D66
24 januari 2002
Deelname JSF-project onverstandig
Nicky van 't Riet
Reacties: n.vtriet@tk.parlement.nl
Nederland moet zich niet overhaast laten verleiden tot aankoop van de
Amerikaanse Joint Strike Fighter als opvolger van de F16. 'Nu bezien
is kopen van de plank de beste optie', meent defensiewoordvoeder Nicky
van 't Riet.
Het besluit over de vervanging van de F16 valt op zeer korte termijn.
Als het kabinet blijft treuzelen met het nemen van een besluit om al
dan niet deel te nemen aan de ontwikkelingsfase (System Demonstration
& Development, SDD) zou dat kunnen betekenen dat het parlement niet de
gelegenheid wordt geboden om een inhoudelijk debat te voeren. Wachten
met een discussie tot na de verkiezingen, zoals de PvdA bepleit, is
struisvogelpolitiek. Eind april moet bouwer Lockheed Martin namelijk
het plaatje rond hebben en het projectplan presenteren. Dit is de
harde eis van de Amerikaanse overheid. Dit betekent dat Nederland eind
februari moet zeggen wat ze wil. Een debat voor die tijd is
noodzakelijk.
Nederland doet er verstandig aan niet deel te nemen aan de SDD-fase
van de Joint Strike Fighter (JSF), de gedoodverfde opvolger van de
F16. Zowel een kosten/ baten-analyse als verschillende strategische
argumenten wijzen één richting op: afzien van deelname aan dit
project. Als belangrijkste argumenten vóór deelname worden wel genoemd
de prijs/kwaliteit verhouding van het Amerikaanse toestel en de
positieve effecten voor de Nederlandse industrie. In het project
stappen geeft immers een forse korting op de stuksprijs. Daarbij zou
het onverstandig heten als de regering de industrie deze mega-order
van 10 miljard euro door de neus zou boren.
Aan het project kleven grote risicos. Deelname nu impliceert dat
Nederland zich in een heel vroeg stadium commiteert aan iets dat op de
lange termijn pas aan de orde is: de daadwerkelijke vervanging van de
F16. Men kan zich afvragen of er in het kader van toekomstige
ontwikkelingen binnen Defensie over pakweg 15 à 20 jaar nog behoefte
zal bestaan aan gevechtsvliegtuigen zoals we die kennen. Operationele
eisen veranderen. Een belangrijke ontwikkeling wijst richting het
gebruik van onbemande vliegtuigen. In het kader van Europese defensie
samenwerking doen Frankrijk en Nederland onderzoek naar deze
toestellen, die inmiddels gebruikt zijn in de Kosovo-oorlog en boven
Afghanistan. Het is zeker niet ondenkbaar dat de F16 in ieder geval
ten dele kan worden vervangen door onbemande toestellen. En móet de
F16 eigenlijk wel binnen afzienbare termijn worden vervangen?
Inderdaad een retorische vraag, het geraamde maximale aantal van 6000
vlieguren wordt voorlopig bij lange na niet gehaald: we zijn pas op de
helft. Verder laat deelname aan het JSF-project kansen voor een
verdieping van Europese materiële samenwerking liggen. Ook nieuwe
typen Eurofighter en Rafale bieden nog mogelijkheden voor deelname aan
doorontwikkeling van de toestellen. Samenvattend betekent dit alles
dat nu kiezen voor de JSF ten koste gaat van de flexibiliteit in de
keuze voor de uiteindelijke kandidaat.
Ook financieel zijn er nog veel te veel onduidelijkheden. Participatie
kost in totaal 800 miljoen dollar, waarvan waarschijnlijk een relatief
beperkt deel wordt betaald door de Nederlandse industrie. Op dit
moment is echter allerminst zeker hoeveel de industriële baten
bedragen en dit verklaart dan ook waarom de industrie op zijn zachtst
gezegd niet substantiëel wenst bij te dragen aan de kosten van het
project. Omdat de verdiensten niet precies zijn in te schatten, is ook
niet helder hoeveel de belastingopbrengsten uiteindelijk zullen
bedragen. De aarzelingen van minister van Financiën Zalm om het gehele
inlegbedrag voor te schieten zijn in dit geval terecht. Los van het
feit dat het op zichzelf merkwaardig is dat er betaald moet worden
voor iets dat men levert, heeft het Centraal Planbureau becijferd dat
het saldo van de kosten en de opbrengsten (Netto Contante Waarde) nog
eens negatief uitvalt. Het tekort bedraagt tussen de 0,3 en 0,9
miljard gulden. Met andere woorden: participatie heeft een
prijsopdrijvend effect! En dan praten we nog niet eens over de totale
geraamde kosten van daadwerkelijke aanschaf, 6 miljard euro, en
onzekerheden over de dollarkoers.
Voorstanders beroepen zich op de uiterst gunstige effecten die
deelname zou hebben voor de industrie. Afzien van participatie zou een
gezonde ontwikkeling van de Nederlandse industrie zelfs blokkeren,
menen zij. Gedoeld wordt op de vermeende meerwaarde van het
luchtvaartcluster, waarin het totaal aan welvaartseffecten meer zou
zijn dan de som der afzonderlijke delen. In dit licht stelt het CPB
dat van een luchtvaartcluster in eigenlijke zin geen sprake is; de
vliegtuigindustrie springt er bijvoorbeeld qua kennisoverdracht niet
uit in vergelijking met de gemiddelde onderneming. Ook het netto
effect voor de totale economie is minimaal: de directe activiteit en
banen die het project oplevert, verdringen economische activiteit en
banen elders in onze economie (CPB, okt. 2001). Ofschoon dit argument
niet geldt ad infinitum, geeft het wel aan dat het economische belang
beperkt is in termen van werkgelegenheid. Hier bovenop is niet
duidelijk in hoeverre Nederland profiteert van externe
kennisoverdracht. De VS kennen het zogeheten disclosure beleid, wat
betekent dat strategisch relevante kennis niet wordt vrijgegeven,
terwijl de Amerikanen wél profiteren van de technologische know-how
van de Nederlandse input. Aangezien technologie niet volledig ter
beschikking wordt gesteld, en echte geavanceerde kennis voor Nederland
verborgen blijft, kan men stellen dat de potentie voor technologische
spillovers beperkt is. Tot slot staat vast dat ook zonder het
entreebewijs voor het JSF-project een deel van de luchtvaartindustrie
gewoon betrokken blijft bij de ontwikkeling.
In de Tweede Kamer heeft nog geen inhoudelijk debat plaatsgevonden
over de opvolging van de F16, nu al bestempeld tot project van de
eeuw. Het is zaak dat de politiek zich binnenkort uitspreekt over deze
kwestie, nu alle opties nog open zijn. De veronderstelling dat de
beslissing nog enige maanden uitstel kan velen getuigt niet van
realisme. In dat geval moet men gewoonweg kleur bekennen en toegeven
dat men kiest voor het kopen van de plank. D66 meent dat die laatste
optie gezien de vele en grote onzekerheden de meest verstandige is. Nu
instappen betekent dat Nederland zich stort in een ongewis financieel
en strategisch avontuur, waaraan wij ons tot in de verre toekomst met
handen en voeten binden.