NU'91
Brief aan de leden in de Acad. Ziekenhuizen
22 januari 2002
Geacht lid van NU91,
Graag stellen wij u op de hoogte van de stand van zaken m.b.t. de
CAO-onderhandelingen en de toekomst van de VUT 60 en het FLO.
Daarnaast informeren wij u op pagina 3 over de ontwikkelingen
inzake een nieuw ziektekostensysteem.
De stand van zaken CAO-onderhandelingen en toekomst VUT 60 en FLO
Op 16 en 17 januari hebben de VAZ en de bonden (ABVAKABO FNV, AC/AFZ, CFO en CMHF) verder onderhandeld over uw CAO die afloopt per 1 maart 2002. Een aantal belangrijke onderwerpen stond op het programma. Over het onderwerp ziektekosten heeft u vorige maand een nieuwsbrief van ons ontvangen. In deze nieuwsbrief wordt aangegeven waarom we tot een nieuwe seniorenregeling moeten komen. Maar eerst geven we u het laatste nieuws over de CAO onderhandelingen.
Stand van zaken CAO-onderhandelingen
In het overleg van 16 en 17 januari heeft de VAZ aangegeven dat ze
behalve over de onderwerpen ziektekosten en seniorenregeling op een
groot aantal andere gebieden met de bonden zaken willen doen. Er is
gesproken over:
- de positie van de leerlingen;
- het afschaffen van de wachtjaren in de schalen 1 tot en met 5;
- reïntegratie in het kader van de nieuwe uitvoering sociale
zekerheid;
- invoering CAO-à-la-carte;
- kinderopvang;
- verder inzicht verschaffen in het opleidingsbudget;
- een kleine stap op het gebied van betaald ouderschapsverlof;
- een eindejaarsuitkering met vloer;
- een generieke inkomensstijging.
Dit alles wel binnen een CAO met een looptijd van 24 maanden. Op
het gebied van overwerk en reiskosten wil de VAZ geen afspraken
maken met de bonden. Voor wat betreft de aanpassing van de
honoreringsregeling medisch specialisten is nog geen enkele
voortgang geboekt. In de volgende onderhandelingsronde wordt
gepoogd tot concrete (procedure)afspraken te komen.
Op 30 en 31 januari gaat het overleg verder. De komende periode gebruiken zowel bonden als de VAZ om de voorstellen door te lopen op onder andere de inkomenseffecten, de gevolgen voor de sociale zekerheid en pensioenen. Voorstellen moeten verder worden uitgewerkt en de VAZ en bonden moeten afwegen waar ze staan.
Naar een seniorenregeling bij de academische ziekenhuizen
Al jaren wordt er bij de academische ziekenhuizen gesproken over de mogelijke invoering van een nieuwe seniorenregeling. Op dit moment zijn er twee regelingen van toepassing. Er is het functioneel leeftijdsontslag (FLO) en er is de VUT-60 regeling. In het huidige CAO-overleg tussen de Vereniging Academische Ziekenhuizen (VAZ) en de bonden zijn de contouren voor een nieuwe regeling inmiddels geschetst. Wij willen u hier informeren over de oude regelingen en binnen welke randvoorwaarden een nieuwe regeling vorm moet krijgen.
Waarom een nieuwe regeling?
In de onderhandelingen over de laatste twee CAOs is afgesproken om
het duurzaam inzetten van medewerkers te bevorderen. Voor de bonden
betekent dit dat mensen gezond de pensioen- ofwel FPU-gerechtigde
leeftijd kunnen bereiken. Zowel vroeger uittreden als langer
doorwerken moet tot de mogelijkheden gaan behoren.
Er is tijdens het vorige onderhandelingsproces ook een aantal
uitgangspunten geformuleerd. Dit zijn:
- het mogelijk maken van een flexibeler gebruik van
uittreedmomenten;
- het gebruik kunnen maken van deeltijd- FPU in combinatie met
gedeeltelijk doorwerken;
- het bieden van extra compensatie voor senioren die langer
doorwerken.
Deze uitgangspunten moeten leiden tot een nieuwe regeling.
Op dit moment zijn er binnen de academische ziekenhuizen twee
seniorenregelingen van toepassing, het functioneel leeftijdsontslag
(FLO) en de VUT-60 regeling. Naar alle waarschijnlijkheid worden
deze regelingen straks afgeschaft, aangezien het kabinet alle
VUT-achtige regelingen wil beëindigen.
Het FLO is bedoeld voor bepaalde groepen werknemers die zwaar
fysiek verrichten. Er is in het verleden een lijst opgesteld waarin
de functies worden genoemd die hiertoe worden gerekend. Deze
werknemers hebben recht op zestig maanden FLO met behoud van
tenminste 80% van hun inkomen afhankelijk van het aantal
dienstjaren. Het uittreedmoment is 60 jaar.
