Ingezonden persbericht



*

*

* Patroonherkenning

* 28-01- 2002 | 10.30 uur

* hr. C.J. Veenman | doctorandus in de informatica
* promotor | Prof.dr.ir. E. Backer (fac. ITS)
* toeg.prom. | Dr.ir. M.J.T. Reinders (UHD-fac. ITS)
*

* Optimization aspects in unsupervised pattern recognition
* In deze thesis worden drie verschillende computer vision en machine learning problemen behandeld. Om te beginnen bestuderen we het bewegingscorrespondentieprobleem, waarvoor een verscheidenheid aan kwalitatieve en statistische oplossingsmethoden bestaat. Wij concentreren ons op de kwalitatieve modellering, waarbij we ons eerst concentreren op situaties waar toekenningsconflicten ontstaan, ofwel veroorzaakt doordat verschillende kenmerkpunten passen op één gemeten punt, ofwel andersom. We laten daarbij afzonderlijke puntspoorinitialisering en -beëindiging buiten beschouwing, omdat dit principiëel conflicteert met het modelleren van tijdelijk niet gedetecteerde kenmerkpunten. We presenteren een model en bijpassend algoritme dat dit model op een 'greedy' manier optimaliseert inclusief een effectieve manier om bestand te zijn tegen detectiefouten en occlusie. Bovendien beschrijven we hoe de puntsporen automatisch, gelijktijdig geïnitialiseerd kunnen worden.

* Vervolgens breiden we dit optimaliseringsalgoritme uit zodanig dat de puntcorrespondentiebeslissingen worden uitgesteld om zo de uiteindelijke resultaten te verbeteren. Dat wil zeggen, we testen of de consequenties van een aantal kandidaatcorrespondenties leiden to andere en betere puntsporen. Om de enorme zoekruimte die dit oplevert te beperken, worden de kandidaat-oplossingen geordend en additionele constraints opgelegd.
* Tenslotte passen we het bewegingscorrespondentiemodel aan, zodat het aantal te volgen punten in de tijd mag variëren. Omdat deze optie principieel conflicteert met het omgaan met tijdelijk missende puntmetingen zijn extra aanpassingen nodig. Ten eerste voegen we een optimaliseringscriterium toe dat ernaar streeft het aantal vastgestelde puntsporen te minimaliseren. Ten tweede voegen we twee continuïteitscriteria toe om af te dwingen dat puntsporen een voldoende aantal puntmetingen bevatten. De andere twee problemen die we behandelen zijn het cluster- en het verwante beeldsegmentatieprobleem. Deze problemen zijn inherent moeilijk, zowel met betrekking tot het definiëren van adequate modellen als het optimaliseren van de modellen. We presenteren een model voor het clusterprobleem waarvoor het aantal clusters niet a-priori bekend hoeft te zijn. In plaats daarvan streeft het model naar minimalisering van de som der kwadratische fouten ten opzichte van de clustercentra, terwijl een harde constraint op de clustervariatie wordt opgelegd. De afwezigheid van het aantal clusters als parameter van het model is onder meer van belang in het beeldsegmentatiedomein, waarvoor we het model specialiseren. Daarna beschrijven we een algoritme voor de optimalisering van het model voor het segmenteren van beelden. In dit schema wordt een aantal agenten in een regelmatig 2-D grid geplaatst. Dit grid, dat het beeld representeert, definieert onder andere buurrelaties tussen de agenten. Vervolgens overwegen de agenten pixelmigratie van de ene agent naar de ander om zo de homogeniteit van de beeldgebieden die ze representeren te verhogen. Als de beeldgebieden van naburige agenten gezamenlijk homogeen zijn vormen de agenten allianties. Als aan de andere kant een agent een afwijkend pixel signaleert, zal hij deze isoleren.

* Als laatste presenteren we een partitioneel clusteralgoritme gebaseerd op het voorgestelde clustermodel. Conceptueel werken alle clusters samen met hun buurclusters om de kwadratische fout te minimaliseren en te voldoen aan de variatie constraint, vergelijkbaar met het beschreven beeldsegmentatie algoritme. Om de omgeving van een cluster vast te stellen zonder cruciale parameters introduceren we het begrip 'foreign' clusterelement. Tenslotte stellen we een nieuwe cluster tendens methode voor die gebaseerd is op het variëren van de variatie constraint parameter.
* In het inleidende hoofdstuk verkennen we aspecten die het bewegingscorrespondentieprobleem, het beeldsegmentatieprobleem en het clusterprobleem gemeen hebben. Omdat er geen voorbeelden gegeven zijn omtrent hoe de structuur zich in de data manifesteert, kunnen al deze problemen als 'unsupervised' patroonherkenningsproblemen beschouwd worden. In deze thesis hebben we deze problemen als optimaliseringsproblemen gedefinieerd, die onvermijdelijk een aantal conflicterende generalisatie- en specialisatiecriteria bevatten. Echter, zowel directe optimalisering van generalisatiecriteria als specialisatiecriteria leidt tot triviale oplossingen.

* Omdat 'unsupervised' patroonherkenningsproblemen inherent conflicterende criteria bevatten, richten we ons in het inleidende hoofdstuk op multiple criteria gerelateerde modellerings- en optimaliseringsaspecten. Het blijkt dat deze problemen als zodanig onbeslisbaar zijn, omdat een groot aantal optimale, mathematisch equivalente, oplossingen bestaat.
*

* Voor verder lezen:

* Optical Pattern Recognition XII, 19 April 2001, Orlando, USA ed. by David P. Casasent and Tien-Hsin, 2001

* Pattern recognition in soft computing paradigm ed. by Nikhil R. Pal, 2001

* Introduction to pattern recognition statistical, structural, neural and fuzzy logic approaches by M. Friedman, 1999

* Pattern recognition by Sergios Theodoridis and Konstantinos Koutroumbas, 1999

* Statistical pattern recognition by Andrew Webb, 1999
*