Gemeente Rotterdam

Raadsvergadering van 24 januari 2002

Vragenhalfuur
Bereikbaarheid vreemdelingenpolitie
De werkprocessen van de vreemdelingenpolitie zijn nu op orde, maar dat heeft nog niet geleid tot het volledig wegwerken van de achterstand. De wachttijd voor telefoongesprekken via het 0900-nummer is gedaald, omdat sinds 14 januari rechtstreeks wordt doorgeschakeld naar de helpdesk van de vreemdelingenpolitie. Formulieren voor de aanvraag van een verblijfsvergunning worden nu per omgaande opgestuurd. De aanvragen van mensen die getrouwd zijn in het land van herkomst lopen via Buitenlandse Zaken; pas als het ministerie een visum heeft verstrekt komt de vreemdelingenpolitie in beeld. Er zijn maatregelen genomen om te voorkomen dat aanvragen tot verlenging van verblijfstitels vertraging oplopen. Er wordt hard gewerkt aan oplossing van de problemen, maar een exacte datum is nog niet te geven, omdat de vreemdelingenpolitie niet de enige partij in het geheel is. Dat heeft burgemeester mr. I.W. Opstelten, als korpsbeheerder van de politie, geantwoord op vragen van mw. M.A.Knol (PvdA). Ze stelde de vragen omdat de bereikbaarheid van de vreemdelingenpolitie nog steeds slecht is. In oktober heeft de korpsbeheerder in de commissie voor Algemene Bestuurszaken, Politie & Veiligheid aangekondigd dat de problemen per 1 januari opgelost zouden zijn.

Opschorten uitkeringen
Als een uitkering wordt opgeschort omdat cliënten onvoldoende medewerking geven gaat daar een uitnodiging voor een gesprek of een verzoek om meer informatie aan vooraf. Er wordt een termijn aangeboden om alsnog te reageren. Als cliënten alsnog aan hun verplichtingen voldoen worden veel uitkeringen hersteld. De dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid is niet bezig met een opschoningsoperatie en er is geen relatie met het geld dat de minister beschikbaar stelt. Momenteel zijn ca. 3000 uitkeringen al dan niet tijdelijk opgeschort. Bij ca. 1000 gaat het om mensen die niet reageren op oproepen van de dienst. Andere oorzaken zijn onder meer dat cliënten werk hebben, verhuizen, overlijden of een andere uitkering krijgen. In 20 gevallen is sprake van fraude. Dit heeft wethouder J. van der Tak (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) geantwoord op vragen van mw. dr. B.T.H.M. Palm (SP). Ze stelde de vragen naar aanleiding van berichten in de media dat de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid eind vorig jaar 10% van de bijstandsuitkeringen, aan ruim 3700 betrokkenen, heeft stopgezet. Wethouder Van der Tak kreeg van de meerderheid van de gemeenteraad complimenten over de wijze waarop het verbeterplan voor de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid is uitgevoerd.

Gemeenteraad selecteert elf rijksmonumenten
De Gemeenteraad heeft in de deelgemeenten Overschie, Hillegersberg-Schiebroek, Prins Alexander en Hoek van Holland elf gebouwen geselecteerd die in aanmerking komen voor de status van rijksmonument. Rotterdam zal de staatssecretaris van OCW adviseren ze op de rijksmonumentenlijst te plaatsen. In Overschie gaat het om de kerk aan de Overschiese Dorpsstraat 95, het landhuis aan de Delftweg 166 en de verffabriek aan de Overschieseweg 35. In Hillegersberg zijn aan de C.N.A. Looslaan de deelgemeentesecretarie en een woonhuis op nr. 15 geselecteerd en de panden Straatweg 206, Grindweg 93-95 en 97-99. In Prins Alexander gaat het om de grafkapel aan de Laan van Oud Kralingen en in Hoek van Holland om het fort en de torpedoloods aan de Stationsweg.

Meer leefkwaliteit uitdaging voor milieubeleid
De Gemeenteraad heeft ingestemd met het Ontwerp Rotterdams Milieuperspectief (RMP) 2002-2007en het vrijgegeven voor inspraak. Uitgangspunten van het RMP zijn leefkwaliteit, gezamenlijke verantwoordelijkheid en maatwerk. Het RMP geeft een kader voor de gemeentelijke activiteiten op het gebied van leefbaarheid en duurzaamheid. De komende jaren worden programma's ontwikkeld om de kwaliteit van de stad te versterken, milieuknelpunten aan te pakken en om te bevorderen dat partijen hun verantwoordelijkheid krijgen en nemen. De deelgemeenten zullen een gebiedsgerichte aanpak verder uitwerken. Naast nieuw beleid ligt in dit plan vooral de nadruk op de manier waarop de gemeente met milieu aan de slag gaat. Een van de grote opgaven voor de stad is volgens het RMP om zo slim mogelijk activiteiten en functies zoals wonen, werken, mobiliteit en recreëren in te passen en kansen zo goed mogelijk te benutten. Volgens het RMP kan een aanpak van milieuproblemen in en om de stad alleen slagen in samenwerking met Rotterdammers, bedrijven en instellingen. Een amendement van PvdA-raadslid mw. M.A. Knol is met algemene stemmen aangenomen. Daarin staat dat in 2004 vijftig procent van het energiegebruik van de gemeentelijke diensten groene stroom moet zijn en in 2006 honderd procent.

Raad akkoord met Bestuurlijke Overeenkomst RandstadRail Behalve de Stadspartij hebben alle fracties van de Gemeenteraad ingestemd met de bestuurlijke overeenkomst over RandstadRail die de minister van Verkeer en Waterstaat met de Stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden heeft gesloten. De onderhandelingen met het Rijk hebben tot een contract geleid, dat op belangrijke punten voldoet aan de wensen van de Gemeenteraad en de Regioraad. Ondanks de sombere inschatting aan het begin van de onderhandelingen is er behoorlijk wat geld bijgekomen voor RandstadRail. Zo betaalt het Rijk het station Melanchtonweg en kan het station Statenweg 125 meter lang worden. Uit het verwachte overschot bij de bouw van de Beneluxmetro wordt, naast een bijdrage aan RandstadRail, ook de aanleg van tourniquets op het hele Rotterdamse metronet gefinancierd. Met het Rijk zijn goede afspraken gemaakt over verder overleg en over de afkoop van risico's. De Gemeenteraad is ook akkoord gegaan met de overeenkomst tussen de Stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden over de uitvoering van eigen deelprojecten en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor gezamenlijke projecten. Omdat op het grondgebied van de stadsregio het zwaartepunt van RandstadRail binnen Rotterdam ligt, zal de gemeente verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en realisatie van het project, in nauw overleg met de stadsregio en de betrokken gemeenten.

Horecanota Rotterdam 2002 - 2006
De ambitie om Rotterdam te versterken als uitgaansstad en verdere benutting van de economische potentie van de horeca staan aan de basis van de nieuwe horecanota waarin het beleid voor de periode 2002-2006 uiteen wordt gezet. De Gemeenteraad heeft de nota vastgesteld. De regelgeving en de stringente toepassing van handhaving die het huidige beleid kenmerken worden behouden en verder aangescherpt, omdat is gebleken dat dit een gunstig effect heeft gehad om de overlast die horeca kan veroorzaken te beperken. Het gaat om de uniforme openings- en sluitingstijden, het nachtzakenbeleid, het weren van horeca in woongebieden en wijken met overlast-problematiek en de sanctionering van horeca door middel van bestuurlijke maatregelen. In de nieuwe nota is echter ook oog voor het belang van horeca voor het functioneren van de stad en voor de economie en werkgelegenheid. Hiertoe zijn ambities geformuleerd die in deelgemeentelijke horecanota's en economische deelplannen verder worden uitgewerkt. Er is ruimte gecreëerd om in wijken buurt- of winkelondersteunende horeca mogelijk te maken, zoals lunchrooms, broodjeszaken, afhaalcentra, buurthuizen etc. Verder biedt de nota mogelijkheden voor 'maatwerk', zoals het toestaan van kleine uitbreidingen en wordt het aantal 'verlaatjes' verdubbeld van vijf naar tien per jaar.

Verantwoording collegebeleid 1998 - 2002
De Gemeenteraad is van oordeel dat een groot deel van de activiteiten uit het collegeprogramma 'Met raad en daad' is uitgevoerd. Inzet van het programma was de keuze voor meer werk, een krachtige wijkaanpak en een sterk sociaal beleid. In de periode 1998 - 2002 is hard gewerkt aan de uitvoeringsprogramma's. Onderdelen van programma's als Duurzame Stad, Veiligheid, Bestrijding Sociaal Isolement en Armoede, Veelkleurige Stad en Overheid 2000+ zijn echter niet, of nog onvoldoende uitgevoerd. Van de 'bakens' uit het collegeprogramma, die het effect moeten meten, is meer dan de helft op of voor op schema. Waar de cijfers achterblijven is vaak wel verbetering waar te nemen, maar minder dan verwacht. En voor sommige bakens wordt erkend dat bij nader inzien de lat heel hoog is gelegd. De organisatiestructuur, met 12 uitvoeringsprogramma's met een eigen organisatie rond een programmamanager, heeft niet altijd het gewenste effect gehad. Mede doordat de gemeente op verzoek van het Rijk met een Stedelijke Visie moest komen, die ook weer een eigen structuur heeft, is het allemaal erg ingewikkeld geworden. Desondanks is er volgens de raad veel gepresteerd. Er is een koers ingezet waarvan het gemeentebestuur hoopt dat die in de volgende collegeperiode wordt voortgezet. Sommige fracties gaven in hun beoordeling van het collegebeleid een rapportcijfer (PvdA: 7, VVD: 7, SP: 4 , Stadspartij: 6), andere fracties vonden dat dit vooral moest worden overgelaten aan de kiezers op 6 maart.
Wethouder Els Kuijper gaf in een reactie namens het college aan dat de evaluatie niet is bedoeld als 'borstklopperij' maar als een oprechte vorm om verantwoording af te leggen over het beleid waarvan de hoofdlijnen door niemand worden betwist. Zij sloot af met de mededeling dat het college van mening was dat het gedurende de afgelopen vier jaar plezierig met deze raad heeft samengewerkt in het 'gezamenlijke besef het beste te doen voor Rotterdam en de Rotterdammers'.