een kritisch
rapport van HV Solana conclusies aangenomen met concrete aanbevelingen ten
aanzien van Gemeenschappelijke Strategieën. Solana had in het rapport
gesteld dat de strategieën te weinig operationeel waren. Een helderdere
prioriteitstelling en vertaling van doelstellingen naar middelen waren
manieren om de effectiviteit te verbeteren.
De Raad zal nu, één jaar later, een nieuw oordeel vellen over het
functioneren van de Gemeenschappelijke Strategieën. Nederland is van mening
dat de werkplannen van het voorzitterschap inmiddels hebben bijgedragen aan
een verbeterd functioneren van de Gemeenschappelijke Strategieën, maar dat
een 'herwaardering' noodzakelijk is. De werkplannen moeten worden voorzien
van een beperkt aantal heldere prioriteiten met een duidelijke operationele
invulling (inclusief financiële gevolgen). Dergelijke werkplannen zouden bij
voorkeur ook meerdere voorzitterschappen moeten beslaan teneinde meer
continuïteit in de uitvoering te verzekeren.
De Raad zal zich opnieuw buigen over Afghanistan. Gezien het tempo van de
ontwikkelingen aldaar is op dit moment niet exact aan te geven waar de
discussie zich op zal richten. Verwacht mag worden dat in ieder geval de
resultaten van de wederopbouwconferentie in Tokyo (20-21 januari) zullen
worden besproken.
Daarnaast zullen ontwikkelingen met betrekking tot de International Security
Assistance Force (ISAF) onderwerp van gesprek zijn, waaronder het vraagstuk
van opleiding van een Afghaanse krijgsmacht. In zijn huidige omvang is ISAF
hiervoor niet toegerust. Een EU-bijdrage aan de oplossing hiervan ligt
minder voor de hand dan bijdragen van individuele lidstaten (waarbij goede
coördinatie uiteraard een voorwaarde is). Tot slot zou het verloop van de
militaire acties in het kader van operatie Enduring Freedom aan de orde
kunnen komen.
De Raad zal de Midden Oosten problematiek bespreken in het licht van de
recente ontwikkelingen, waaronder de hervatting van het geweld na drie weken
relatieve rust (eind december en begin januari), de wapensmokkel met de
Karine-A en de mogelijke betrokkenheid van vertegenwoordigers van de
Palestijnse Autoriteit hierbij. Ook zullen de missies van het Spaanse
voorzitterschap, HV Solana en de Amerikaanse gezant Zinni naar de regio aan
de orde komen. Ook zal de rol van Iran worden besproken in verband met de
speech van Rafsandjani van november 2001 en de vermeende Iraanse
betrokkenheid bij de wapensmokkel.
Nederland betreurt het dat na drie weken van relatieve kalmte de spiraal van
het geweld is hervat (de forse Israëlische reactie op de Hamas-aanval op een
Israëlische grenspost, met name de vernieling van meer dan 50 Palestijnse
huizen waarbij velen dakloos werden; de Palestijnse terreuraanval op een
Israëlisch huwelijksfeest waarbij vijf doden vielen). Het blijft van groot
belang dat beide partijen op een positieve manier samenwerken met de
internationale gemeenschap om het veiligheidsoverleg - als voorloper van
implementatie van Tenet en Mitchell - succesvol te laten verlopen.
De Raad zal spreken over de situatie in Macedonië in het licht van de
actuele ontwikkelingen en de voortgang bij de uitvoering van het Framework
Agreement.
In het bijzonder zal worden gekeken naar de mate waarin is voldaan aan de
voorwaarden voor het houden van een donorconferentie voor Macedonië.
Nederland hecht groot belang aan substantiële internationale financiële
steun bij de uitvoering van het akkoord en is voornemens bij een
donorconferentie een verdubbeling van de hulp voor de komende jaren aan te
kondigen.
Verder zal de Raad spreken over de opvolging van de VN-politiemissie in
Bosnië (UNIPTF) waarvan het mandaat eind 2002 afloopt en de mogelijke rol
van de Unie hierbij. Nederland is in beginsel voorstander van een door de EU
geleide operatie, waaraan ook derde landen in staat worden gesteld deel te
nemen en nauw wordt samengewerkt met SFOR.