De VUT-60 regeling sluit aan op de vroegere VUT. Een werknemer kan
volgens deze regeling op 60-jarige leeftijd vervroegd uittreden. Op
dat moment bestaat er recht op 75% van het laatstverdiende salaris.
Vanaf 61 jaar volgt de FPU, waarbij er recht is op maximaal 70% van
het salaris. Over een paar jaar gaat de FPU pas gelden vanaf de
leeftijd van 62 jaar, waardoor het dus niet meer aansluit op de
VUT-60. Er ontstaat een FPU-gat van één jaar.
Behalve dat de VUT-60 regeling niet goed aansluit op de FPU zijn er
meer nadelen te benoemen.
Het is ook een inflexibele regeling, want je kunt maar op één
leeftijd van de regeling gebruik maken. Bovendien stimuleert het de
werknemers om volledig uit te treden, terwijl in de zorgsector op
dit moment behoefte is aan mensen die bereid zijn langer door te
werken vanwege de vergrijzing en de toenemende zorgvraag. Het is
volgens de bonden tijd dat flexibele elementen in een nieuwe
regeling worden opgenomen.
Daarom straks: een nieuwe regeling
Een nieuwe regeling moet volgens de bonden als doel hebben dat
mensen gezond de FPU-gerechtigde of pensioengerechtigde leeftijd
kunnen bereiken. De nieuwe regeling moet aansluiten op de FPU.
Daarbij zal aan een aantal randvoorwaarden moeten worden voldaan:
- het aansprakenniveau moet in de nieuwe regeling aantrekkelijk
zijn. Ook moet het mogelijk zijn eerder of later uit te treden dan
de formele FPU-leeftijd. Tevens moet deeltijd-FPU tot de
mogelijkheden behoren;
- een nieuwe regeling dient de oude aanspraak voor mensen die vlak
voor hun FLO of VUT-60 leeftijd zitten te garanderen;
- een onderscheid tussen de huidige FLO-functies en andere
medewerkers dient gehandhaafd te blijven. Immers dit heeft te maken
met de zwaarte van de functie.
ABVAKABO FNV, AC/AFZ, CFO en CMHF verwachten in de lopende
CAO-onderhandelingen een regeling onder deze randvoorwaarden
gerealiseerd te krijgen. Wij houden u op de hoogte van de
ontwikkelingen.
Naar een nieuw ziektekostensysteem bij de academische ziekenhuizen
Reeds geruime tijd zijn bonden ABVAKABO FNV, AC/FAZ, CFO en CMHF in
overleg met de Vereniging Academische Ziekenhuizen (VAZ) om te
komen tot een nieuw landelijk ziektekostensysteem voor de
academische ziekenhuizen. De besprekingen zijn nu zover dat het
IZA-systeem een reële optie gaat worden. In deze nieuwsbrief willen
wij u op de hoogte brengen van de huidige systematiek en de IZA
systematiek.
De huidige ziektekostenregeling
Op dit moment heeft elk academisch ziekenhuis een eigen collectief
ziektekostencontract voor de werknemers. De werknemer kan kiezen of
hij hieraan deelneemt of een eigen particuliere verzekering
afsluit. Landelijk is het Besluit tegemoetkoming ziektekosten
academische ziekenhuizen (de ZKAZ-regeling) van toepassing. Het
komt erop neer dat de werknemer de volledige ziektekostenpremie
betaalt. Eens per (half) jaar krijgt de werknemer hiervoor een
tegemoetkoming, de ZKAZ, van de werkgever. Dit gebeurt met
terugwerkende kracht.
Uitzondering op dit verhaal vormen werknemers met een inkomen onder
de ziekenfondsgrens bij het UMC St Radboud en het VUMC. Zij vallen
onder het ziekenfonds en hebben geen recht op de tegemoetkoming
volgens de ZKAZ.
De ZKAZ ligt al jaren onder druk om verschillende redenen. Een
belangrijke reden vormen de kosten van het systeem. Werkgever en
werknemer dienen beiden te betalen voor de ziektekostenverzekering
van de werknemer. Nu gebeurt het dat sommige werknemers overhouden
aan de tegemoetkoming en anderen tekortkomen. Bovendien worden
deeltijders benadeeld, daar zij naar rato van hun
aanstellingsomvang een vergoeding ontvangen, terwijl zij volledige
kosten hebben. De werkgever vindt dat hij een onevenredig deel van
de ziektekosten moet betalen, die bovendien elk jaar stijgen.
Ook wordt het verhogen (indexeren) van de ZKAZ-vergoeding steeds moeilijker. Omdat het zon kostbaar systeem is, wordt de indexering in veel andere sectoren (bijvoorbeeld rijksoverheid) bevroren of afgebouwd. De vergoeding wordt door de werkgever bruto betaald aan de werknemer, terwijl de werknemer deze netto ontvangt. Dit houdt in dat een groot deel van het bedrag weg lekt naar de belastingen. Dit geld zouden we ook anders kunnen inzetten.
