Ingezonden persbericht

persbericht

Bezorgdheid over fiscale maatregelen EU inzake biobrandstoffen

BIOBRANDSTOFFEN (voor transportdoeleinden)

In het kader van de nieuwe beleidsvoornemens van de Europese Unie t.a.v. Biobrandstoffen (Doc.COM. 2001-547 van 7.11.2001) zijn initiatieven aangekondigd en aan het Eur. parlement ter goedkeuring voorgelegd die betrekking hebben op de volgende beleidsterreinen.:

-Milieu

-Energievoorziening

-Transport

-Agrarische ontwikkelingen

-Plattelandsontwikkeling

-Werkgelegenheid- en Technische Innovatie

Hoewel wij ons geheel kunnen vinden in de doelstellingen van dit document, zijn wij en onze andere Europese collega's bezorgd over de voorgestelde fiscale maatregelen welke de Eur. Unie hieraan vast knoopt.
Immers een accijns/belastingheffing op een product in ontwikkeling welke zeer positieve bijdragen heeft voor de hierboven genoemde beleidsterreinen is niet alleen contraproductief maar zal ook alle tot dusverre opgestarte ontwikkelingen afremmen en uiteindelijk tot stilstand brengen,waardoor de doelstellingen in dit document genoemd niet haalbaar zullen zijn.

In navolging van een groot aantal Europese landen heeft recentelijk ook de Nederlandse overheid ingestemd met ons initiatief voor een proefproject om zuivere (koudgeperste) koolzaadolie in te zetten als hernieuwbare, schone en duurzame brandstof voor dieselmotoren.

Dit proefproject waarvoor nu een businessplan wordt voorbereid, zal kunnen resulteren in de bouw van een oliepersinrichting (oliemolen) in het Noorden van het land, en jaarlijks tenminste de oogst van 2000 hectare koolzaad kunnen verwerken, waarbij de gegenereerde plantenolie voor ca.350 voertuigen als vervangende (diesel !) brandstof kan worden aangewend. Naast de zuivere plantenolie ontstaat bij het productieproces een hoogwaardig eiwitrijk krachtvoer, welke het geïmporteerde (genetisch gemanipuleerde ?) soja krachtvoer kan vervangen.

I-MILIEU
Het fabriceren van zuivere koolzaad olie via het z.g. "koude persing "principe heeft relatief weinig energie nodig in vergelijking met overeenkomstige processen binnen de plantaardige - of aardoliesector. De energie zal voor een groot deel zelfs gegenereerd worden via de eigen te produceren plantenolie, met gebruikmaking van z.g. warmtekrachtkoppelings installaties, welke zowel warmte als elektriciteit leveren. Omdat deze plantenolie een niet giftig- en natuurlijk afbreekbaar product is en er geen gebruik wordt gemaakt van chemische bestanddelen is het productieproces alleszins aanvaardbaar t.a.v. huidige strenge milieu voorwaarden.
Zuivere plantaardige olie is CO2 neutraal, d.w.z. de uitstoot van kooldioxide (CO2) via de uitlaat van de auto wordt in zijn geheel weer opgenomen tijdens de groei van de plant Iedere hectare koolzaad neemt ca. 3,8 ton CO2 op en levert de grondstof op voor min. ca.1300 liter brandstof en ca. 2300 kg. hoogwaardig krachtvoer.Het is bij gebruik als brandstof nagenoeg zwavelvrij en verminderd de uitstoot van roetdeeltjes in vergelijking met dieselolie met tenminste 50 %.

Bij de vaststelling over de gevolgen van de vervuiling veroorzaakt door minerale oliën t.a.v. het milieu wordt algemeen voorbij gegaan aan de uitstoot van waterdamp. Minerale olie welke miljoenen jaren onder ons aardoppervlak veilig lag opgesloten, en tenminste voor 80 % uit water bestaat, wordt via de verbranding in de motor in de vorm van enorme hoeveelheden waterdamp vrij gegeven aan de atmosfeer . ( 1 liter fossiele brandstof genereert 1 liter water en 3 kg.CO2).Via condensering komt dit weer terug als regen of sneeuw, maar nu op ons aardoppervlak,waardoor de zeespiegels stijgen, het klimaat in bepaalde delen van de wereld veel natter wordt, en sneeuwval in streken voorkomt waar dit niet gebruikelijk is. Koolzaad neemt bij de groei tenminste dezelfde waterhoeveelheid op die via verbranding in de motor aan de omgevingslucht wordt afgegeven,en draagt zodoende bij in het terugdringen van een rampzalige ontwikkeling.

