Actueel
Asielzoeker moet woning IJsselstein verlaten
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 24-01-2002
Ingevolge de Invoeringswet van de Vreemdelingenwet 2000 eindigt het
recht van een asielzoeker aan wie een voorwaardelijke vergunning tot
verblijf is verleend, op opvang door een gemeente van rechtswege vier
weken nadat deze vergunning bij beschikking is ingetrokken en deze
beschikking aan de asielzoeker is bekend gemaakt. Indien aan het door
de asielzoeker tegen deze beschikking ingediende bezwaar of beroep
schorsende werking is toegekend, eindigt het recht op opvang vier
weken na het einde van de schorsing, dan wel (indien deze schorsing
eindigt voor de inwerkingtreding van de Invoeringswet) vier weken na
de dag waarop deze wet in werking getreden is.
De voorwaardelijke vergunning tot verblijf van de onderhavige
asielzoeker is ingetrokken bij beschikking van 2 april 1999. Het
verzoek van de asielzoeker om een voorlopige voorziening van de
president van de rechtbank te Den Haag, zittingsplaats Groningen, is
bij uitspraak van dezelfde datum (derhalve voor de inwerkingtreding
van de Invoeringswet) niet-ontvankelijk verklaard. Het voorgaande
betekent dat het recht op opvang van rechtswege is geëindigd vier
weken na 3 april 2001. De asielzoeker dient de door de gemeente ter
beschikking gestelde woning dan ook te verlaten.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD8416
(Zie het originele bericht)