Trimbos Instituut
Nieuwsflits
1|02 Nummer 1, 24 januari 2002
Vraag en aanbod AGGZ schommelt sterk per regio
Vraag en aanbod AGGZ schommelt sterk per regio
In Amsterdam is het aanbod van hulp door zelfstandig gevestigde
psychiaters naar verhouding acht keer zo hoog als in Twente of
Friesland. Dat blijkt uit het budget dat voor deze hulp beschikbaar
is. Ook wat RIAGG-hulp betreft kan Amsterdam bogen op het grootste
aanbod: ruim twee keer meer dan het landelijk gemiddelde. Daar staat
tegenover dat in de regio Amsterdam meer mensen met psychische
problemen rondlopen dan elders in Nederland. Een op de drie
Amsterdammers heeft een of meer psychische stoornissen, terwijl dit
landelijk een op de vier Nederlanders is.
Zo blijkt uit onderzoek dat het Trimbos-instituut en het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) hebben uitgevoerd
in opdracht van het ministerie van VWS en de Orde van Medisch
Specialisten. In het onderzoek is het regionale aanbod van zelfstandig
gevestigde psychiaters en overige voorzieningen voor de ambulante
geestelijke gezondheidszorg evenals het vóórkomen van psychische
stoornissen in 23 regio's in kaart gebracht. De resultaten zijn
gepubliceerd in het rapport AGGZ op de kaart. Vraag en aanbod van
ambulante geestelijke gezondheidszorg in regionaal perspectief.
De regionale AWBZ-budgetten voor hulp door zelfstandig gevestigde
psychiaters verschillen sterk. De regio Zuid-Holland Noord (Leiden en
omgeving) heeft het grootste budget voor deze hulp (¤ 42,3 per
volwassene met een psychische stoornis), gevolgd door Amsterdam
(¤ 40,5) en het Gooi (¤ 35,9). Het budget voor hulp ligt
daarmee in Zuid-Holland Noord 2,5 keer boven het landelijk gemiddelde
en bijna zes keer boven de twee laagste regio's Twente en Friesland
(elk met slechts ¤ 7,3).
In de meeste regio's vormt het aanbod van zelfstandig gevestigde
psychiaters geen aanvulling op de overige ambulante geestelijke
gezondheidszorg. Sterker nog, in een aantal regio's worden de scheve
verhoudingen vergroot door de grote capaciteit aan zelfstandigen. In
de regio's Kennemerland, Amsterdam en Utrecht bijvoorbeeld gaat het
toch al grote aanbod van de ambulante geestelijke gezondheidszorg in
instellingen gepaard met een bovengemiddeld aanbod van zelfstandig
gevestigde psychiaters.
Het aandeel van zelfstandig gevestigde psychiaters en
psychotherapeuten in het totale budget voor de ambulante geestelijke
gezondheidszorg is 15 procent. Uitschieter naar boven is het Gooi met
een aandeel van ruim 50 procent van het beschikbare budget voor
ambulante geestelijke gezondheidszorg. Ook de regio's Zuid-Holland
Noord en Amsterdam zitten met respectievelijk 40 en 32 procent boven
het landelijk gemiddelde.
M. ten Have, S. van Dorsselaer, H. Giesbers, A. van der Veen & W.
Vollebergh. AGGZ op de kaart. Vraag en aanbod van ambulante
geestelijke gezondheidszorg in regionaal perspectief. Uitgave:
Trimbos-instituut/RIVM, 2002. Te bestellen bij RIVM (Henriette
Giesbers) tel (030) 274 37 30.
* Margreet ten Have mhave@trimbos.nl
Trimboslezing 2002 over kunst en geestelijke gezondheidszorg
Op 14 januari werd in Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht de
traditionele Trimboslezing gehouden. Spreker was Theo Festen,
psycholoog en psychotherapeut, bijna veertig jaar lang werkzaam in de
geestelijke gezondheidszorg als hulpverlener, manager en landelijk
beleidsfunctionaris. Daarnaast schrijft en vertaalt hij gedichten. Het
onderwerp van zijn voordracht was kunst en geestelijke
gezondheidszorg. En dus was de Trimboslezing ditmaal gelardeerd met
gedichten (van Rilke en T.S. Eliot) en dia's van schilderijen (van
Cézanne).
Centraal in de lezing stond de geschiedenis van Reinier Wiepkema, een
begaafde jonge kunstenaar (musicus en schilder), bij wie zich in 1992
de eerste tekenen van schizofrenie manifesteerden. Behandeling met
medicijnen had geen resultaat. Twee jaar later in 1994 pleegde hij
zelfmoord. Theo Festen stelde de vraag centraal of een kunstenaar wel
gebaat is met het traditionele palet aan hulpmiddelen dat de ggz
doorgaans hanteert. Zaken als medicijnen, cognitieve gedragstherapie,
dagstructurering en dagbesteding, opname in een ziekenhuis,
psycho-educatie of systeembegeleiding.
Festen toonde zich in zijn lezing vooral een pleitbezorger van
inzichtgevende therapie. "Inzicht geneest misschien niet, maar helpt
cliënten wel te kiezen voor of tegen deze of gene behandeling, voor of
tegen demping van bijvoorbeeld kunstenaarschap. Behandeling hoort meer
te omvatten dan genezing of onderdrukking van symptomen."
De Trimboslezing 2002, getiteld Een probleem van betekenis is
inmiddels verschenen in een publicatie van het Trimbos-instituut.
Naast de tekst van de lezing zijn enkele gedichten opgenomen, een
korte levensbeschrijving van Reinier Wiepkema en foto's van enkele van
zijn schilderijen en andere kunstobjecten.
De Trimboslezing 2002 is, zolang de voorraad strekt, te bestellen bij
het Trimbos-instituut via nummer (030) 297 11 80. Eerste exemplaar
gratis, extra boekjes ¤ 2.25 per stuk.
* Henk Maurits hmaurits@trimbos.nl
Europese studie naar psychiatrische aandoeningen
In Nederland start binnenkort het veldwerk van de European Study on
Epidemiology of Mental Disorders (ESEMeD). Deze studie wordt
uitgevoerd onder de algemene (niet-opgenomen) bevolking van 18 jaar en
ouder in Nederland en vijf andere Europese landen: België, Duitsland,
Frankrijk, Italië en Spanje. In Nederland zullen ongeveer drieduizend
personen éénmaal worden geïnterviewd. In alle zes landen tezamen gaat
het om enkele tienduizenden deelnemers, waardoor een belangrijke
internationale vergelijking van de uitkomsten mogelijk wordt. Doel van
het onderzoek is om de aard en de mate van vóórkomen van
psychiatrische stoornissen in kaart te brengen. Ook factoren die
bijdragen aan het optreden van psychische problematiek worden
onderzocht. Tevens worden de gevolgen van psychiatrische problematiek
voor de kwaliteit van leven, en het zorggebruik onderzocht. Als
diagnostisch instrument wordt een nieuwste versie van de CIDI
(Composite International Diagnostic Interview) gebruikt. Deze is
gebaseerd op de DSM-IV en is speciaal voor dit project ontwikkeld en
vertaald.
De studie wordt uitgevoerd door een team van internationale
onderzoekers. Voor Nederland bestaat de projectleiding uit Prof. Dr.
Hans Ormel van de disciplinegroep Psychiatrie van de Rijksuniversiteit
Groningen en Dr. Ir. Ron de Graaf van het Trimbos-instituut. De studie
maakt deel uit van het World Mental Health 2000-initiatief van de
Wereldgezondheidsorganisatie WHO en wordt gesponsord door de Europese
Commissie en GlaxoSmithKline Pharmaceuticals.
* Ron de Graaf rgraaf@trimbos.nl
Samenwerking Altrecht en Trimbos-instituut
Op 13 december 2001 sloten Altrecht, een organisatie voor GGZ in
Midden Westelijk Utrecht, en het Trimbos-instituut een
samenwerkingsovereenkomst op het gebied van onderzoek naar
psychiatrische rehabilitatie en maatschappelijke ondersteuning van
mensen met ernstige psychische stoornissen. Deze overeenkomst stoelt
op het gemeenschappelijke besef dat de patiëntenzorg gebaat is bij een
nauwe samenwerking tussen wetenschappelijk onderzoek en de praktijk.
Altrecht en het Trimbos-instituut werken al enige tijd samen, daarbij
de voordelen van elkaars fysieke nabijheid benuttend. Dit heeft
onlangs geresulteerd in twee met elkaar verbonden
onderzoekspublicaties (Rehabilitatie: hoe langer hoe beter van W.
Swildens e.a. en Rehabilitatie als praktijk van J. Pols e.a.) en in
een lopend project over de maatschappelijke ondersteuning van cliënten
waaraan ook de Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht deelneemt
(Naar een maatschappelijk steunsysteem in Utrecht van M. Beenackers
e.a.).
De samenwerkingsovereenkomst schept de voorwaarden om het onderzoek in
beide instellingen op voornoemde gebieden verder uit te bouwen en de
kwaliteit ervan te verhogen. De samenwerking kan de vorm aannemen van
advisering bij, of gezamenlijk uitvoeren van onderzoeks-,
ontwikkelings- en implementatieprojecten of van gezamenlijke deelname
aan landelijke onderzoeksprojecten. Verder gaat het om het uitwisselen
van expertise en ervaring, het benutten van elkaars netwerken en
toegangsmogelijkheden, de stimulering van (internationale) publicaties
en, in samenwerking met universiteiten, van promotie-onderzoek.
De samenwerking op deze terreinen zal in jaarplannen worden
uitgewerkt.
* Jaap van Weeghel jweeghel@trimbos.nl
Klinisch psychologen in kaart gebracht
Giel Hutschemaekers en Marion van Hattum hebben vorig jaar in opdracht
van het Nederlands Instituut voor Pyschologen (NIP) een beschrijvend,
inventariserend onderzoek gedaan onder bij het NIP ingeschreven
klinisch psychologen en klinisch psychologen in opleiding. Doel van
het onderzoek was het geven van een kwantitatief overzicht van de
kenmerken van klinisch psychologen in Nederland. Dat gebeurde door het
inventariseren van de werkzaamheden van klinisch psychologen (in
opleiding) binnen en buiten de gezondheidszorg. Met het verzamelen van
informatie over de klinisch psycholoog wordt een bijdrage geleverd aan
de verdere besluitvorming over eventueel in te stellen specialismen
(artikel 14 wet BIG) van de GZ-psycholoog en aan een nadere
positionering van de klinisch psycholoog ten opzichte van de
psychotherapeut en de GZ-psycholoog. Ook kan het verduidelijken van de
inhoud van hun werk bijdragen aan de besluitvorming over de
deskundigheid en opleiding van toekomstige klinisch psychologen.
De studie geeft zowel inzicht in de aard en kenmerken van deze groep
klinisch psychologen, de plaatsen en functies waarin zij werkzaam
zijn, als een overzicht van taken die zij in de instellingen
verrichten. Specifiek is gekeken naar de volgende zaken:
* het aantal bij het NIP ingeschreven klinisch psychologen (in
opleiding) die werkzaam zijn binnen, dan wel buiten de
gezondheidszorg;
* achtergrondkenmerken (sekse, leeftijd, opleiding), registraties
bij beroeps- en specialistische verenigingen,
sociaal-demografische spreiding;
* instanties waar deze klinisch psychologen (in opleiding) werkzaam
zijn en de functies en taken die zij daar uitvoeren;
* aantallen en typen cliënten waarmee deze klinisch psychologen (in
opleiding) te maken hebben.
De verzamelde informatie geeft betrokken partijen (zoals
beroepsgroepen, beroepsverenigingen, overheid en adviesorganen)
inzicht in de stand van zaken.
Het onderzoeksverslag is te bekijken op de website van het NIP:
http://www.psynip.nl
* Henk Verburg hverburg@trimbos.nl
Meetinstrumenten voor minimale kwaliteit van zorg
Het Trimbos-instituut is samen met Koos de Haan (scholing, advies en
projecten) begonnen met het ontwikkelen van een signaleringsinstrument
voor de minimale kwaliteit van zorg in psychogeriatrische
verpleeghuizen, de langdurige zorg in de psychiatrie, de geriatrie en
de zorg voor meervoudig verstandelijk gehandicapten. Dat gebeurt in
samenwerking met de Federatie voor Verpleegkundigen in de Geestelijke
Gezondheidszorg (FVGGZ), de Vereniging Verpleegkundigen Vakgebied
Geriatrie (VVVG), de beroepsvereniging voor verpleegkundigen en
verzorgenden in de verstandelijk gehandicaptenzorg (Werveling).
Aanleiding voor het onderzoek zijn berichten van betrokken
verpleegkundigen en verzorgenden over de zorgwekkend lage kwaliteit
van deze zorg. Zij hebben laten weten dat door onder andere
personeelsgebrek de minimale kwaliteit van zorg die cliënten en
bewoners nodig hebben, vaak niet kan worden gerealiseerd. In november
2001 is daarom in opdracht van de Algemene Vergadering
Verpleegkundigen en Verzorgenden (AVVV) een project gestart, gericht
op verbetering van de zorg.
Het signaleringsinstrument zal gaan bestaan uit een korte en
praktische, maar nauwkeurig opgestelde vragenlijst, die door
uitvoerend verpleegkundigen en verzorgenden in ongeveer tien minuten
per dag kan worden ingevuld. Er wordt gevraagd naar de taken die op
die dag zijn uitgevoerd en naar de manier waarop dit is gegaan. Zo kan
een inschatting worden gemaakt of de minimale kwaliteit van zorg op
die dag gehaald is. Dit kan worden aangegeven door de dag een kleur te
geven: groen wanneer de minimale kwaliteit van zorg die dag ruim
gehaald is, rood wanneer de minimale kwaliteit niet gehaald is, oranje
wanneer de kwaliteit om en nabij het minimale was. De verpleegkundigen
en verzorgenden hebben daarmee concreet iets in handen om aan het
management van de instelling te laten zien.
Om te bepalen wat belangrijk is voor het behalen van de minimale
kwaliteit van zorg, worden per sector focusgroepen georganiseerd.
Deelnemers zijn uitvoerend verpleegkundigen en verzorgenden, die als
geen ander weten wat belangrijk is in de zorg en wat in praktijk wel
en niet kan worden bereikt. Deze informatie zal worden verwerkt in de
signaleringsinstrumenten. Daarna zullen de instrumenten worden
voorgelegd aan een expertpanel bestaande uit vertegenwoordigers van de
beroepsverenigingen, patiëntenverenigingen en koepelorganisaties.
Vervolgens wordt de bruikbaarheid van de signaleringsinstrumenten
geëvalueerd in een pilot-studie op twee afdelingen per sector.
Uiteindelijk zal een implementatietraject volgen, waarbij de AVVV door
middel van een speciale campagne bekendheid zal geven aan de
instrumenten en deze zullen worden verspreid binnen de verschillende
beroepsverenigingen.
* Lonneke van Leeuwen
lleeuwen@trimbos.nl
Jacomine de Lange
jlange@trimbos.nl
Preventieperiodiek digitaal
Sinds 1988 verzorgt de afdeling Preventie van het Trimbos-instituut
met enige regelmaat de uitgave van de Preventieperiodiek, met
berichten over nieuwe ontwikkelingen op het terrein van de GGZ- en
verslavingspreventie. Binnen de sector is het oranjeblauwe tijdschrift
uitgegroeid tot een gewaardeerde bron van informatie, getuige de
reacties op de lezersenquête.
Organisatorisch is de Preventieperiodiek ondergebracht bij het
programma Ondersteuning (LOP/LSP). Vorig jaar besloot de redactie over
te gaan tot elektronische verspreiding van het tijdschrift. Daarvoor
werd gekozen voor verspreiding als pdf-bestand. In dat formaat blijven
de belangrijkste stijlkenmerken van het blad overeind en, omdat de
inhoud niet door derden gewijzigd kan worden, blijft de inhoud
betrouwbaar. Door de enorme ontwikkeling die de automatisering in de
GGZ en verslavingszorg doormaakt hebben de lezers inmiddels voldoende
mogelijkheden de digitale versie te ontvangen, van het computerscherm
te lezen en (in zwart-wit of kleur) af te drukken. De afgelopen
maanden kreeg een groeiend aantal lezers de Preventieperiodiek al via
de e-mail toegestuurd.
Gelijktijdig met de overgang naar elektronische verspreiding is de
frequentie van verschijnen opgevoerd tot zeven keer per jaar.
Abonnees kunnen zich aanmelden via een e-mailbericht naar:
pp-abonnementen@trimbos.nl.
Kopij voor de Preventieperiodiek kan worden gemeld via een mailtje aan
pp-redactie@trimbos.nl. De afzender ontvangt zo snel mogelijk een
model voor het opstellen van een bericht.
Abonneren en kopij insturen zijn ook mogelijk via de nieuwe website
van LOP/LSP (www.lsp-preventie.nl). Op de pagina's van de
Preventieperiodiek kunnen hiervoor electronische formulieren worden
ingevuld.
* Maarten van Doorninck
mdoorninck@trimbos.nl
Zorgprogramma' s ggz: een zorg of een zegen?
GGZ Nederland organiseert samen met het Trimbos-instituut op 1 maart
een congres over de stand van zaken rond de invoering van
zorgprogramma's. Het Landelijk project Programma's in de GGZ is een
gezamenlijk driejarig project van beide organisaties dat eind 2000 van
start is gegaan. Doel van het project is ondersteuning bieden aan het
veld bij het ontwikkelen en implementeren van programma's in de GGZ en
verslavingszorg. Inmiddels zijn verschillende deelprojecten afgerond
en zijn er op het gebied van programma's diverse publicaties
uitgegeven. Onder andere over: Wat zijn programma's in de GGZ? Wat
zijn kwaliteitscriteria voor het beschrijven van programma's? Wat valt
er te onderzoeken rond zorgprogramma's? Binnenkort verschijnen nog
publicaties over: Wat willen cliënten? En: Wat zijn de eerste
ervaringen met de implementatie van programma's? Daarnaast wordt
gewerkt aan een databank van zorgprogramma's.
Het congres biedt de gelegenheid om in workshops kennis te nemen van
de verschillende deelprojecten die inmiddels zijn afgerond. Daarnaast
is er gelegenheid voor discussie over de voor- en nadelen van
zorgprogrammering.
Sprekers zijn o.a. prof. dr. A.H. Schene (AMC), mevrouw E. Dangerman
(Stichting Borderline) en Dr. W.M. van Ewijk (De Geestgronden). Het
congres vind plaats in De Reehorst te Ede en duurt van 09.30 - 17.00
uur.
Kosten voor deelname zijn ¤ 115; voor cliënten ¤ 25.
De uitnodiging met programma en inschrijfkaart is op te vragen bij GGZ
Nederland, Ria Landaal, (030) 287 33 36,
rlandaal@ggznederland.nl.
* Henk Verburg
hverburg@trimbos.nl
R. Landaal
rlandaal@ggznederland.nl
1|02
Nummer 1, 24 januari 2002
Colofon
Het Trimbos-instituut is een onafhankelijk landelijk kennisinstituut
voor de GGZ en verslavingszorg met als doel de geestelijke gezondheid
van mensen te bevorderen.
Nieuwsflitsen voorziet mensen die betrokken zijn bij de GGZ en
verslavingszorg kort en bondig van informatie over activiteiten,
diensten, producten en resultaten van het Trimbos-instituut.
Nieuwsflitsen mag vrijelijk worden gekopieerd en verspreid.
Redactie
Henk Maurits (030) 297 11 38
hmaurits@trimbos.nl
Henk Verburg (030) 297 11 00
hverburg@trimbos.nl
Opmaak
Heidie Wisselo
Adreswijzigingen
Peter Stark,
pstark@trimbos.nl
Belangrijke telefoonnummers
Bestellingen 030 297 11 80
Helpdesk Preventie (LSP/LOP) 030 297 11 51
Drugs Infolijn 0900-1995
Chinese gokhulp infolijn 030 297 11 33
Trimbos-instituut
Netherlands Institute of Mental Health and Addiction
Da Costakade 45
Postbus 725 3500 AS Utrecht
Telefoon (030) 297 11 00
Fax (030) 297 11 11
Homepage
Copyright © 2002 Trimbos-instituut All rights reserved.