Rijksuniversiteit Groningen

Promotie

Langere levensduur van spraakprothesen mogelijk

Spraakprothesen zijn een uitkomst voor mensen bij wie het strottenhoofd en de stembanden zijn verwijderd na strottenhoofdkanker. Maar het siliconenrubber waar de prothesen van gemaakt zijn, raakt snel bedekt met een hardnekkige laag van bacteriën en gisten. Daardoor werkt het mechanisme op den duur niet meer en moet de spraakprothese regelmatig vervangen worden. Drs. Jolanda Elving stelt in haar onderzoek onder meer vast dat slijmoplossende middelen de levensduur van spraakprothesen mogelijk kunnen verlengen. Zij bestudeerde in het laboratorium op welke manier biofilmvorming plaatsvindt en hoe het tegengegaan kan worden. "Bacteriën en gisten die zich hechten aan het oppervlak van een biomateriaal zoals spraakprothesen, maar ook contactlenzen of kunstheupen, weten te overleven doordat zij een biofilm vormen", zegt Elving. "De biofilm wordt aan de ene kant beschermd door het oppervlak van het biomateriaal en aan de andere kant door een slijmachtige laag die door de bacteriën en gisten zelf is gevormd. Op deze manier is de biofilm beschermd tegen invloeden van buitenaf en dus ook tegen antimicrobiële middelen." Spraakprothesen worden geplaatst tussen de slokdarm en de luchtpijp. Met name het deel van de prothese aan de kant van de slokdarm heeft veel last van biofilmvorming. Het implantaat moet gemiddeld om de drie tot vier maanden worden vervangen. De promovendus onderzocht of de bestralingsbehandeling die de patiënten hebben gehad een rol speelt. Zij stelt vast dat boven een bepaalde bestralingsdosis (60 Gray) op het primaire tumorgebied de levensduur van de prothese aanzienlijk korter is. Waarschijnlijk zijn de kleine speekselkliertjes in dit bestralingsgebied beschadigd, waardoor er mogelijk een lokale verstoring in de microflora ontstaat en dit milieu met name geschikt zal zijn voor slijmproducerende bacteriën die voor een sterke samenhang binnen de biofilm zorgen. Naar verwachting heeft dit een negatief effect op de levensduur van spraakprothesen. Vervolgens ontdekte Elving dat het toedienen van een slijmoplossend middel een remmend effect kan hebben op de biofilmvorming. Elving: "Dergelijke middelen weten de samenhang van de biofilm zodanig te verstoren dat die minder hardnekkig wordt. Slijmoplossende middelen zouden een gunstig effect kunnen hebben op de levensduur van spraakprothesen."/ImK

Jolanda Elving (Coevorden, 1971) studeerde geneeskunde in Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling Biomedical Engineering van de RUG en de disciplinegroep KNO van het Academisch Ziekenhuis Groningen. Het onderzoek is mede gefinancierd door NWO.

Datum en tijd

woensdag 23 januari 2002, 16.00 uur

Promovenda

mw. G.J. Elving, tel. (050)363 31 40, fax (050)363 31 59, e-mail: g.j.elving@kno.azg.nl (werk)

Proefschrift

Voice prosthetic valve failure due to biofilm formation

Promotor

prof.dr.ir. H.J. Busscher en prof.dr. F.W.J. Abers

Faculteit

medische wetenschappen

Plaats

Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Agenda