De Raad zal voorts spreken over de gevolgen van de verkiezingen in Kosovo
van 17 november jl. en de noodzaak van spoedige vorming van een regering ter
verwezenlijking van het voorziene zelfbestuur. Tenslotte zal naar aanleiding
van de inspanningen van HV Solana gesproken worden over de voortgang in de
dialoog tussen Servië en Montenegro over hun toekomstige relatie. Nederland
heeft met zijn EU-partners, vooral in het belang van de regionale
stabiliteit, een sterke voorkeur voor een oplossing gebaseerd op een
gezamenlijke constitutie.
De Raad zal spreken over de gespannen relatie tussen India en Pakistan na de
terroristische aanslag op het Indiase parlement op 13 december 2001. Deze
situatie vergt een intensieve betrokkenheid van de internationale
gemeenschap. In de komende periode is een aantal bezoeken op hoog niveau
voorzien. Inmiddels heeft de Pakistaanse President Musharraf in een speech
vergaande maatregelen tegen terrorisme aangekondigd. De speech is gematigd
positief ontvangen in India, hetgeen aanknopingspunten biedt voor een
dialoog tussen beide partijen. De EU heeft zich in een verklaring van het
voorzitterschap positief uitgelaten over deze speech. Pakistaanse
autoriteiten zijn inmiddels overgegaan tot een verbod op bepaalde
extremistische groeperingen en tot omvangrijke arrestaties van vermeende
aanhangers.
Nederland verwelkomt de uitspraken van President Musharraf evenals de
inmiddels getroffen maatregelen. Pakistan moet worden aangemoedigd de
implementatie van de aangekondigde maatregelen voort te zetten en verdere
actie te nemen. India moet worden opgeroepen het positieve signaal te
erkennen en te komen tot een dialoog met Pakistan. Nederland zal tijdens de
Raad pleiten voor een bezoek van het voorzitterschap en HV Solana aan beide
landen.
De Raad zal zich buigen over de ontwikkelingen in Zimbabwe. In dit kader zal
de uitkomst van de eerste consultatie ex art. 96 van het Verdrag van
Cotonou, die op 11 januari heeft plaatsgevonden, aan de orde komen.
De EU heeft daarbij aangedrongen op een spoedige, officiële uitnodiging en
accreditatie voor internationale en onafhankelijke verkiezingswaarneming,
minimaal zes weken voor aanvang van de verkiezingen. De Zimbabwaanse
autoriteiten hebben aangegeven hieraan te willen voldoen; een officiële
schriftelijke reactie werd uiterlijk 18 januari jl. verwacht. Mede op basis
van rapportage van de EU-ambassades in Harare zal de Raad eventuele verdere
stappen bespreken.
Nederland is van mening dat de EU een duidelijke positie dient in te nemen.
Zimbabwe heeft de afgelopen maanden geen haast gemaakt met de dialoog met de
Unie. Verdere vertraging van de consultaties kan de EU, met het oog op de
komende verkiezingen, niet accepteren. De ontwikkelingen in Zimbabwe geven
aanleiding tot grote zorg over de verkiezingen. De EU heeft tijdens de
recente consultaties met Zimbabwe in het kader van art. 96 aangedrongen op
een uitnodiging aan de EU tot het zenden van verkiezingswaarnemers. Indien
hieraan niet wordt voldaan, dient de EU zich op korte termijn op maatregelen
te beraden.
En marge van de Raad zal een Associatieraad plaatsvinden met Tunesië. Naast
handelsgerelateerde onderwerpen zal er worden stilgestaan bij mensenrechten
alsmede samenwerking op het gebied van bestrijding van het terrorisme.
Tevens zal de stand van zaken in het Barcelonaproces ter sprake komen en zal
de Unie het belang van regionale samenwerking onderstrepen.
En marge van de Raad zal ook de derde Samenwerkingsraad met Oezbekistan plaatsvinden. Op de agenda staan de huidige politieke situatie na de gebeurtenissen in Afghanistan, regionale samenwerking in Centraal Azië, politieke hervormingen in Oezbekistan, het economisch klimaat en bilaterale kwesties. De EU zal de steun van Oezbekistan voor de strijd tegen het terrorisme te verwelkomen. Tegelijkertijd zal de Unie benadrukken dat die strijd niet ten koste mag gaan van het respect voor de mensenrechten in Oezbekistan. In dit verband zullen het politieoptreden en de behandeling van politieke gevangenen scherp in de gaten worden gehouden.
De Commissie zal extra steun uit TACIS toezeggen voor institutionele hervorming in Oezbekistan. Eén en ander past in het voornemen van de Unie om meer aandacht te besteden aan de Centraal Aziatische regio.
Kenmerk
Blad /6
===