---
Kamervragen en antwoorden
---
De aanschaf van de opvolger van de F-16
22-01-2002
In bijlage bied ik u de antwoorden aan op de door het Kamerlid Van Ardenne- van der Hoeven gestelde Kamervragen over de aanschaf van de opvolger van de F-16.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
H.A.L. van Hoof
1 Klopt het bericht dat de eerste F-16 jachtvliegtuigen niet in 2010, maar pas op zijn vroegst vanaf 2020 het maximaal toegestaan aantal vlieguren bereiken? 1) Zo ja, kunt u aangeven waarom dit aantal niet gehaald zal worden? Wat is de oorzaak van het dalend aantal vlieguren bij de Luchtmacht?
3 Klopt het dat Defensie tot dusver voor de norm voor het einde van de technische levensduur van de F-16 jachtvliegtuigen het aantal van 6000 vlieguren per vliegtuig heeft gehanteerd? Zo ja, waarom heeft u de Kamer tot dusver niet geïnformeerd over het feit dat deze norm niet gehaald zal worden?
4 Bent u bereid terug te komen op de beantwoording van Kamervragen 2) vorig jaar dat de F-16s in de periode 2010-2025 zullen worden vervangen met gemiddeld ongeveer 6000 vlieguren. Zo nee, waarom niet?
In de antwoorden op de Kamervragen naar aanleiding van het Basisdocument Vervanging F-16 (Kamerstuk 26 488 nr.4, d.d. 21 augustus 2000) is aangegeven dat de F-16 in de periode 2010-2025 met gemiddeld ongeveer 6.000 vlieguren wordt uitgefaseerd. Dit getal moet niet worden gezien als een norm of een harde maatstaf voor het einde van de technische levensduur. Van een maximaal toegestaan aantal vlieguren is dan ook geen sprake. Het genoemde getal was een prognose van het gemiddeld aantal vlieguren dat bij afstoting zou zijn bereikt. Uiteindelijk wordt de levensduur van de F-16 bepaald door een combinatie van operationele, technische en economische factoren.
In dezelfde antwoorden is gewezen op de scheurvorming en, als gevolg daarvan, de bijzondere inspanningen die nodig zijn voor de instandhouding. Ook corrosie en slijtage van motorcomponenten, elektrische bedrading en bekabeling van het radarwaarschuwingssysteem dragen bij tot de technische veroudering. Door de technische veroudering neemt de inzetbaarheid van de F-16 geleidelijk af. Daarnaast had de Koninklijke luchtmacht de afgelopen jaren een tekort aan technisch personeel. Door de combinatie van een toenemende onderhoudswerklast ten gevolge van deze technische veroudering en het personeelstekort zijn in 2000 ruim 2.000 vlieguren minder uitgevoerd dan de geplande 22.000 uur (Kamerstuk 28 000 X, d.d. 18 september 2001). Het jaar 2001 laat een overeenkomstig beeld zien. Inmiddels zijn maatregelen genomen om deze knelpunten op te lossen en de realisatie van de vlieguren weer op het geplande niveau te brengen. Deze maatregelen betreffen extra inspanningen op het gebied van personeelswerving en inhuur van personeel, het uitbesteden van onderhoud en maatregelen om de reparatie en/of levering van onderdelen te versnellen.
2 Wordt er nog steeds vanuit gegaan dat de aanschaf van de eerste opvolgers van de F-16 vanaf 2010 plaatsvindt?
5 Heeft het feit dat het gemiddelde aantal vlieguren in de periode 2010-2025 niet gehaald zal worden invloed op het uitgangspunt van Defensie tot dusver, dat de eerste F-16's het "einde van de operationele, technische en economische levensduur" zullen bereiken in 2010? Zo ja, in welke opzicht? Zo neen, waarom niet?
Momenteel ligt het al dan niet deelnemen aan de System Development and Demonstration fase van de JSF ter besluitvorming voor. Over het aanvangsjaar van de vervanging van de F-16 wordt nog geen besluit genomen. Dat gebeurt pas wanneer op een later moment tot verwerving wordt besloten. Dan moet namelijk het productiecontract worden opgesteld en moet, op grond van een gedegen analyse van alle, onderling samenhangende aspecten, de precieze vervangingsperiode worden vastgesteld. Dan bestaat een zo goed mogelijk inzicht in de verdere ontwikkeling van de genoemde operationele, technische en economische factoren die de levensduur van de F-16 bepalen. Voor de planning blijft vooralsnog het uitgangspunt dat de vervanging omstreeks 2010 moet beginnen.
6 Wanneer kan de Kamer een beslissing van het kabinet tegemoet zien om al dan niet mee te doen aan de volgende ontwikkelingsfase van de Joint Strike Fighter? Heeft de berichtgeving in het NRC Handelsblad invloed op deze beslissing? Zo ja, welke?
De voorbereiding van het kabinetsbesluit is nog in volle gang. Van berichten in de media wordt uiteraard nota genomen. Het streven is op korte termijn een beslissing te nemen.
Nieuws
Ministerie van Defensie