II-ENERGIEVOORZIENING
Deskundigen uit de aardolie sector verklaren dat vanaf het jaar 2005 de totale productie van aardolie jaarlijks met 2 % zal krimpen, daarbij zal de behoefte met 3 % toenemen. De afhankelijkheid van aardolie als energiebron welke via lange transportwegen uit andere continenten naar Europa komt wordt hiermee duidelijk zichtbaar, en zal daarom moeten worden ondervangen door andere nieuwe initiatieven om toekomstige tekorten te kunnen reduceren. Energiewinning van eigen bodem via natuurlijke en duurzame hulpbronnen is daarbij een hulpmiddel om hiertoe een bijdrage te vormen.

De energie welke (koudgeperste) koolzaad olie bevat is opgeslagen zonne-energie, zeer zuurstofrijk met meer energie per liter als b.v. benzine. Ook de energiebalans is positief ( 1 liter input : 3,5 liter output ) Grote arealen agrarische gebieden in het noorden van Nederland zijn bij uitstek geschikt voor de teelt van deze nieuwe vorm van energievoorziening. Naast het gebruik als transportbrandstof wordt koolzaadolie in de ons omringende landen steeds meer toegepast in W.K.K.'s (warmtekracht koppelings installaties), die warmte- en elektriciteit genereren. Hoewel nu nog toegepast in grotere projecten zijn nu ook ontwikkelingen op gang gebracht voor toepassing op kleinere schaal zoals huishoudens, en kleine werkplaatsen.
Met het oog op de voortdurende stijgende energiekosten, en de liberalisering van de elektriciteitsmarkt,liggen mogelijkheden binnen handbereik om in de komende jaren zelf (milieu vriendelijk ) goedkoper en onafhankelijker de eigen energie/warmte op te wekken.

III-TRANSPORT

Voor de transportsector als een substantiële gebruiker van dieselolie komen er nu nieuwe mogelijkheden om naast dieselolie ook op zuivere (koudgeperste) koolzaadolie te kunnen rijden. Daarbij draagt de transportsector dan daadwerkelijk bij aan het terugdringen van de CO2 -uitstoot. Aanpassingen aan de motor is daarbij een voorwaarde doch is het streven bij de op gang gebrachte technische ontwikkelingen om in de toekomst de voertuigen reeds in de fabriek de aanpassing te geven welke het mogelijk maken zowel op dieselolie als op plantaardige olie te kunnen rijden . Dit houdt ook in dat de Nederlandse overheid de te ontwikkelen activiteiten voor technische vernieuwingen op dit terrein tenvolle dient te ondersteunen.

In de agrarische sector zijn intussen de eerste 82 stuks proef tractoren van de Fa.DEUTZ-FAHR voor het gebruik van zuivere koolzaadolie al aangepast en worden de resultaten door de gebruikers als zeer positief ervaren. Dit programma wordt door de Duitse overheid sterk financieel ondersteund. In de USA voert tractorfabrikant John Deere vergelijkbare programma's uit, terwijl in Maleisië de overheid sterk financieel betrokken is bij de ombouw met de door Elsbett ontwikkelde aanpassingen voor dieselmotoren voor de duizenden taxi's in Kuala Lumpur, welke op palmolie zullen gaan lopen.

Sinds begin 2001 is de Fa. Elsbett bezig met het testen van een serie vrachtwagens van het merk SCANIA, welke dagelijks bij de weg zijn en met aangepaste motoren op zuivere koolzaadolie hun werk doen. Ook hier zijn de resultaten erg positief en men verwacht eind 2002 de definitieve testresultaten te kunnen overleggen, waarna vrachtauto's van dit merk als eerste vrachtwagen op deze nieuwe brandstof kunnen rijden. Vervolgens zullen andere vrachtwagenmerken aan de beurt komen om met de nieuwe brandstof getest te worden.
Nadat de testen zullen zijn afgesloten en goedgekeurd zullen wij ook in Nederland deze aanpassingen voor het Nederlandse wagenpark gaan uitvoeren.

De Elsbett technici die het gebruik van plantenolie als vervangende brandstof van dieselolie hebben ontworpen beschikken over een grote dosis kennis en ervaring, waardoor in Duitsland nu al duizenden voertuigen voor koolzaadolie gebruik zijn aangepast, en er wachtlijsten zijn ontstaan van enthousiaste automobilisten die hun dieselvoertuigen willen aanpassen.
Daarbij dient opgemerkt te worden dat de Duitse overheid het gebruik van koolzaadolie sterk aanmoedigt via investeringssubsidies en accijnsvrijstellingen om zodoende de CO2 uitstoot van de transportsector effectief te kunnen terugdringen, om daarmee aan de normen te kunnen voldoen welke de Europese Unie de lidstaten heeft opgelegd.

IV-AGRARISCHE ONTWIKKELINGEN
Door de teelt van koolzaad voor brandstofdoeleinden ontstaan er voor de agrariër (akkerbouwers en veehouders) nieuwe kansen en mogelijkheden. Hij kan nu en leverancier en gebruiker worden van eigen geteelde producten, waarbij ook een redelijk rendement per hectare verwacht kan worden. Nederland scoort het laagst van alle Europese landen als het gaat om de teelt van koolzaad, omdat tot nu toe de tot olie geperste koolzaadkorrels alleen als voedselelement (sla olie) enige waarde had terwijl er slechts een geringe afzetmarkt voor beschikbaar was. Het is zelfs voorgekomen dat de grondstof naar Duitsland werd verkocht om er koolzaadolie voor biobrandstoffen van te maken. Wel werd op grotere schaal een aantal jaren geleden koolzaad in de polders geteeld maar dit gebeurde hoofdzakelijk om de grondstructuur te verbeteren, met als gunstig bijkomend gevolg dat tevens een enorme aanwas aan bijen , fazanten en andere faunasoorten ontstond.

De bloeiende gele koolzaadvelden verrijken het landschap en doorbreken de eentonigheid van monoculturen zoals gras en maïs.Het is ook een gewas welke bij uitstek geschikt is de grondstructuur zodanig te verbeteren dat het de navolgende te telen gewassen een uitstekende voedingsbodem geeft. De lange penwortels van de koolzaadplant breken a.h.w. de grond open, waardoor het hemelwater weer toegang krijgt tot de dieper gelegen grondlagen. Daar wordt vervolgens het organische leven hersteld door bio-organismen welke op zich weer een voedingsbodem zijn voor een zich zeer snel ontwikkelende insecten -en vogelstand.

Voor akkerbouwers met name op de noordelijke kleigronden is de teelt van koolzaad een ideaal wisselgewas, welke goed past bij de teelt van granen.

Voor veehouders komt er nu ook een aantrekkelijke mogelijkheid om jaarlijks voor een aantal hectares de grondstructuur te verbeteren. Omdat veelal de bovenste grondlagen van de weilanden door de zware landbouwmachines zodanig zijn vastgereden dat de graszode moeite heeft goed renderend te wortelen, vertoond het land in de natte seizoenen grote plassen regenwater, welke door het vastgereden oppervlak niet door de grond kunnen worden opgenomen.Door jaarlijks een aantal hectares koolzaad te telen kan de veehouder zijn gehele grond bestand systematisch verbeteren. Daarnaast kan hij "zijn eigen" stro ( erg gewild door goede vochtopname ! ) gebruiken als stalbedekking, en de oliemolen opdracht geven de bij de oliepersing vrijkomende hoog eiwitrijke koolzaadkoek aan hem terug te leveren als krachtvoer voor zijn veestapel.(de gebruikelijke geïmporteerde sojakoek hoeft hij dan niet meer te kopen !) Mocht hij daarbij ook zijn tractor nog willen aanpassen voor het gebruik van koolzaadolie, dan is de cirkel rond, en produceert hij in feite zijn eigen motorbrandstof, zijn eigen krachtvoerbestanddeel, zijn eigen stro, waarbij bovendien zijn grond een betere structuur heeft gekregen . Door het gebruik van zijn eigen stro in zijn stallen, en de goede vochtopname eigenschappen beschikt hij bovendien over een natuurlijke vaste meststof, waardoor minder kunstmest gekocht behoeft te worden. Een jaarlijkse teelt van 5-10 hectaren ( teeltperiode van augustus tot juli het volgende jaar) kan een aantrekkelijk perspectief voor hem zijn.
Op deze wijze maakt hij ook het landschap fleuriger en aantrekkelijker en zorgt er indirect voor dat de vogelstand en wildstand zich sterk kunnen uitbreiden, en dat de bijenhouders weer mogelijkheden krijgen de bijenvolken op sterkte te brengen,waardoor andere planten, bloemen of bomen weer vaker bezoek krijgen voor bestuiving. V-PLATTELANDSONTWIKKELING

