Lothar Baumgarten
Carbon
26 januari tm 9 juni 2002
De Pont toont dit voorjaar het veelzijdige project Carbon van de
Duitse kunstenaar Lothar Baumgarten. Het is voor het eerst in lange
tijd dat werk van Baumgarten weer in Nederland te zien is, eerder
exposeerde hij onder meer in het Van Abbemuseum Eindhoven (1982) en in
het Stedelijk Museum Amsterdam (1985).
Lothar Baumgarten (Rheinsberg, 1944) is internationaal bekend geworden
met zijn kritische cultuurbeschouwingen waaruit een grote
belangstelling voor etnografie en lokale geschiedenis blijkt. Het
omvangrijke werk Carbon bestaat uit meer dan 100 gelatinezilverdrukken
van spoorwegen, spoorbruggen, semafoor-systemen en onafzienbare
Noord-Amerikaanse afgelegenheid. De fotos documenteren hiermee de
opmars van Europese immigranten van de oost- naar de westkust. In de
tentoonstelling wordt naast de vele fotos ook een aantal wall
drawings getoond; op de muren geschilderde woorden en namen die
refereren aan deze spoorweg-geschiedenis. Vorm, kleur en formaat van
deze wall drawings worden bepaald door de architectuur van het museum.
Het kunstenaarsboek Carbon vormt een belangrijk onderdeel van de
tentoonstelling. Het boek is een hoogtepunt in de jarenlange
samenwerking van Baumgarten met de Nederlandse ontwerper Walter
Nikkels.
Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie en ook het boek
Carbon is leverbaar.
Carbon is ontstaan vanuit Baumgartens eerste onderzoek in 1975 naar
deze koloniale expansie. Op uitnodiging van het Museum of Contemporary
Art, Los Angeles heeft hij dit project in 1989 verder uitgewerkt en in
1990 voor het eerst getoond. De presentatie bestond uitsluitend uit
één grote muurschildering die de hele ruimte besloeg. De fotos waren
vooralsnog alleen bedoeld als documentatie en voor gebruik in het
boek. Baumgarten schreef ook een aantal korte reisverslagen, waarvan
er tien als bijlage in Carbon zijn verschenen.
Voor Lothar Baumgarten vertellen de meerstemmige namen van de
spoorlijnen de geschiedenis van de ontmoeting van verschillende
culturen. Enerzijds herinneren zij aan de traditionele indiaanse
stammen en de namen van hun grondgebieden, anderzijds aan de
onstuitbare trek naar het westen van Europese immigranten. Aan de hand
van de spoorlijnen die zich als een reusachtig web over het land
uitspreiden, is deze opmars te volgen. Veel van de spoorbanen zijn
aangelegd door Chinese arbeiders. Hiermee vormen ze ook nog het
-vergeten- verhaal van een derde bevolkingsgroep.
De fotos tonen spoorbanen, treinstellen, locomotieven en viaducten.
Maar ook uitgestrekte landschappen, vervallen emplacementen en
troosteloze industriegebieden. Carbon biedt geen nostalgische
spoorwegromantiek maar geeft een helder verslag van de gevolgen van de
openlegging van indiaanse gebieden. De eindeloos lange transportlijnen
lijken vooral de gulzigheid van de nieuwe bewoners te illustreren en
de titel Carbon verwijst in dit verband naar de continue behoefte aan
brandstof waarmee deze honger gestild moet worden. De titel verwijst
bovendien naar de zogenaamde C-14 methode waarmee archeologische
vondsten kunnen worden gedateerd.
Het verval van dit spoorwegstelsel (ingehaald door andere
transportsystemen en nieuwe produktietechnieken) geeft de
tijdelijkheid aan van deze op consumptie en expansie gerichte cultuur.
Tegenover dit lineaire proces van vooruitgang plaatst Baumgarten het
cyclische tijdsbesef van de inheemse volkeren die eeuwenlang hun
samenlevingen hebben afgestemd op de wisseling der seizoenen en het
proces van natuurlijke veranderingen. Maar ook deze oude volkeren en
culturen lijken voorgoed verzwolgen en wat nog rest, zijn hun namen
die voortleven in het netwerk van de spoorwegen: Cheyenne & Northern
Railway, Apache Railroad, Keokuk Junction of Monongahela Viaduct.
Andere namen bestaan alleen nog als geografische aanduiding: Potomac
River, Coconino County en Chemehuevi Mountains.
Met zijn verslag lijkt Lothar Baumgarten tevens het spoor te volgen van een typisch Amerikaanse traditie van landschapsfotografie. De ruige uitgestrektheid van the American West heeft tal van kunstenaars en fotografen gefascineerd. Negentiende- eeuwse pioniers als William Henry Jackson en Timothy OSullivan fotografeerden het landschap en Andrew Russell en William Rau registreerden de aanleg van de eerste spoorwegen. Later werden de fotos van onder anderen Walker Evans en Robert Adams tot iconen van het Amerikaanse landschap. Meer recent is het werk van James Welling die bijvoorbeeld met zijn Railroads Series de klassieke documentaire fotografie een vervolg geeft.
De nauwgezetheid waarmee al deze fotografen hun onderwerp in beeld hebben gebracht, kenmerkt ook het werk van Lothar Baumgarten. De opnames zijn zorgvuldig gekozen in standpunt, compositie, belichting en detaillering. Deze aandachtige precisie spreekt eveneens uit de teksten die een belangrijk onderdeel van het werk vormen. Namen en woorden worden als belangrijke beeldende elementen gebruikt. De wall drawings bestaan uit combinaties van woorden die door hun formaat, typografie, compositie en kleurstelling een monumentale werking krijgen. De woorden zijn vaak ontleend aan inheemse benamingen en zijn erg suggestief in klank en betekenis. Soms werken de muurschilderingen als pictogrammen; bij het werk Bridge (1989) zijn de namen zo geplaatst dat ze het beeld van een brug vormen en de letters een ritmiek van pijlers krijgen. Voor de wall drawings bij Carbon heeft Baumgarten zich laten inspireren door de specifieke beeldtaal van de spoorwegtypografie. Het onderzoek naar dergelijke taal- en communicatiesystemen vormt een wezenlijk onderdeel in dit werk. Als een etnograaf bestudeert Baumgarten hoe culturen zich hierin identificeren en als kunstenaar weet hij deze vormen op poëtische en associatieve wijze weer tot zelfstandige beelden om te toveren.
Bij de tentoonstelling zijn een persmap en dia's voor reproductie
beschikbaar. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het
secretariaat van De Pont.