Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Activering en uitstroom Inkomenswaarborg Handhaving Adequate uitvoering

Handhaving / Bureau Opsporingsbeleid

Bureau Opsporingsbeleid (BOB)

In het Kabinetsstandpunt over Bijzondere Opsporingsdiensten van 15 december 1999 geeft het Kabinet aan dat er meer eenheid en bundeling moet komen binnen de bijzondere opsporing. Dit Kabinetsstandpunt houdt voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in dat:

de uitvoeringsorganisaties en gemeenten het merendeel van de opsporing blijven doen waarbij zij onderscheid maken tussen controle en opsporing

het Bureau Opsporingsbeleid bij SZW verantwoordelijk is voor de coördinatie van de beleidsmatige aansturing van de opsporing

een Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) wordt opgericht voor zware opsporingszaken

gemeenten gaan samenwerken op het gebied van opsporing

Het Bureau Opsporingsbeleid is verantwoordelijk voor de coördinatie, monitoring en de rapportage van het opsporingsbeleid van het ministerie van SZW. Het Bureau maakt - in overleg met het UWV, de Sociale Verzekeringsbank, de gemeenten, de VNG, de Arbeidsinspectie en de SIOD - afspraken met het Openbaar Ministerie over de kwaliteit en kwantiteit van de aan te leveren en af te handelen processen-verbaal (Handhavingsarrangement). Daarnaast stelt het BOB in overleg met de genoemde organisaties jaarlijks het Opsporingsbeleidsplan op. Dit Opsporingsbeleidsplan geeft richting aan de opsporing op het terrein van SZW. Tot slot fungeert het BOB als aanspreekpunt voor het OM en het Ministerie Justitie over beleid op dit gebied.

Relatie BOB - SIOD
Het BOB vormt de spil tussen de opsporingspartners (Sociale Verzekeringsbank, UWV, Arbeidsinspectie, gemeenten en SIOD) en het OM. Het BOB zelf is dus geen opsporingsdienst, maar coördineert het beleid. Dit in tegenstelling tot de SIOD. De SIOD is de bijzondere opsporingsdienst van SZW, die door middel van opsporing van zware en/of sectoroverschrijdende strafbare feiten beoogt misbruik van sociale wetgeving en sociale voorzieningen tegen te gaan. Dit betekent dat de SIOD zware zaken afhandelt als het benadelingsbedrag fl. 75.000 of meer is bij uitkeringsfraude (met uitzondering van witte en enkelvoudige partnerfraudezaken) en f 100.000,- of meer bij werkgevers- en AI-fraude.
Stand van zaken

Nieuwe structuur voor opsporing bij SZW
Op 15 januari stelde de minister de Tweede Kamer met een brief op de hoogte van de nieuwe structuur voor opsporing bij SZW. Aan de orde komen onder andere de bevoegdheden van gemeenten en de opsporingssamenwerkingsverbanden.

Bestuurlijk overleg november
In het Bestuurlijk Overleg van 28 november 2001 jl. zijn het Opsporingsbeleidsplan voor 2002 en het Handhavingsarrangement voor 2002 zijn vastgesteld. Daarnaast is voor de gemeentelijke sector een stimuleringsregeling opsporingssamenwerkingsverbanden vastgesteld en zijn de aangepaste opsporingsbevoegdheden voor de sociale recherche besproken. Begin januari zullen de eerste aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend. Hiervoor volgt nog bericht.

Het Opsporingsbeleidsplan
In het Opsporingbeleidsplan wordt het kader gegeven voor de beleidsinitiatieven om strafrechtelijke opsporing te optimaliseren. Verder staan er de concrete beleidsinitiatieven in van de opsporingspartners. Daarnaast vormt het Opsporingsbeleidsplan de basis voor het Handhavingsarrangement dat is afgesloten tussen de opsporingspartners en het Openbaar Ministerie. Centrale themas in de opsporing voor 2002 zijn de identiteitsfraude, zwarte fraude en internationale fraude. Concrete acties zijn terug te vinden in hoofdstuk 4 van het opsporingsbeleidsplan. Bij het opstellen van het Opsporingsbeleidsplan is gekozen voor een "bottom-up" benadering. De VNG en de gemeente Nijmegen zijn betrokken geweest bij het opstellen van het Opsporingsbeleidsplan voor 2002. Daarnaast zijn zowel de G4 als de G21 om inbreng gevraagd bij de invulling van het Opsporingsbeleidsplan voor 2002.

Het Handhavingsarrangement
Het Handhavingsarrangement is de concrete vertaling van het Opsporingbeleidsplan. De in het Opsporingbeleidsplan genoemde themas worden vertaald in aantallen en soort zaken per uitvoeringsorganisatie die de uitvoeringsorganisaties aanleveren aan het Openbaar Ministerie. Daarnaast staan er ook de afhandelingstermijnen en andere kwalitatieve afspraken in. Voor gemeenten zal een uitsplitsing in soort zaken nog niet mogelijk zijn. Afgesproken is dat aan het OM hetzelfde aantal processen-verbaal door gemeenten worden aangeleverd als voor 2001 met het OM lokaal is afgesproken. Landelijk zou dit ongeveer neerkomen op 2400 processen-verbaal. Indien gemeenten al afspraken voor 2002 met het lokale OM hebben gemaakt, gelden deze afspraken.

Stimuleringsregeling samenwerkingsverbanden
Om de totstandkoming en uitbreiding van
opsporingssamenwerkingsverbanden te stimuleren, is een tijdelijke stimuleringsregeling van kracht. De stimuleringsregeling biedt gemeenten de mogelijkheid om eenmalige kosten in verband met opschaling vergoed te krijgen. Het gaat dan om de totstandkoming van een nieuw samenwerkingsverband of om uitbreiding van een bestaand samenwerkingsverband met één of meerdere gemeenten. Verhuiskosten, projectkosten en automatiseringskosten worden vergoed tot een maximum bedrag van f 250.000 per samenwerkingsverband. Indien wordt aangesloten bij een arrondissement wordt f 100.000 extra subsidiabel gesteld. De subsidie kan tot 1 juli 2003 worden aangevraagd.

___________ zoek

zoek Home Links Sitemap E-mail
actueel

beleidsdocumenten