Een ander probleem met de ZKAZ betreft de wens van veel werknemers
om een maandelijkse tegemoetkoming te ontvangen in plaats van een
(half)jaarlijkse. De ZKAZ biedt deze mogelijkheid niet, omdat
werkgevers de administratieve kosten niet vinden opwegen tegen de
voordelen. De werknemers moeten onder de ZKAZ zelf de
ziektekostenpremie volledig vooruit te betalen. Per (half) jaar
krijgen ze dan een deel terug. Dit is vaak een probleem voor
werknemers met lage inkomens.
Tenslotte willen veel verzekeraars geen collectieve contracten meer
sluiten met academische ziekenhuizen. De sector is grootverbruiker,
waardoor de collectieve contracten voor verzekeraars erg duur zijn.
Om die reden worden bij diverse academische ziekenhuizen waar de
collectieve contracten aflopen nu noodoplossingen bedacht. Mensen
met een gezondheidsrisico kunnen zich dan vaak niet of niet meer
tegen normale kosten verzekeren.
Deze problemen rond de ZKAZ zijn inmiddels zo nijpend dat er wordt
gezocht naar een nieuw ziektekostensysteem voor de hele sector dat
deze problemen kan ondervangen.
Een nieuw ziektekostensysteem
Er zijn twee varianten van een nieuw ziektekostensysteem denkbaar.
De eerste is een collectief contract bij een particuliere
verzekeraar. Dit is eigenlijk al een gepasseerd station, omdat er
vanuit deze hoek geen belangstelling bestaat voor de sector
academische ziekenhuizen. De sector is, zoals eerder al werd
aangegeven, te duur voor deze verzekeraars.
Een tweede variant is het afsluiten van een publiekrechtelijke
verzekering, zoals het IZA. Deze variant wordt momenteel onderzocht
in het overleg tussen de bonden en de VAZ. Het lijkt de enige en
meest aanvaardbare optie te zijn voor de academische ziekenhuizen.
Het IZA biedt een aantal voordelen die de bestaande
ZKAZ-problematiek ondervangen. In het IZA-systeem wordt maandelijks
de premie geïnd via het salaris en een vast (nominaal) bedrag.
Zowel werkgever als werknemer dragen hieraan bij, net als bij het
ziekenfonds. Dit heeft als voordeel dat de werknemer de
ziektekostenpremie niet meer vooruit hoeft te betalen, om
vervolgens achteraf een tegemoetkoming te ontvangen. De feitelijke
premie wordt gewoon maandelijks betaald. Voor deeltijders biedt het
IZA het voordeel dat zij niet meer naar rato van hun
aanstellingsomvang worden gecompenseerd. Zij betalen gewoon, net
als de andere werknemers, een bepaald percentage van hun
(deeltijd)salaris.
In meer algemene zin heeft het IZA-systeem als voordeel dat er geen
sprake meer is van selectie aan de poort. Iedereen is automatisch
verzekerd. Oudere werknemers en werknemers met een slechte
gezondheid of een gezondheidsrisico betalen op basis van hun extra
risico geen hogere premie. Ook gaan de huidige
ziekenfondsverzekerden bij het UMC St Radboud en het VUMC onder het
IZA vallen. Het IZA heeft geen winstdoelstelling.
Het is natuurlijk zo, dat invoering van het IZA-systeem de nodige
veranderingen met zich mee zal brengen. Het is een heel ander
systeem dat de ziektekostenpremie direct op het salaris inhoudt.
Daarbij kan er voor sommige werknemers een negatief verschil
ontstaan met de premiekosten uit het oude systeem. Er zal echter
geld vrij vallen bij de werkgever, omdat deze geen bruto
tegemoetkoming meer hoeft te betalen. Dit geld zal worden ingezet
voor de arbeidsvoorwaarden van de werknemers. Een deel zal dienen
ter compensatie van de bovengenoemde inkomenseffecten en een deel
voor andere doelen.
Overigens houden de VAZ en de bonden al rekening met de
kabinetsplannen voor een basisverzekering. Hierdoor kan een
toekomstige overgang naar een dergelijke verzekering voor de hele
sector soepeler verlopen.
Op 18 december 2001 hebben de VAZ en de bonden in het kader van de
onderhandelingen over een nieuwe CAO per 1 maart 2002 de
ziektekostenproblematiek besproken. Partijen willen in de komende
CAO deze problemen gezamenlijk oplossen, zodat de huidige nadelen
worden ondervangen. Op 16 en 17 januari 2002 gaan de VAZ en de
bonden weer om de tafel zitten om verder te onderhandelen over de
nieuwe CAO en het ziektekostendossier.
Met vriendelijke groet,
namens NU91 en de Unie Zorg en Welzijn
Menno Dekker