Ministerie van Financien

Samenvatting:
De staatssecretaris heeft twee besluiten vervangen door één nieuw besluit. Dit was onder meer nodig in verband met de verruiming in de dieetkostenregeling.

Buitengewone uitgaven. Extra kosten van een zgn. Moermandieet

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen

Besluit van 21 januari 2002, nr. CPP2002/122M

De directeur-generaal der Belastingen heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit besluit komt voor de toepassing van de Wet IB 2001 in de plaats van het besluit van 19 december 2000, nr. CPP2000/3046M, BNB 2001/223 en komt voor de toepassing van de Wet IB 1964 voor de jaren 1999 en 2000 in de plaats van het besluit van 21 december 1989, nr. DB89/6406, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 februari 1999, nr. DB99/392M, BNB 1999/140.

Aanpassing van de besluiten was onder meer nodig in verband met de verruiming in de dieetkostenregeling.


1. Inleiding
In het besluit van 9 januari 1984 (LB'65-486/IB'65-872), nr. 283-18709, BNB 1984/82, is met toepassing van de hardheidsclausule een goedkeurende regeling getroffen met betrekking tot de extra kosten ter zake van een zgn. Moermandieet. Goedgekeurd is dat de extra kosten die zijn verbonden aan een op medisch voorschrift gehouden Moermandieet als ziektekosten worden aangemerkt. Vanaf 1990 werd in overeenstemming met de wettelijke aftrekregeling voor dieetkosten rekening gehouden met een niet-aftrekbaar bedrag van ¤ 340 (f 750). Vanaf 2001 is het niet-aftrekbare bedrag volgens de wettelijke aftrekregeling in het kader van het Belastingplan 2001 een drempelbedrag geworden en in het kader van het Belastingplan 2002-I is het drempelbedrag vervolgens met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001 verlaagd tot ¤ 113 (f 249). Hierdoor is met ingang van 2001 volledige aftrek van de extra kosten mogelijk indien de extra uitgaven van het gehouden dieet meer dan ¤ 113 (f 249) bedragen; zie artikel 6.17, aanhef en onderdeel c van de Wet IB 2001. In verband hiermee wordt ook de aftrekregeling voor de extra kosten van een Moermandieet in dit besluit herzien. Tevens wordt de aftrekregeling voor de jaren 1999 en 2000 enigszins verruimd en daarmee alsnog meer in overeenstemming gebracht met de bedoeling.


2. Uitgaven gebruikelijke voeding
Voor het vaststellen van de hoogte van het bedrag van de extra kosten dienen de werkelijke uitgaven van een op medisch voorschrift gehouden Moermandieet te worden verminderd met de uitgaven voor voeding die gebruikelijk zijn voor een persoon die niet een dieet volgt. Voor de hoogte van het bedrag van de uitgaven voor zogenoemde gebruikelijke voeding wordt vanaf het jaar 2001 uitgegaan van een bedrag van ¤ 1.973 (f 4.347), zoals ook als uitgangspunt is genomen bij de dieetkostentabel van artikel 37 van de Uitvoeringsregeling IB 2001 (door het Voedingscentrum berekend naar het prijspeil 2000).


3. Goedkeuring vanaf 2001
Gelet op het vorenstaande keur ik goed dat de extra uitgaven van een op medisch voorschrift gehouden Moermandieet met ingang van 2001 als ziektekosten worden aangemerkt indien de werkelijke uitgaven van het gevolgde dieet op jaarbasis meer belopen dan ¤ 2.086 (f 4.597). In dat geval wordt als ziektekosten aangemerkt het bedrag van de werkelijke uitgaven van het gevolgde dieet verminderd met het bedrag van de gebruikelijke voeding, op jaarbasis ¤ 1.973 (f 4.347). In totaal wordt echter geen hoger bedrag als ziektekosten in aanmerking genomen dan ¤ 1.598 (f 3.521) per jaar, ofwel het maximum volgens de - aan het Belastingplan 2002-I aangepaste - dieetkostentabel van artikel 37 van de Uitvoeringsregeling IB 2001. Indien het op medisch voorschrift gehouden Moermandieet niet gedurende het gehele jaar is gevolgd worden de hiervoor genoemde bedragen naar tijdsgelang toegepast.


4. Herziene goedkeuring voor de jaren 1999 en 2000
De aftrek voor de extra kosten van het Moermandieet was voor de jaren 1999 en 2000 opgenomen in het besluit van 21 december 1989, nr. DB89/6406, zoals gewijzigd bij besluit van 24 februari 1999, nr. DB99/392M. Bij laatstgenoemde wijziging is de regeling voor aftrek van kosten van het Moermandieet echter ten onrechte ontkoppeld van per 1 januari 1999 gewijzigde Uitvoeringsregeling IB 1990. Daarom keur ik goed dat de aftrek voor de extra kosten van het Moermandieet voor de jaren 1999 en 2000 alsnog wordt toegepast op basis van de volgende regeling. Daarbij is van belang dat
- voor die jaren voor de hoogte van de uitgaven voor gebruikelijke voeding werd uitgegaan van een bedrag van f 4.190 (¤ 1.901);
- in die jaren rekening werd gehouden met een niet-aftrekbaar bedrag aan dieetkosten van f 750 (¤ 340);
- het maximum van de dieetkostentabel in die jaren een bedrag van f 2.660 (¤ 1.207) beliep.
4.1. Berekening aftrek voor de jaren 1999 en 2000

Ik keur goed dat de extra uitgaven van een op medisch voorschrift gehouden Moermandieet voor de jaren 1999 en 2000 als ziektekosten worden aangemerkt indien en voorzover de werkelijke uitgaven van het gevolgde dieet op jaarbasis meer belopen dan f 4.940 (¤ 2.242). In totaal wordt echter op jaarbasis geen hoger bedrag in aanmerking genomen dan f 2.660 (¤ 1.207). Indien het op medisch voorschrift gehouden Moermandieet niet gedurende het gehele jaar is gevolgd worden de hiervoor genoemde bedragen naar tijdsgelang toegepast.

4.2. Extra aftrek 1999 en 2000 als meer personen een dieet volgen

Zoals aangegeven in punt 1 van dit besluit werd voor de jaren 1999 en 2000 nog rekening gehouden met een niet-aftrekbaar bedrag van f 750 (¤ 340) op jaarbasis, ofwel f 62,50 (¤ 28,36) per maand. Het niet-aftrekbare bedrag is echter al verwerkt in het onder punt 4.1 van dit besluit vermelde bedrag van f 4.940 (¤ 2.242) en de bedragen van artikel 11 van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990. Met ingang van 1 januari 1999 is in het toegevoegde vijfde lid van artikel 11 van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990 opgenomen dat de korting van f 750 (¤ 340) niet langer per dieet, maar per belastingplichtige wordt toegepast. Dit betekent dat een belastingplichtige die voor meer dan één persoon dieetkosten in aanmerking kan nemen voor elke extra maand uitgaande boven 12 maanden waarin een kwalificerend dieet wordt gevolgd een extra aftrek van f 62,50 (¤ 28,36) kan opvoeren boven de op basis van de dieetkostentabel berekende bedragen. In aansluiting op de regeling in punt 5 van het besluit van 24 februari 1999, nr. DB99/392M wordt daarom voor de jaren 1999 en 2000 het volgende goedgekeurd. Indien voor meer dan één persoon extra uitgaven als bedoeld in het eerste lid van artikel 11 van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990 en/of dit besluit in aanmerking worden genomen, wordt als uitgaven ter zake van ziekte enzovoorts aangemerkt de som van de bedragen die voor ieder van die personen wordt vastgesteld op de voet van het eerste lid, derde lid en vierde lid van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990 en punt 4.1 van dit besluit. De in de vorige volzin bedoelde som van de bedragen wordt vermeerderd met f 62,50 (¤ 28,36) voor elke maand waarmee het aantal maanden waarin de diëten in aanmerking zijn genomen, de twaalf maanden te boven gaat.

4.3. Ambtshalve vermindering voor de jaren 1999 en 2000

Met inachtneming van het vorenstaande kan voor de jaren 1999 en 2000 op verzoek van belastingplichtige ambtshalve vermindering worden verleend indien de volgende gegevens worden overgelegd:
- (een kopie van) de aanslag over het jaar waarop de vermindering betrekking heeft;
- een specificatie van de reeds in aanmerking genomen aftrek buitengewone lasten ter zake van ziekte enzovoorts en een specificatie van de aftrek waarvoor vermindering van de aanslag wordt verzocht;
- een berekening van het nader vast te stellen belastbare inkomen. Vermindering van onherroepelijk vaststaande aanslagen kan in zoverre plaatsvinden in afwijking van paragraaf 9 van het besluit van 25 maart 1991, nr. DB89/735, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 3 juni 1996, nr. AFZ96/1125M.


5. Toepassing van dit besluit

Dit besluit is van toepassing vanaf het belastingjaar 2001. In verband daarmee heeft het besluit van 19 december 2000, nr. CPP2000/3046M, zijn belang verloren.

Punt 4 van dit besluit kan op verzoek van belastingplichtige echter worden toegepast voor de belastingjaren 1999 en 2000. In verband hiermee is voor die jaren de basis aan het besluit van 21 december 1989, nr. DB89/6406, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 februari 1999, nr. DB99/392M, ontvallen.