Partij van de Arbeid

PERSBERICHT PvdA

Den Haag, 28 januari 2002

GEVOLGEN ZOUTWINNING FRIESLAND ONDERSTREPEN NOODZAAK OMKERING BEWIJSLAST

PvdA-kamerlid Tineke Witteveen-Hevinga heeft zaterdag 26 januari jl. in Friesland gesprekken gevoerd met bewoners die getroffen zijn door de gevolgen van zoutwinning. Het betrof bewoners uit Dongjum-Boer, Pietersbierum-Sexbierum, Oosterbierum en Tzummarum-Firdgum. Volgens deze bewoners lopen hun landerijen, gebouwen en huizen grote schade op door het zakken van de bodem, wat weer een gevolg is van de zoutwinning.

Als gevolg van deze gesprekken heeft zij kamervragen gesteld aan de minister van Economische Zaken. Zo wordt gevraagd naar het functioneren van de Commissie Tommel, een commissie die door de minister van EZ in het leven is geroepen om het causaal verband tussen zout- en gaswinning en mijnbouwschade te onderzoeken. De bewoners van het zoutwinningsgebied moeten eerst zelf onderzoek doen voordat men bij deze Commissie terecht kan. De kosten zouden dan op kunnen lopen tot meer dan 3000 euro. Dit is in strijd zijn met de bedoeling van de Commissie Tommel, zoals die door de regering aan de Tweede Kamer is gepresenteerd en waarbij de toegang tot de Commissie Tommel laagdrempelig zou zijn. De PvdA wenst hierover zo snel mogelijk opheldering.

Het sterkt de PvdA in haar standpunt dat bij mijnbouwschade sprake moet zijn van omkering van de bewijslast, ondanks het bestaan van de Commissie Tommel.

De mijnbouwmaatschappijen (zoals de NAM, Frisia) zullen dan moeten aantonen dat zij de mijnbouwschade niet hebben veroorzaakt. Nu is het zo dat de burger zich in een onvolstrekt ongelijkwaardige positie bevindt ten opzichte van de mijnbouwmaatschappijen. Behalve algemeen juridische kennis is namelijk ook specifieke informatie over processen in de ondergrond noodzakelijk. Een deel van deze informatie valt dan sowieso onder de noemer commercieel gevoelige bedrijfsinformatie.

De omkering van de bewijslast is voor de PvdA een hard punt bij de lopende behandeling van de Mijnbouwwet.

De PvdA acht het ook van belang dat de minister in overleg treedt met de plaatselijke bevolking over een mogelijke nieuwe zoutconcessie. Ook moet de minister in overleg treden met de gemeente Franekeradeel over het ontginningsplan.

Voor nadere informatie: Tineke Witteveen-Hevinga 070-318 2774 of 06-51 17 59 17


---

---

Den Haag, 28 januari 2002

VRAGEN VAN HET LID WITTEVEEN-HEVINGA (PvdA) AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

1. Hebt u kennis genomen van de zorg van de Verenigingen voor Dorpsbelang van Dongjum-Boer, Pietersbierum-Sexbierum, Oosterbierum en Tzummarum-Firdgum over de gevolgen van de bodembewegingen tengevolge van zoutwinning? (1)

2. Is het waar dat mogelijk gedupeerden eerst zelf onderzoek dienen te plegen alvorens men advies kan inwinnen bij de Commissie Tommel? Is het waar dat de daarmee verbonden kosten kunnen oplopen tot zeker 7000 gulden? Bent u bereid deze kosten te financieren door b.v. de toegang tot de Commissie Tommel zo laagdrempelig mogelijk te houden, temeer daar de verzekeringsmaatschappijen weigeren om in deze situaties rechtsbijstandsverzekeringen te verlenen?

3. Is het waar dat de publicatie van het nieuwe rapport over de in augustus 2001 gedane metingen van de bodembewegingen met betrekking tot de steenzoutconcessie Barradeel vertraging heeft opgelopen? Zo ja, wat is de verklaring? Kunt u de publicatie van dat rapport bespoedigen?

4. Wat is uw oordeel over de situatie dat de bodem in 2000 minder is gedaald dan in 1999 terwijl de productie van zout is toegenomen? (2)

5. Hoe verhouden zich de ontwikkelingen van een mogelijk nieuwe concessieverlening met de feitelijke conclusie over de huidige concessie? (3)

6. Wilt u zo spoedig mogelijk overleg plegen met de plaatselijke bevolking over de mogelijk nieuwe concessieverlening?

7. Wanneer zal het overleg over het ontginningsplan met de gemeente Franekeradeel starten?

(1) Netwerk d.d. 22 januari 2002

(2) Rapport Oranjewoud, 13 oktober 2000; "Deformatiemeting 2000 Steenzoutconcessie Barradeel, Frisia Zout B.V.", Bijlage 4, blad 4

(3) Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO; "Bodemdaling door zoutwinning in de concessie Barradeel. Waarneming en prognose", 29 april 1999, paragraaf 2.2.2 "Drukfluctuaties in de caverne", pagina 13 en paragraaf 6 "Conclusies en aanbevelingen", pagina 31