Openbaar Ministerie
Den Haag, 28 januari 2002
HARM-teams leggen beslag op 47 miljoen euro
Met een reeks zeer succesvolle korte klappen tegen het witwassen van
crimineel geld is voor en tijdens de Euroconversie 47 miljoen euro
(105 miljoen gulden) in beslag genomen.
Daarbij is samengewerkt tussen het Openbaar Ministerie, de Nederlandse
politie, de FIOD-ECD, de Koninklijke Marechaussee en het Meldpunt
Ongebruikelijke Transacties (MOT). De samenwerking tijdens de
zogeheten HARM-acties (hit and run moneylaundering) werd gecoördineerd
door de anti-witwaseenheid BLOM van het Korps landelijke
politiediensten (KLPD) en het Landelijk Parket. BLOM staat voor Bureau
voor de politiële ondersteuning van de landelijk officier van justitie
voor de Wet melding ongebruikelijke transacties. Inmiddels hebben
bijna alle 25 politieregio's een of meer HARM-onderzoeken uitgevoerd,
waarbij Amsterdam-Amstelland en Rotterdam-Rijnmond de boventoon
voeren.
De HARM-aanpak bleek na de introductie in 1999 een efficiënte en
effectieve werkwijze om verdachte financiële transacties op te sporen,
criminelen strafrechtelijk te vervolgen en crimineel vermogen in
beslag te nemen. In de periode augustus 1999 tot 1 april 2001 zijn bij
28 HARM-acties 54 verdachten aangehouden en is beslag gelegd op 15
miljoen euro. Vanaf april tot eind vorig jaar zijn bij 58 HARM-acties
63 aanhoudingen verricht en is beslag gelegd op meer dan 12 miljoen
euro.
In de eerste vier weken van 2002, de weken van de euroconversie,
leidden 49 HARM-acties tot 59 aanhoudingen en inbeslagneming van ruim
20 miljoen euro. De minister van Justitie riep met het oog op de
euroconversie vorig jaar een landelijke HARM-voorziening in het leven
van 22 extra rechercheurs. Deze voorziening ondersteunt de regionale
politiekorpsen bij snelle interventies of doet zonodig zelfstandig
onderzoek.
Bij de HARM-methode draait het om het snel beschikbaar komen van
meldingen over verdachte financiële transacties. Daarbij wordt
intensief samengewerkt tussen het MOT en het de anti-witwaseenheid
BLOM. Wanneer transacties vermoedelijk verband houden met
criminaliteit gaan HARM-teams, soms binnen enkele minuten na de
wisseltransacties, over tot aanhouding van de verdachten en
inbeslagneming van het geld. De HARM-acties zijn korte klappen tegen
het witwassen: het onderzoekt stopt als er voldoende bewijs is om aan
te tonen dat het geld op criminele wijze moet zijn verkregen. De
meeste onderzoeken zijn binnen een paar dagen tot enkele weken
afgerond. Wanneer de HARM-teams aanwijzingen vinden dat er meer aan de
hand is, dan wordt deze informatie doorgespeeld aan recherchediensten
die er later mee aan de slag kunnen.
In 2001 heeft het MOT 20.200 verdachte transacties aan de politie
doorgemeld tegen 10.800 in 2000. Vorig jaar zijn 2073 MOT-meldingen
gebruikt voor het bewijs in HARM-zaken. Ook kreeg het BLOM vorig jaar
tientallen meldingen over witwassen van buitenlandse
opsporingsdiensten. Het BLOM heeft inmiddels een verbindingsofficier
geplaatst bij het anti-witwasteam van de Belgische federale politie.
Sinds 1 april 2001 zijn zeven HARM-zaken door buitenlandse
opsporingsdiensten afgehandeld.
De landelijke HARM-voorziening is opgericht voor de duur van twee
jaar. De ministers van Justitie en Financiën hebben kort geleden
bekend gemaakt dat de landelijke voorziening een permanent karakter
krijgt.