Het document van de Europese Unie geeft ook aan dat bij een uitbreidende teelt van koolzaad het platteland hiervan de positieve effecten zal ervaren. Een goed voorbeeld zijn de landelijke gebieden in Beieren, waar de hogere en lagere bestuursorganen hoge prioriteit geven aan de inrichting en ontwikkeling van hun gebied en initiatieven die de regio kunnen opwaarderen met raad en daad ondersteunen.

Het gevolg is een welvarende en tevreden bevolking die haar initiatieven beloond ziet in een brede erkenning en waardering van haar sociale- en economische status, infrastructuur, agrarische- en landschappelijke ontwikkeling alsmede milieubeschermende - en technische innoverende vaardigheden.

In de deelstaat Beieren is in de 90-er jaren al begonnen met de ontwikkeling van een agro- cultuur welke ,vooreerst kleinschalig, de aanzet moest geven om landbouwproducten ook voor andere doeleinden in te zetten dan uitsluitend de voedselsector.

In samenwerking met onderzoeksinstituten, universiteiten en hogescholen is voorrang gegeven aan ontwikkelingen welke decentraal/regionaal kunnen en moeten functioneren . Daarbij zou het platteland aan waarde en functionaliteit een plaats in de samenleving niet alleen blijven behouden en kunnen uitbouwen maar zelfs een voortrekkers rol kunnen gaan vervullen voor andere regio's, met inachtneming van het authentieke landschappelijke karakter en gebaseerd op een traditioneel en cultuurrijk verleden.

Dit heeft tot gevolg gehad dat privé initiatieven binnen de deelstaat Beieren geleid hebben tot de bouw van z.g. decentrale(koudpers) olie-inrichtingen(oliemolens) voor het verwerken van koolzaad tot motorbrandstof en eigen geproduceerd krachtvoer voor de veestapel. Intussen zijn meer dan 80 oliemolens in dit gebied gebouwd, terwijl er de komende jaren nog meer zullen worden gevestigd.
Het succes van dit initiatief verbreidt zich nu snel naar andere regio's in Duitsland waar in navolging inmiddels in de laatste paar jaar tenminste 40 oliemolens zijn bijgekomen, waarbij de verwachting is dat dit aantal de komende jaren nog sterk zal gaan toenemen.

Het "decentrale" en kleinschalige karakter bepaald in hoge mate het succes van de formule. Zelfverzorgend, flexibel en regionaal gericht , werkgelegenheidscheppend en innoverend zijn de argumenten voor een ijzersterk concept waar niet alleen het platteland van profiteert doch nu ook voordelen gaat bieden aan een veel omvattender scenario.

De techniek wordt nu aangepast aan de natuur en de natuurlijke hulpbronnen, waarbij duurzaamheid en milieubescherming een vaste plaats krijgen in deze nieuwe strategie, terwijl nog niet zo lang geleden het juist andersom was.

Decentrale productie wil ook zeggen dat lange aanvoerroutes voor brandstoffen en veevoer vermeden worden, waarbij zowel kosten als milieu worden gespaard. Dit heeft er o.a.ook toe geleid dat regionale en lokale overheden hebben bepaald dat de door hen gebruikte voertuigen/vaartuigen preferent voor biobrandstoffen kunnen worden aangepast, waarmee men ook bestuurlijk een voorbeeldfunctie inneemt, zoals MacDonalds dit al had gedaan om de door hen gebruikte voertuigen voor biobrandstoffen geschikt te maken.

Voor de ontwikkeling en investeringen hebben de Beierse bestuursorganen tientallen miljoenen DM. ter beschikking gesteld, terwijl ook de Duitse Ministeries van Milieu , Verkeer en Landbouw ruimhartig financieel de initiatieven op dit gebied ondersteunen.

Op dit moment worden in Beieren meer dan 150.000 hectare met koolzaad bebouwd, waarvan ca.50.000 hectare worden gebruikt voor biobrandstoffen, terwijl de tendens sterk stijgend is.

Ook in Noord-Nederland zijn goede voorwaarden en omstandigheden aanwezig om te groeien naar een model zoals dat in de deelstaat Beieren en ook in andere regio's in Duitsland nu in gang is gezet.

Het vereist vooral een stuk bewustwording en ondersteuning van de regionale besturen en organisaties om waarde en perspectieven toe te voegen aan de ontwikkeling van nieuwe elementen in een veranderende maatschappijstructuur die meehelpt het platteland niet in een isolement te laten geraken,doch haar een plaats in de samenleving te geven waar zij alle recht op heeft.

VI-WERKGELEGENHEID en TECHNISCHE INNOVATIE

Vooral voor de toch al zwaar getroffen Nederlandse landbouwsector ontstaan nieuwe perspectieven, welke kunnen leiden tot nieuwe en succesvolle richtingen die voor de agrariër redelijke toekomstperspectieven kunnen bieden.

Het telen van koolzaad in grotere volumes voor non-food doeleinden brengt een additioneel en gevraagd gewas voor langere tijd binnen zijn bedrijfsvoering op basis waarvan hij zijn teeltplannen en prognoses kan afstemmen. Voor akkerbouwers voegt het een gewas toe welke als voorvruchtgewas uitstekend kan functioneren, waarbij het gebruik van meststoffen of herbiciden door verbeterde teeltmethoden via hybride soorten sterk gereduceerd kunnen worden.Onderzoek en ervaring via Duitse en Nederlandse proefstations laten al verassende resultaten zien van gerealiseerde opbrengsten.
Daarbij staan we nog maar aan het begin van een interessante ontwikkeling die zeker nog zal worden overtroffen.

Voor veehouders zoals onder het hoofdstuk "Agrarische Ontwikkelingen" is genoemd ontstaan interessante perspectieven m.b.t. grondstructuurverbetering en het zelfverzorgende element van restproducten nadat is geoogst.

Voor beiden geldt echter dat zij toetreden tot de keten van energie leveranciers !

Zij vormen een schakel in de toekomstige energievoorziening vanuit een decentrale locatie en verkrijgen een regionale betekenis als bijdragend energie producent.

In coöperatieve of individuele vorm kunnen zij deelnemen in de bouw -en exploitatie van de oliemolen(s) welke op relatief korte afstand ligt van hun bedrijven en verwerven kennis en ervaring op terreinen die tot nu toe voor hen niet bestonden of toegankelijk waren.
Zij worden direct betrokken bij landschapsinrichtings-en natuurontwikkelings aangelegenheden,omdat ook de te verwachten toeristen en natuurliefhebbers willen zien wat velen al geloven.
Zij dragen bij in de ecologisering van hun bedrijf en regio.

Naast het scheppen en uitbreiden van nieuwe werkgelegenheids aspecten binnen de teeltcyclus van koolzaad, ontstaat nieuwe werkgelegenheid binnen de productie en logistieke disciplines.

Ook het aanpassen van dieselvoertuigen zodat deze geschikt gemaakt kunnen worden voor het rijden op koudgeperste koolzaadolie,levert arbeidsplaatsen op en voegt bovendien nieuwe technische knowhow toe aan bestaande technieken, welke op termijn zeker zullen worden gevolgd door innovatieve technische ontwikkelingen.

Een eerste nieuwe technische ontwikkeling op dit gebied is al in Noord-Nederland ontwikkeld en zal in Duitsland worden gepatenteerd, en aldaar voor het eerst op de markt worden geïntroduceerd.

Nieuwe ontwikkelingen met koolzaadolie als brandstof zijn ook onderweg m.b.t. warmtekracht koppelings installaties, waarbij men zowel warmte als elektriciteit kan opwekken tegen acceptabele kosten.

Onderzoek en ontwikkeling vindt verder plaats om koolzaadolie als smeer -en hydrauliek olie een vervangende rol te geven voor de vervuilende minerale oliën welke tot nu toe worden gebruikt.

Ronald-Eric Aberson Boijl (FRIESLAND) : 23.01.2002

SOLAROILSYSTEMS BV
Alteveersweg 42
8392 MS BOIJL (Frl.)
Tel.0561-421104
fax.0561-421105
email.info@woodcon.nl
web. www.solaroilsystems.com

woensdag 23 januari 2002