Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

persbericht

Nummer:
5

Directie:
voorlichting

25-01-2002

Status:
informatie

Evaluatie Nota Belvedere

Cultuurhistorie beter in beeld bij ruimtelijke ordening

Rijk en provincies houden steeds meer rekening met cultuurhistorische waarden bij de ruimtelijke inrichting van Nederland. De gedachte dat cultuurhistorie een kwalitatieve rol kan spelen bij de ruimtelijke ontwikkeling heeft veelvuldig in het rijksbeleid weerklank gevonden. Dit blijkt uit de eerste tweejaarlijkse evaluatie van de Nota Belvedere. Deze nota uit 1999 beoogt een nieuwe benadering van de cultuurhistorie. Uit de evaluatie blijkt ook dat gemeenten, waterschappen en ontwerpers in mindere mate rekening houden met de Belvedere-gedachte. Daarom zal het project Belvedere meer gaan inzetten op lokaal niveau. De evaluatie is uitgevoerd in opdracht van de vier betrokken bewindslieden van de ministeries van OCenW, VROM, LNV en V&W.
Rijksbeleid
De afgelopen twee jaar hebben ruim tachtig
Belvedere-voorbeeldprojecten subsidie gekregen voor nieuwe initiatieven, idee- en planvorming. Daarnaast heeft de cultuurhistorie een prominente plaats gekregen in onder meer de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening, in het ontwerp van het Tweede Structuurschema voor de Groene Ruimte en in de Cultuurnota 2001-2004. Voor zeven van de twaalf provincies vormt cultuurhistorie op dit moment al een hoofdlijn van beleid (in het huidige of toekomstige streek- of omgevingsplan). Ook in andere geledingen van de maatschappij zorgt Belvedere voor verandering. Bijvoorbeeld in het onderwijs, waar de traditionele scheidslijnen tussen de cultuurhistorische disciplines worden losgelaten en samenwerking wordt gezocht met ruimtelijke disciplines.

Verbeterpunten
De betrokken bewindslieden willen de komende jaren meer gemeenten inspireren om met de Belvedere-gedachte aan de slag te gaan. Samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg worden inmiddels de mogelijkheden verkend om het bereik van Belvedere te vergroten.
De subsidieregeling Belverdere zal nog een aantal jaren worden voortgezet. Deze regeling richt zich met name op het stimuleren van nieuwe initiatieven, idee- en planvorming. Naast deze regeling worden de mogelijkheden onderzocht voor een Investeringsfonds Belvedere, dat zich zal richten op de uitvoering van projecten. Er komt ook een regiegroep Belvedere, die de bewindslieden gaat adviseren over de uitvoering van het project Belvedere. De instelling van een regiegroep doet recht aan de notie dat Belvedere pas echt succesvol kan zijn bij een goede samenwerking van alle bestuursniveaus. In deze regiegroep zullen bestuurlijke representanten van gemeenten, waterschappen, provincies zitting nemen. De bewindslieden van OCenW, VROM, LNV en V&W houden de eindverantwoordelijkheid.

Naast een groter bereik op gemeentelijk niveau willen de bewindslieden extra energie steken in de concretisering van de Belvedere denk- en werkwijze 'behoud door ontwikkeling'. Bijvoorbeeld door de ontwikkeling van praktisch instrumentarium. Of door meer landelijke voorbeeldprojecten op te zetten, naast de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Een eerste aanzet tot verdere concretisering vormt ook de praktijkgerichte cursus 'Belvedere op de werkvloer' die dit jaar van start gaat.

Doel
De hoofddoelstelling van het Belvedere-beleid is behoud van cultuurhistorische waarden door de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige ruimtelijke inrichting van ons land. Hoofdgedachte is dat cultuurhistorie de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting versterkt en dat nieuwe ruimtelijke functies kunnen bijdragen aan behoud van het erfgoed. Deze nieuwe denk- en werkwijze wordt ook wel 'behoud door ontwikkeling' genoemd. 'Behoud door ontwikkeling' vormt een belangrijke aanvulling op de traditionele strategie van 'behoud door bescherming' van het cultuurhistorisch erfgoed. Bij de presentatie van de Nota Belvedere in november 1999 aan de Tweede Kamer is afgesproken dat om de twee jaar een beleidsevaluatie uitgevoerd. Voor de implementatie van Belvedere is tien jaar uitgetrokken. Doel van de tweejaarlijkse evaluatie is sturingsinformatie voor de toekomst te leveren.

25-01-2002
Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl