Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
persbericht
Nummer:
2
Directie:
voorlichting
23-01-2002
Status:
informatie
'Meer handen in de klas' maakt onderwijs beter en leuker
Ongeveer de helft van de basisscholen besteedt het extra geld voor
klassenverkleining aan kleinere groepen én 'meer handen in de klas'.
Leraren zijn daardoor beter in staat in te spelen op verschillen
tussen leerlingen. Zij vinden dat deze aanpak leidt tot een
verbetering van de onderwijskwaliteit en leerlingenprestaties.
Daarnaast blijkt dat leerlingen zich meer op hun gemak voelen en dat
het werkplezier van de leraar is vergroot. Dit staat in de rapportage
"Groepsgrootte en kwaliteit" die staatssecretaris Adelmund vandaag
naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Sinds 1997 krijgen scholen jaarlijks extra geld voor
kwaliteitsverbetering door klassenverkleining of 'meer handen in de
klas'. In augustus 2002 wordt hierin de laatste stap gezet ( 100
miljoen euro). Vanaf dat moment wordt jaarlijks in totaal 570 miljoen
euro per jaar besteed aan kwaliteitsverbetering in het basisonderwijs.
Meer kwaliteit door 'meer handen in de klas'
Er zijn steeds meer kleine groepen in de onderbouw van het
basisonderwijs. In oktober 1994 bestond iets meer dan 59 procent van
de groepen in de onderbouw uit minder dan 26 leerlingen. Op 1 oktober
2001 is dat bijna 78 procent. De gemiddelde groepsgrootte in de
onderbouw van het basisonderwijs is sinds 1994 teruggelopen van 23,7
naar 21,9 leerlingen. Na de derde stap in de klassenverkleining in
augustus 2001 is de groepsgrootte stabiel gebleven. De scholen hebben
de ruimte om het extra geld in te zetten voor groepsverkleining of
'meer handen in de klas'. Het gaat daarbij om een extra leraar,
onderwijsassistent of leraar in opleiding naast de eigen groepsleraar.
Onderzoek van de Inspectie toont aan dat dit de kwaliteit van het
onderwijs ten goede komt. Leraren die de beschikking hebben over een
paar extra handen zijn beter in staat in te spelen op verschillen
tussen leerlingen.
Bijna de helft van de scholen kiest voor 'meer handen in de klas'. Ook
kiezen vrijwel alle scholen (ruim 92 procent) ervoor een coördinator
in de onderbouw in te zetten. Op iets meer dan driekwart van de
scholen worden remedial teachers en vakleraren ingezet. De
ICT-coördinator komt op de helft van de scholen voor. Door het geld
voor groepsverkleining te besteden aan meer handen in de klas heeft
een gemiddelde groep iets meer dan tien uur extra hulp per week. De
verhouding tussen het aantal leerlingen en het aantal personeelsleden
was vorig schooljaar lager dan het jaar daarvoor. In de onderbouw was
er een daling van 20,6 naar 19,5 aan het begin van het schooljaar en
van 23,7 naar 22,3 aan het eind van het schooljaar.
Leraren vinden dat groepsverkleining en meer handen in de klas leidt
tot verbetering van de onderwijskwaliteit en leerlingenprestaties.
Daarnaast blijkt dat leerlingen zich meer op hun gemak voelen en dat
het werkplezier van de leraar is vergroot.
Zie ook:
Voortgangsrapportage Groepsgrootte en kwaliteit
23-01-2002
Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl